Naar hoofdinhoud Naar footer

5A-model Stap 5: Arrangeren

In deze stap maakt de zorgverlener afspraken met de cliënt voor het vervolg. Wanneer de zorgverlener de afspraken met de cliënt goed vastlegt in een zorgdossier, kunnen deze op een later moment worden opgevolgd. Dat verbetert de continuïteit in de zorg. Dit hangt af van de setting waarin de zorgverlener en cliënt elkaar ontmoeten. Het kan ook gaan om een overdracht naar een andere zorgverlener die goed geregeld moet zijn.

De zorgverlener bespreekt met de cliënt wanneer en hoe hij vervolgcontact wil. Voor de ene cliënt werkt het beter om regelmatig contact te hebben, een ander heeft voldoende zelfvertrouwen om zelf aan de gang te gaan. Voor een cliënt is het belangrijk om altijd de mogelijkheid te hebben om tussendoor contact op te nemen. De zorgverlener laat de cliënt dus niet ‘los’ zonder te bespreken of er een goede opvolging van de zorg is. Voor sommige functies is het belangrijk dat de zorgverlener de sociale kaart kent, zodat zij cliënten zo nodig kan doorverwijzen naar andere zorgverleners. Zorg bij doorverwijzing zo mogelijk voor een 'warme' overdracht zodat de cliënt weet naar wie hij wordt doorverwezen.

De zorgverlener arrangeert het vervolgcontact met de cliënt. Zij:

  • Legt de afspraken die zijn gemaakt vast in het zorgdossier.
  • Vraagt de cliënt wat voor hem een goed moment en een goede manier is voor een vervolgafspraak.
  • Verwijst de cliënt zo nodig naar de juiste hulpverlener of instantie en zorgt zo mogelijk voor een warme overdracht.
  • Informeert andere zorgverleners en stemt de zorg met hen af.
  • Begeleidt de cliënt op afstand met behulp van ondersteunende hulpmiddelen zoals eHealth.
  • Biedt de mogelijkheid aan de cliënt om op een laagdrempelige manier tussendoor contact op te nemen.
  • Moedigt de cliënt aan om tussendoor contact op te nemen als zijn gezondheidstoestand daarom vraagt, of neemt zelf contact op om eventuele knelpunten op te lossen.
  • Kijkt samen met de cliënt hoe de uitvoering van het individuele zorgplan verloopt.

Hulpmiddelen en valkuilen bij Arrangeren

YouTube video thumbnail

Hulpmiddelen bij Arrangeren:

  • Zorgdossier en overdrachtsformulieren. Deze zijn onmisbaar voor een soepele overgang van de ene naar de andere zorgverlener of collega. Een kaartje met voorbeeldzinnen voor de verslaglegging van het proces van zelfmanagementondersteuning in het dossier vind je in hoofdstuk 8.
  • EHealth voor ‘zorg op afstand’.
  • EHealth (bijvoorbeeld apps) of andere hulpmiddelen (dagboek) voor het monitoren van de gezondheidstoestand.
  • Crisissignaleringsplan of Crisiskaart om de cliënt uit de GGZ (en ook zijn omgeving) inzicht te geven in symptomen waaruit blijkt dat het niet zo goed met hem gaat en in de gemaakte afspraken over wanneer welke acties noodzakelijk zijn.

Valkuilen bij Arrangeren:

  • Arrangeren krijgt bij zorgverleners minder aandacht dan de andere stappen van het 5A-model. Organisatorische taken en registratie worden als vanzelfsprekend en als belastend ervaren. Maar voor cliënten en hun omgeving is het belangrijk dat er aandacht is voor de opvolging en organisatie van zorg. Dat neemt veel onrust en zorgen weg. Slechte coördinatie van zorg kan ook leiden tot verspilling en overbodige zorg.
  • Het gebruik van monitoringsinstrumenten kan ertoe leiden dat cliënten zich overmatig richten op het monitoren van symptomen. Dit kan leiden tot overmatige angst of overbodig gebruik van zorg.
  • Niet terugkomen op gemaakte afspraken kan leiden tot teleurstelling of demotivatie bij de cliënt.