Naar hoofdinhoud Naar footer

5A-model Stap 3: Afspreken

Bij de stap Afspreken gaat het erom dat de zorgverlener de cliënt helpt bij het formuleren van haalbare doelen en activiteiten, passend bij de situatie van de cliënt, en deze afspraken vastlegt in het zorgplan. Als de cliënt voldoende is geïnformeerd (Stap 2) en de zorgverlener weet wat voor hem belangrijk is in het leven (Stap 1), kunnen zij samen doelen kunnen opstellen en afspraken maken. Het is belangrijk dat de cliënt vertrouwen heeft in eigen kunnen. Dit vertrouwen wordt vergroot door (kleine) successen. Met het nastreven en vervolgens bereiken van kleine doelen is de kans op succes groter. Ook het delen van ervaringen met anderen kan cliënten helpen om meer vertrouwen in hun eigen kunnen te krijgen. Verder is het belangrijk dat de cliënt zelf doelen kiest, omdat de kans dan groter is dat het lukt om deze te bereiken.

De zorgverlener spreekt met de cliënt af aan welke doelen hij gaat werken. Hierbij zal de zorgverlener:

  • Met de cliënt zoeken naar eerdere positieve ervaringen met het bereiken van doelen.
  • De doelen samen met de cliënt opstellen.
  • De cliënt prioriteiten laten stellen bij het opstellen van doelen.
  • Samen met de cliënt een plan opstellen over hoe de cliënt aan de doelen gaat werken,
  • De doelen en afspraken vastleggen in het zorgdossier.
  • De cliënt helpen om een besluit samen te nemen - eventueel ook met andere zorgverleners.
  • Onzekerheid bij de cliënt herkennen over het nemen van een besluit.

Dezelfde uitgangspunten van samen beslissen zijn ook van toepassing bij het nemen van besluiten over de zorgverlening of behandeling: hierover gaat hoofdstuk 4 Samen beslissen.

Hulpmiddelen en valkuilen bij Afspreken

YouTube video thumbnail

Er zijn verschillende hulpmiddelen om het afspreken van doelen te ondersteunen. Bijvoorbeeld:

Valkuilen bij Afspreken:

  • De doelen komen meer van de zorgverlener dan van de cliënt. Ze worden dan niet in gezamenlijkheid vastgesteld, maar slechts aan de cliënt voorgelegd ter ‘goedkeuring’.
  • Stellen van haalbare doelen is lastig voor veel cliënten. Soms willen zij te grote stappen maken, of kunnen zij zich geen voorstelling maken van wat haalbaar en realistisch is. De zorgverlener kan op grond van haar ervaring met andere cliënten voorbeelden geven van doelen of tussenstappen die werken of juist niet. De zorgvrager maakt uiteindelijk de keuze.
  • Te snel willen besluiten. Vaak heeft de zorgvrager tijd nodig om een afweging van voor- en nadelen te kunnen maken en te overleggen met familie. Bied daar ruimte voor, stel een ‘time-out’ voor (stel het besluit uit tot een volgend contact).