Markering van de palliatieve fase
Laatst bijgewerkt op: 11-09-2025
Als zorgteam markeer je samen met de arts dat de cliënt niet meer beter wordt. De focus van de zorg verschuift dan van genezen naar kwaliteit van leven en sterven. Dat geeft duidelijkheid: voor jou, de cliënt en de naasten.
Stel de vraag: ‘Wat kunnen we doen om het leven nú zo goed mogelijk te maken?’,in plaats van ‘Wat kunnen we nog doen om beter te worden?’
Waarom is markering belangrijk?
Door tijdig te markeren dat iemand in de palliatieve fase is gekomen, kun je de zorg beter afstemmen op wat er écht toe doet. Je kunt de cliënt en naasten stap voor stap begeleiden, voorkomen dat de zorg te laat van focus verandert, en ruimte maken voor goede communicatie en gezamenlijke besluitvorming.
Hoe herken je de palliatieve fase?
Als verzorgende of verpleegkundige ben jij vaak degene die veranderingen als eerste ziet. Let bijvoorbeeld op: toenemende achteruitgang, vaker complicaties of ziekenhuisopnames, gewichtsverlies, verminderde eetlust of veranderingen in stemming en zingeving. Zulke signalen bespreek je in het team en met de arts.
Een handig hulpmiddel is de surprise question: ‘Zou het mij verbazen als deze cliënt binnen 12 maanden overlijdt?’ Als het antwoord ’nee’ is, kan dat een teken zijn dat de palliatieve fase is begonnen of dat het goed is om dit te bespreken in het team.
De dubbele surprise question is een vervolgstap die je helpt verder vooruit te kijken: ’Zou het mij verbazen als deze cliënt over een jaar nog leeft?’
Naast je eigen observaties zijn er hulpmiddelen die houvast geven. Denk aan SPICT, signaleringskaarten voor specifieke ziekten of het Utrecht Symptoom Dagboek (USD-4D). Deze tools helpen je om gestructureerd te kijken en samen met het team op tijd de palliatieve fase te markeren.
PZNL
Hoe verschilt het ziektebeloop per cliënt?
De overgang naar de palliatieve fase is niet altijd duidelijk. Bij sommige ziekten gaat het geleidelijk, bij andere heel plotseling.
- Bij COPD en hartfalen wisselen periodes van verergering en herstel elkaar af, waardoor overlijden onverwacht kan komen.
- Bij dementie en kwetsbaarheid is er vaak een langdurige achteruitgang.
- Bij kanker kan er soms een snelle verslechtering zijn, maar ook onverwachte tijdelijke verbeteringen.
Daarom is het belangrijk om de situatie regelmatig opnieuw te beoordelen en signalen te delen.
Wat mogen cliënt en naasten van mij verwachten?
- Dat jij alert bent op signalen van achteruitgang.
- Dat je de (dubbele) surprise question overweegt bij twijfel.
- Dat je signalen bespreekt in het team en met de arts.
- Dat je oog hebt voor waarden, wensen en behoeften.
- Dat je helpt om tijdig te starten met passende palliatieve zorg.