Vaak weet je als zorg- of projectteam wel dat je iets wíl leren en veranderen, maar niet altijd wat voor jullie de beste aanpak is. Het aanbod aan leer- en verandermethodes in de zorg is enorm en er snel eentje kiezen is dan verleidelijk. Het leer- en veranderkompas helpt bij het maken van goede keuzes om zo een leer- en verandertraject samen te stellen dat bij jullie past.
Iedere organisatie is anders
Er zijn veel goede voorbeelden, werkvormen en methodes in de zorg om een verandertraject in te gaan. Er is niet 1 manier de beste. Geen enkele organisatie is immers hetzelfde en iedere organisatie heeft eigen krachten, wensen, vraagstukken en valkuilen. Op deze pagina vind je het leer- en veranderkompas, dat je helpt om een leer- en verandertraject op maat samen te stellen.
Een goede voorbereiding is het halve werk. Dit geldt zeker voor leer- en verandertrajecten. Doorloop daarom de fases van het leer- en veranderkompas vóór jullie aan het traject beginnen. Pak het leer- en veranderkompas er af en toe er weer bij tijdens het traject. Zo komen jullie tot de precieze vraag, blijven jullie scherp en weten jullie op wat voor een manier welke mensen betrokken moeten worden. Zo zorgen jullie dat het resultaat blijvend is en niet wegzakt.
Hoe ga je aan de slag?
Hoe kies je de juiste stappen en werkvormen en hoe zorg je voor de goede volgorde die past bij jouw organisatie? Hieronder vind je hiervoor 3 fases. In iedere fase geven jullie antwoord op een aantal vragen, zodat duidelijk wordt waar je rekening mee moet houden in jullie leer- en verandertraject.
Fase 1: Waarom en Waartoe?
In fase 1 willen jullie duidelijkheid bereiken over de intentie, het doel en de personen die de meerwaarde van het traject moet ervaren. Hiervoor proberen jullie antwoord te geven op de volgende vragen:
• Wat is de aanleiding?
• Wat willen jullie bereiken?
• Wie bepaalt dat jullie het ‘waartoe’ hebben bereikt?
Het waarom en waartoe staan centraal bij alles wat je doet en kiest tijdens het veranderproces. Samen vormen deze 2 de ‘why’ van je project. Zo geeft de ‘waarom’ aan met welke drijfveren en visie je naar het vraagstuk kijkt. En het ‘waartoe’ gaat in op de effecten, de opbrengsten en de resultaten die je wil bereiken. Ook gaat het ‘waartoe’ in op wie je wanneer vertelt dat je de resultaten hebt bereikt.
Wat speelt een rol?
Voor wie doen jullie dit? Wie ervaart de meerwaarde en hoe ziet deze er volgens hen uit?
De aanleiding. Wat is de aanleiding en wie heeft hier invloed op? Wat of wie bepaalt dat er hiermee aan de slag wordt gegaan?
De stip op de horizon. Welke ontwikkeling zet je in gang en hoe ziet dit eruit?
Intenties. Zijn de intenties bekend bij de betrokkenen en passen deze bij de stip op de horizon?
Fase 2: Hoe & werkwijze
Waar moet je allemaal rekening mee houden tijdens het traject? In deze fase ga je kijken naar verschillende factoren die een rol spelen en welke invloed je hiermee kunt uitoefenen. Op basis hiervan bepaal je waar je rekening mee moet houden bij de aanpak.
Om dit helder te krijgen, stellen jullie elkaar de volgende vragen:
• Welke kennis, inzichten, vaardigheden en gedrag vraagt jullie doel?
• Met welke belangrijke invloeden en factoren moeten jullie rekening houden?
• Wat werkt al en wat willen jullie anders inrichten?
Er zijn veel elementen waar je rekening mee kunt of moet houden bij een traject. Welke elementen zijn dit? Hoe breng je orde hierin? Hoe kies je de juiste werkvormen? En hoe zorg je voor de goede volgorde die bij jouw organisatie past?
We kijken hierbij naar 7 hoofdelementen: wie, wat, hoe, wanneer, waar, structuur en cultuur.
Wat staat voor de inhoud van hetgeen geleerd wordt. Is dit passend en juist voor diegenen die het betreft?
Dit speelt een rol:
Welke kennis, inzicht, vaardigheden en houding zijn nodig en passend? Dit draagt bij aan heldere verwachtingen.
Waar gaat de inhoud over? Gaat het over wat je doet (regels en protocollen), de manier waarop je deze uitvoert (hoe je werkt) of over identiteit en waarden (waarom je het doet)?
Hoe staat voor de invloed die het soort en mix van leeractiviteiten heeft op de mate waarin het geleerde succesvol wordt toegepast.
Dit speelt een rol:
Welke leeractiviteit of leeractiviteiten zijn er? Zo kun je kiezen tussen leren door te werken, leren door coaching en feedback of leren via trainingen en cursussen.
Waar staat voor de fysieke of niet-fysieke plaats waar er geleerd of veranderd wordt.
Dit speelt een rol:
Welke mogelijkheden zijn er? Denk aan de werkplek, een klaslokaal of online.
Wat is de invloed van de plaats waar je leert? De plaats waar je leert bepaalt bijvoorbeeld de mensen die je om je heen hebt waarmee of van wie je leert. En het is effectiever als je leert in de omgeving waar je het (direct) toepast.
Cultuur gaat over hoe jullie met elkaar omgaan binnen de organisatie en welke waarden en normen gangbaar bij jullie zijn.
Dit speelt een rol:
Heeft iedereen een even grote inbreng of stem?
Is het voorbeeldgedrag passend bij de gewenste ontwikkeling?
Ervaren alle betrokkenen voldoende vertrouwen, veiligheid, openheid en steun? Zonder dit kun je namelijk niet veilig experimenteren, fouten maken en blijvende motivatie ervaren.
De structuur is de manier waarop alle taken, beleid en afdelingen binnen een organisatie formeel zijn verdeeld en samenhangen. Zijn die voldoende en ondersteunend aan de gewenste verandering?
Dit speelt een rol:
Welke harde voorwaarden zijn er? Denk aan voldoende budget en tijd.
Zijn er voldoende heldere rollen, afspraken en verantwoordelijkheden om de methodische cyclus rond te maken die nodig is voor het traject?
Fase 3: Doen & blijven doen
In fase 3 gaan jullie daadwerkelijk jullie leer- en veranderaanpak kiezen en toepassen, met bijpassende interventies, werkvormen en methodes. Na het doorlopen van fase 1 & 2 weten jullie wat belangrijk is en wat er nodig is om te gaan ‘doen’ en vooral ook ‘te blijven doen’ en de aanpak hierop te ontwerpen.
Het helpt om hierbij na te denken over de volgende vragen:
Hoe zorgen jullie ervoor dat het methodische werken blijft doorgaan op een praktische manier? Hoe richten jullie dat in?
Wat doen jullie om te reflecteren en bij te sturen?
Wie bepaalt aan het einde van het traject ‘dat jullie er zijn’ en hoe doen jullie dit?
Hoe zorg je er tijdens het traject voor dat wat je doet bijdraagt hieraan en aan het waarom?
Leertips voor zorgmedewerkers in de ouderenzorg:
De voorbereiding van fase 1 en 2 is gedaan! Met de informatie en aandachtspunten hieruit kun je aan de slag met het kiezen van je veranderpad. Je kunt dit doen zoals je binnen de organisatie gewend bent, bijvoorbeeld met een plan van aanpak.
Ter inspiratie verwijzen je graag door naar een aantal toolboxen vol met werkvormen, methodes en aanpakken om aan de slag te gaan. Sommige toolboxen zijn algemeen en sommige op gericht op een specifiek thema.
Ga direct aan de slag!
In het kennisdossier methodisch werken van Waardigheid en trots vind je een infographic over methodisch werken, een animatievideo over het belang van methodisch werken en een inspiratiebox van organisaties die al methodisch werken. Ga naar het kennisdossier methodisch werken.
Technologie draagt bij aan meer zelfstandigheid, eigenwaarde en eigen regie voor mensen met een beperking. Daarvoor is het belangrijk dat de technologie écht een antwoord is op het vraagstuk van de cliënt. En dat medewerkers er goed mee kunnen werken. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Daar ondersteunt de Innovatie-Route je bij.
Hygiënisch werken zorgt ervoor dat je ziektes buiten de deur houdt. Dit heeft voor een deel met persoonlijke hygiëne te maken en voor een deel met een schone werkomgeving. In het kennisdossier hygiënisch werken en infectiepreventie vind je tips, tools en praktijkvoorbeelden op dit thema.
Steeds meer zorgorganisaties gaan aan de slag met Positieve Gezondheid. In het Spoorboekje Positieve Gezondheid leer je van organisaties die al op weg zijn met dit concept.