Monitoring chronisch zieken
Mensen met een chronische aandoening zijn vaak aangewezen op structurele controles van bepaalde lichaamswaardes. Veranderingen hierin kunnen een signaal zijn voor complicaties, waarop actie moet worden ondernomen. Dankzij verschillende technologieën kan een cliënt in veel gevallen dit monitoren ook zelf doen.
Dankzij verschillende technologieën in de vorm van sensoren, is het voor een cliënt mogelijk om lichaamswaarden zoals bloedglucose, gewicht of saturatie zelf te monitoren. Er zijn hierdoor minder zorgmomenten nodig. De cliënt krijgt zo meer eigen regie. En door de verminderde reistijd hebben zorgmedewerkers meer tijd om andere cliënten te helpen.
Wat is monitoring chronisch zieken?
Het monitoren van chronische aandoeningen door de cliënt zelf gebeurt veelal in de vorm van een permanente sensor in of op het lichaam van de cliënt. Ook zijn er meters die alleen tijdens meetmomenten gebruikt worden. Een andere mogelijkheid is het monitoren van de prestaties van bijvoorbeeld een geïmplanteerde defibrillator, en daarmee de conditie van de cliënt. Het type sensor bepaalt de nauwkeurigheid van de meting, kosten en eventuele extra functies zoals het voorspellen van lichaamswaardes.
Doelgroep
Zelfmonitoring is geschikt voor mensen met een chronische aandoening, zoals diabetes mellitus, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en COPD. Het is met name bedoeld voor cliënten die ondersteuning nodig hebben bij het managen van hun aandoening, of hinder ondervinden van de structurele metingen.
Gebruik en gebruiksgemak
Een voorbeeld van monitoring is de glucosesensor. Een medewerker brengt deze elke twee weken aan op de arm van de cliënt. De sensor meet elke minuut het glucosegehalte in het bloed en slaat deze voor 8 uur op. Cliënten ervaren minder lichamelijk ongemak, omdat vingerprikken om het glucosegehalte te meten niet meer nodig is. Door de continue monitoring van de glucosewaarde is het mogelijk om medicatie beter in te regelen, waardoor het ziektebeeld stabiliseert en hypo- of hyperglycaemieën worden voorkomen.
Voor het plaatsen van de sensor zijn geen specifieke vaardigheden nodig. Het uitlezen van de sensor vraagt van cliënten of medewerkers dat ze kunnen omgaan met een applicatie op een smartphone of een reader. Deze smartphone of reader wordt voor de sensor gehouden om de gegevens uit te lezen.
Delen van gegevens
De gegevens kunnen vaak automatisch gedeeld worden met de zorgmedewerkers. De sensor of meter is dan verbonden met de telefoon van de gebruiker of een andere ontvanger, zoals een tablet of een hiervoor bestemde reader. Afhankelijk van het product kunnen gegevens ook automatisch worden gedeeld met het dossier van de cliënt.
Wet zorg en dwang (Wzd)
Als deze technologie wordt toegepast bij mensen met dementie is de Wzd niet van toepassing, omdat er geen sprake is van toezicht op de cliënt.
Medisch hulpmiddel
Monitoring van een chronische ziekte is een medische toepassing. De producten hiervoor zijn daarom medische hulpmiddelen, in de zin van de Medical Device Regulation. Deze vergoedt de zorgverzekeraar onder de regeling Hulpmiddelen. Producten op deze markt hebben daarom een zwaardere CE-certificering. Lees meer over Medical Device Regulation.