Naar hoofdinhoud Naar footer

Model familiegerichte zelfmanagementondersteuning

Van zorgverleners wordt verwacht dat zij de familie bij zelfmanagementondersteuning betrekken – waar dat mogelijk is en wordt gewenst door de zorgvrager. Niet alleen de zorgvrager is jouw zorg, ook de familie verdient aandacht. De zorgverlener benadert de zorgvrager en zijn omgeving als een sociaal systeem van mensen waar hij zorg voor draagt – het doel is dat systeem zodanig te ondersteunen dat zorgvrager en familie goed voor zichzelf én elkaar kunnen zorgen. Stel daarom de volgende vragen aan zorgvragers:

  • Wie in uw naaste omgeving is betrokken bij de situatie waarin u momenteel verkeert?
  • Vindt u het goed deze persoon uit te nodigen om zijn kijk op de zaak te bespreken?

Het model ‘Familiegerichte zelfmanagementondersteuning’ helpt:

  • Om als zorgverlener over familieparticipatie na te denken of hierover met collega’s te praten.
  • Bij het evalueren of en hoe familieparticipatie bij zelfmanagement is gerealiseerd.
  • Om in het gesprek met de zorgvrager en/of zijn familie te verhelderen hoe de familie wil, kan en van de zorgvrager betrokken mag worden bij zelfmanagement.
  • Om in kaart te brengen welke ondersteuning de familie nodig heeft van de zorgverlener.

In het middelpunt van het model staat de zorgvrager. Daaromheen staan de aandachtsgebieden: ‘stimuleren familieparticipatie’ en ‘ondersteunen familie’. Het model benadrukt dat de zorgverlener niet alleen in het begin (oriëntatie) onderzoekt hoe de familie betrokken is of kan worden, maar hen ook bij de volgende stappen actief betrekt en ondersteunt. Daarbij richt de zorgverlener zich op de zorgvrager, of op de zorgvrager en zijn familie samen. Iedereen is in principe wilsbekwaam, totdat het tegendeel bewezen is. Iemand is wilsonbekwaam als hij de informatie van de arts niet (meer) kan begrijpen en afwegen, niet begrijpt wat de gevolgen van zijn besluit zijn en/of geen besluit kan nemen. Bij (tijdelijk) niet-wilsbekwame zorgvrager, richt de zorgverlener zich alleen op de familie.

Interventies om de familie te ondersteunen (zie downloads) kennen drie vormen: informatief, praktisch en emotioneel. Bij elke vorm kan de zorgverlener steun bieden die enerzijds gericht is op de zorgvrager (goede uitkomsten van zelfmanagement) en anderzijds op de familieleden zodat deze hun bijdrage goed kunnen volhouden.

Het is belangrijk om alert te zijn op overbelasting van de familie en de kans daarop bespreekbaar te maken. Mantelzorgers die zwaarbelast zijn hebben meer behoefte aan ondersteuning. Een van de interventies om steun te geven aan mantelzorgers is respijtzorg. Hierbij wordt de totale zorg tijdelijk overgenomen door beroepskrachten of vrijwilligers in de vorm van thuisopvang, dagopvang en kortdurende opname. Mantelzorgers die intensieve zorgtaken kunnen hierdoor tijdelijk ontlast worden.

Om overbelasting te signaleren, kunnen instrumenten zoals de Caregiver Strain Index (CSI), de Ervaren Druk Door Informele zorg (EDIZ), de CRA-D (Caregiver Reaction Assessment) of de EDIZ-plus (voor mantelzorgers bij mensen met dementie) worden ingezet. Deze instrumenten vind je onder Downloads.

Downloads