Naar hoofdinhoud Naar footer

Opdrachten - Familiegerichte zelfmanagementondersteuning

Laatst bijgewerkt op: 13-12-2023

De negen opdrachten bij dit hoofdstuk helpen (aankomende) zorgprofessionals om in de praktijk aan de slag te gaan met familiegerichte zelfmanagementondersteuning en de samenwerking met mantelzorgers.

  • Opdracht 1 gaat over het familiebeleid van de organisatie
  • In opdrachten 2, 3 en 4 verdiep je je in het perspectief van mantelzorgers en zijn taken en rollen en onderzoek je je eigen samenwerking met hen
  • Opdrachten 5 en 6 hebben betrekking op informele zorg bij dementie
  • Opdrachten 7 en 9 gaan over manieren om mantelzorgers te ondersteunen
  • Opdracht 8 is een kennisopdracht over wat wel en niet toegestaan is in de zorg door mantelzorgers
  • In opdracht 10 ga je met mantelzorgers/familieleden in gesprek over culturele tradities en waarden
  • Opdracht 11 is een praktijkopdracht naar samenwerking met familie in het verpleeghuis aan de hand van de COUP-werkwijze

Opdrachten 1, 2, 5, 6, 7 en 8 maken gebruik van video’s ter instructie of als reflectie- of oefenmateriaal.

Mieka Vroom. Uw patiënt, onze moeder

Bekijk de video

  1. Ga in de instelling waar je werkt of stageloopt op zoek hoe het familiebeleid eruit ziet. Wat zijn de afspraken, eventuele voorwaarden en de wijze waarop de familie benaderd en betrokken worden door zorgverleners. Kijk ook welke elementen van het SOFA-model en het model ‘familiegerichte zelfmanagementondersteuning’ herkenbaar zijn in de praktijk.
  2. Kijk naar de video van Mieka Vroom ‘Uw patiënt onze moeder’ waarin zij vertelt over haar ervaringen als mantelzorger van haar moeder. Herken je zaken die zij bespreekt in jouw (stage-)instelling? Neem je bevindingen mee naar je team of naar school en bespreek je bevindingen aan de hand van de vragen: wat vind je goed en wat vraagt om verbetering?
  3. Vraag een aantal ervaren zorgverleners of je hen mag interviewen over wat zij van de rol van de familie vinden op hun afdeling. Hoe betrekken zij de familie bij het zelfmanagement van de cliënten, wat ze daarbij lastig vinden en hoe ze daarmee omgaan. Vraag door op hun motivatie om familie er soms wel of soms niet bij te betrekken. Inventariseer de argumenten die zij gebruiken om de familie wel of niet betrekken bij het zelfmanagement van de cliënt.
  4. Welke argumenten gebruiken deze zorgverleners en welke argumenten vind jij in deze kennisbundel die je kunt gebruiken om in iedere zorgsituatie te onderzoeken of de familie bij het zelfmanagement van de cliënt betrokken kan en wil worden?

Bekijk met elkaar de Documentaire ‘Jeanne’ en zet alle personen uit Jeanne haar omgeving op een rijtje.
Voordat jullie met elkaar het gesprek aangaan over de mantelzorgperspectieven in deze documentaire, beantwoord je eerst individueel bij elke persoon de vragen:

  • Hoe denk jij dat deze persoon de situatie van Jeanne ervaart en waar maak je dat uit op?
  • Biedt deze persoon Jeanne steun, welke steun wordt geboden en op welke manier doet deze persoon dat?
  • Hoe denk jij dat deze persoon de steun ervaart die hij of zij aan Jeanne geeft? En hoe ervaart Jeanne deze?
    Bespreek jullie bevindingen met elkaar in kleine groepjes door de overeenkomsten en verschillen in jullie antwoorden te vergelijken.

Vul dan samen het Ecogram van Jeanne in; gebruik de Instructie. Je vindt het onder Downloads. Met een Ecogram breng je de belangrijke sociale contacten (het sociale netwerk) rondom een cliënt in kaart. Bespreek dan de resultaten met elkaar. Wat levert het werken met het Ecogram op?

Bekijk de video

Veel professionals denken bij familieparticipatie in het zelfmanagement aan het coproduceren ofwel het verlenen van mantelzorg door familie. Bijvoorbeeld: meehelpen bij het douchen van een zorgvrager, assisteren bij de voeding of bij de behandeling.

Het doel van deze opdracht is om zorgverleners breder te laten kijken. Kijk ter voorbereiding ook naar de rollen van familie die worden verbeeld in de factsheet Naasten in Beeld. Deze vind je onder Downloads.

Leg aan je collega’s in je organisatie, op je stageadres of op je leerwerkafdeling in een korte presentatie uit wat bedoeld wordt met familiegerichte zelfmanagementondersteuning en op welke manieren dat vorm kan krijgen. Vraag hun naar hun ervaringen met de rollen van familie en naasten in de zorg. Herkennen zij de rollen uit de factsheet 'Naasten in Beeld'?

Vraag een collega, kennis of medestudent die ervaring heeft met mantelzorg voor een naaste. Bekijk samen de video. Herkent hij/zij de thema’s die aan bod komen in de video?

Het is belangrijk om met mantelzorgers in gesprek te gaan, naar hen te luisteren en ook je eigen inzichten met hen te delen. In de dagelijkse hectiek is dat soms lastig, maar het levert alle partijen veel op. Bovendien is het een voorwaarde voor een goede samenwerking. Om meer inzicht te krijgen in hoe jij samenwerkt met mantelzorgers, nodigen we je uit:

  1. Een gesprek te voeren met een mantelzorger van een (allochtone) cliënt in jouw praktijk over zijn/haar ervaringen met de samenwerking met zorgverleners (met jouzelf en/of andere zorgverleners). Wat ervaart de mantelzorger als prettig en ondersteunend, wat niet, wat ontbreekt?
  2. Schrijf na afloop van dit gesprek drie leerinzichten en drie voornemens op.

1. Beantwoord zelf de volgende vragen en bespreek deze na in de groep:

  • Wat is autonomie? 
  • In hoeverre ben jij een autonoom mens?
  • Wat betekent ouder worden voor iemands autonomie?
  • Wat verandert er in iemands autonomie als hij of zij ziek wordt?
  • Wat doet opname in een instelling met iemands autonomie?
  • Waarom is aandacht voor iemands autonomie zo belangrijk?

2. Bekijk dit korte voorlichtingsfilmpje ‘Lang zult u wonen met Dementie’ van Eric Scherder en bespreek in de groep de vragen:

  • Wat heeft dit filmpje te maken met autonomie?
  • Is autonomie iets wat je hebt, of iets wat je moet veroveren?
  • Wat kun je doen (of laten) in de zorg om iemands autonomie in stand te houden of te bevorderen? Noem concrete voorbeelden.

3. Als mensen oud of ziek worden zijn ze soms minder in staat zelf te beschikken over hun leven. Als een ander verantwoordelijk wordt voor hoe jij je leven inricht, spreken we van heteronomie. Bekijk zelf de video over familie Mulder en beantwoord de volgende vragen: 

  • Waar zie je in het verhaal van familie Mulder autonomie, en waar zie je heteronomie?
  • Is heteronomie altijd negatief?
  • Waar moet je vooral aan denken als jij moet gaan beslissen voor een ander, bijvoorbeeld een familielid?

Bespreek jullie antwoorden na in de groep.

Bekijk de video met de Casemanager Dementie. Beantwoord dan de volgende vragen:

1. Op welke manier zie je de verschillende soorten interventies (informationeel, praktisch en emotioneel) terug in deze video gericht op:

  • het stimuleren van familieparticipatie
  • het ondersteunen van de familie

2. Welke interventies zou je nog meer kunnen inzetten?

3. Welke belemmerende en bevorderende factoren voor familieparticipatie bij zelfmanagementondersteuning zie jij in terug deze video?

Bezoek de website ikzorgvoor.com. Hier zijn veel korte video’s en animaties te vinden waarin wordt verteld wat het betekent om jonge mantelzorger te zijn.

  • Bekijk minstens 5 video’s en zet de problemen die je hebt gehoord of gezien op een rijtje. Waar gingen de problemen over?
  • Hoe zou je hen kunnen ondersteunen wanneer je ze tegen zou komen tijdens een stage, op je werk, privé of op school? Raadpleeg hiervoor de tips die bij het onderdeel Beroepskrachten op deze website staan.
  • Zorg dat de tips concreet zijn: passend bij de problemen die je hebt geïnventariseerd.

Bij zelfmanagement hoort ook dat sommige zorgvragers allerlei verpleegtechnische handelingen moeten verrichten, zoals zichzelf injecties geven. Soms worden dat soort handelingen ook aan familieleden geleerd (bijvoorbeeld om een sonde in te brengen of insuline te spuiten). Mag een mantelzorger, zoals bijvoorbeeld een vrijwilliger op de afdeling of een dochter deze (voorbehouden) handelingen eigenlijk wel overnemen? 

Op de website Zorg voor Beter vind je tal van voorbeelden uitgebeeld in video’s.

  • Bekijk met elkaar enkele voorbeelden en zoek op de website naar informatie over wat de grenzen hiervan eigenlijk zijn.
  • Waar ligt de verantwoordelijkheid voor deze handelingen?
  • Nodig een docent of collega uit met een juridische achtergrond met wie jullie je bevindingen kunnen bespreken.

Bekijk de video ‘MantelScan’ om meer te weten te komen over dit instrument. Bij Instrumenten voor zelfmanagementondersteuning vind je meer informatie.

  • Neem dan de MantelScan af bij iemand die je in je eigen omgeving kent die mantelzorger is.
  • Nadat je dit hebt gedaan, heb je veel informatie over de zorgsituatie gekregen. Ook de knelpunten zijn wellicht naar boven gekomen. Ook heb je door de MantelScan inzicht gekregen in de ervaren belasting van de mantelzorger.
  • Bedenk dan welk gericht advies je zou kunnen geven aan de mantelzorger over deze knelpunten. Overweeg om nog eens terug te gaan naar de mantelzorger en deze de adviezen voor te leggen, vraag om een reactie op de adviezen.
  • Leg alles vast in een verslag wat je kunt uitwisselen met collega’s of medestudenten. Beantwoord daarin ook de volgende vraag: Vind je de MantelScan een bruikbare tool voor familiegerichte zelfmanagementondersteuning?

Er bestaan verschillende culturele perspectieven op het verlenen van zorg aan naasten. Deze verschillen worden lang niet altijd begrepen en leiden geregeld tot problemen in de samenwerking. Een voorbeeld is de ondersteuning van Marokkaanse dochters die in een verpleeghuis vrijwel geheel voor hun moeder zorgen.

In deze opdracht ga je met mantelzorgers/familieleden in gesprek over culturele tradities en waarden op je stageplek/in de instelling waar je werkt.

  • Welke zorgvragers van niet-Nederlandse achtergrond tref je op jouw stageplek?
  • Onderzoek bij één mantelzorger van een zorgvrager uit een andere dan jouw eigen cultuur, het perspectief op het verlenen van zorg aan een naaste.
  • Wat gaat goed en welke knelpunten signaleert de mantelzorger bij de dagelijkse zorgverlening?
  • Stel dan dezelfde vragen aan een van de zorgverleners die betrokken is bij de zorgverlening aan deze zorgvrager.
  • Wat gaat goed en welke knelpunten signaleert de zorgverlener bij de samenwerking met een mantelzorger uit een andere cultuur?

Bespreek deze opdracht na met studiegenoten of collega’s. Bespreek met elkaar:

  • welke cultuur jullie hebben onderzocht
  • wie jullie gesproken hebben
  • wat jullie hebben geleerd
  • wat de belangrijkste lessen zijn voor samenwerking met mantelzorgers met een anderen culturele achtergrond dan doe van jezelf. Wat moet je vooral doen, en wat laten?

In deze praktijkopdracht ga je in het verpleeghuis kijken hoe er wordt samengewerkt met de familie van een bewoner. COUP is een afkorting die staat voor:

  • Contact leggen
  • Ondersteunen
  • Uitnodigen
  • Participeren

De COUP-werkwijze of -methode helpt je bij het leren kennen en begrijpen van de zorgvrager en zijn familie. Hierdoor ben je beter in staat om de zorg en het welbevinden en van de zorgvrager goed af te stemmen en een prettige band op te bouwen. 

  • Nadat je de uitleg over de COUP-werkwijze hebt gelezen, ga je kijken hoe het contact met de familie er op jouw afdeling uitziet.
  • Kies een dagdeel dat er familie aanwezig is op de afdeling. Kijk hoe de verschillende onderdelen van de COUP-werkwijze er in de praktijk uit zien. Hoe wordt er door de verzorgenden contact gelegd met de familie? Vindt er ondersteuning plaats? Hoe wordt familie uitgenodigd om betrokken te zijn/blijven bij hun naaste? En hoe doet de familie mee met activiteiten en in de zorg?
  • Maak een kort verslag waarin je ook enkele verbeterpunten voor je collega’s en leerpunten voor jezelf aangeeft.

Downloads