Levenseindebeslissingen
Laatst bijgewerkt op: 11-09-2025
Levenseindebeslissingen zijn keuzes over welke medische behandelingen nog wel of niet meer worden ingezet in de laatste fase van het leven. Het gaat dan niet om beter worden, maar om wel of geen ingrijpende medische handelingen die het sterven kunnen uitstellen. Voorbeelden zijn reanimatie, opname in het ziekenhuis of intensive care, en kunstmatige beademing.
Waarom is dit belangrijk?
Door tijdig te praten over deze beslissingen, weet iedereen wat de cliënt wil. Dat geeft duidelijkheid en voorkomt onrust of behandelingen die niet meer passen bij de situatie. Voor naasten is het vaak een steun om te weten dat er al afspraken zijn gemaakt.
Wat is jouw rol als zorgverlener?
Als verzorgende of verpleegkundige heb je een belangrijke rol. Jij bent dichtbij de cliënt en naasten, hoort vragen en twijfels en merkt vaak als eerste dat het gesprek over dit soort keuzes nodig is. Je voert zelf niet altijd het besluitvormende gesprek, maar je kunt wel signaleren, bespreekbaar maken en doorverwijzen naar de arts of een collega die het gesprek verder voert.
Behandelwensen en behandelgrenzen
Reanimatie
Reanimatie betekent het hart en de ademhaling proberen te herstellen met borstcompressies en beademing. In de laatste levensfase leidt dit zelden tot herstel en vaak tot extra lijden.
Kunstmatige invasieve beademing
Bij kunstmatige beademing neemt een machine de ademhaling over via een buis in de luchtpijp. In de stervensfase is dit meestal zwaar en belastend en verlengt het vaak alleen het proces van sterven.
Opname op de intensive care
Op de intensive care worden levensverlengende behandelingen gegeven, zoals beademing, medicatie en intensieve bewaking. Voor mensen in de laatste fase betekent dit vaak veel belasting en weinig kwaliteit van leven.
Opname in het ziekenhuis
Een ziekenhuisopname kan behandelingen mogelijk maken, maar brengt vaak ook onderzoeken, transport en onrust met zich mee. Voor veel mensen in de stervensfase past dit niet meer bij hun wensen.
Antibiotica en bloedproducten
Soms wordt besloten om geen antibiotica of bloedtransfusies meer te geven, omdat deze behandelingen de levensduur verlengen zonder dat de kwaliteit van leven nog verbetert.
ICD en andere medische hulpmiddelen
Een Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) kan schokken geven bij hartritmestoornissen. In de laatste fase kan dit erg belastend zijn. Daarom wordt vaak besproken of de ICD uitgezet moet worden.
Euthanasie
Sommige cliënten hebben eerder hun standpunt over euthanasie vastgelegd. Dit wordt meegenomen bij de gesprekken over het levenseinde.
Orgaandonatie
In het donorregister kan zijn vastgelegd of iemand organen of weefsel wil doneren na het overlijden.
Gewenste plek van overlijden
Veel mensen hebben een voorkeur voor de plek waar ze willen sterven, bijvoorbeeld thuis, in een hospice of in het verpleeghuis.
Culturele, religieuze en persoonlijke wensen
Naast medische beslissingen spelen vaak ook persoonlijke waarden een rol. Denk aan religieuze rituelen, familiegewoonten of andere wensen die belangrijk zijn in de laatste levensfase.
Wat mogen cliënt en naasten van mij verwachten?
- Dat je openstaat voor hun vragen en zorgen.
- Dat je in begrijpelijke taal uitleg geeft over behandelingen in de laatste fase.
- Dat je luistert naar hun wensen en die doorgeeft in het team.
- Dat je steun biedt in het gesprek met de arts of verpleegkundig specialist.
- Dat afspraken goed worden vastgelegd en terug te vinden zijn.
- Dat hun waarden, wensen en behoeften leidend zijn in de keuzes rond het levenseinde.