Naar hoofdinhoud Naar footer

Zorg en dwangSamenvatting: Test je kennis over zorg en dwang

Gepubliceerd op: 18-03-2024

De nieuwe Wet zorg en dwang gaat op 1 januari 2020 in. Het doel van deze nieuwe wet is dat onvrijwillige zorg bij mensen met dementie of een verstandelijke beperking zo veel mogelijk wordt voorkomen. Je vindt hier een samenvatting van de test op Zorg voor Beter.

1. De ingangsdatum van de Wet zorg en dwang is gepland op 1 januari 2020. 

2020 is een overgangsjaar. De minister heeft in een brief van 5 juli aangegeven hoe hij het overgangsjaar wil invullen.

2. Onvrijwillige zorg is volgens de wet: zorg waartegen de cliënt (of vertegenwoordiger) zich verzet

Verzet is het belangrijkste element uit de Wet zorg en dwang om te bepalen of iets onvrijwillige zorg is; dit is zorg waartegen een cliënt met dementie of met een verstandelijke beperking (of de vertegenwoordiger) zich verzet. Verzet van een cliënt kan verbaal of non-verbaal worden geuit. Dit betekent dat de zorgverlener de cliënt goed moet kennen om te kunnen zien of een cliënt iets wel of niet wil.

3. De Wet zorg en dwang is alleen van toepassing op cliënten met een gediagnosticeerde psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke beperking.

Als er geen psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) is vastgesteld, mogen er geen maatregelen genomen worden die de cliënt niet wil. De diagnose kan zijn vastgesteld door een ter zake deskundige arts of door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) die een indicatiebesluit heeft genomen voor cliënten die aanspraak kunnen maken op zorg die valt onder de Wet langdurende zorg.

4. Onbegrepen gedrag, ofwel probleemgedrag, ontstaat niet alleen door psychische problemen

Onbegrepen gedrag kan door veel dingen veroorzaakt worden. We noemen er een paar:

  • Fysieke factoren: pijn, blaasontsteking, obstipatie, slikproblemen
  • Psychische factoren: psychose, angststoornissen, wanen, slaapproblemen
  • Omgevingsfactoren: gedrag van medebewoners, bouwkundige beperkingen (bv weinig bewegingsruimte, geen binnentuin), onrustige omgeving, bejegening

5. Volgens de Wet zorg en dwang mag je onvrijwillige zorg toepassen bij mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) of een verstandelijke beperking als er sprake is van ‘ernstig nadeel’ en er geen vrijwillige alternatieven te vinden zijn.

Onder ‘ernstig nadeel’ wordt het volgende verstaan:

  • de cliënt brengt zichzelf of anderen in levensgevaar,
  • de cliënt brengt ernstig lichamelijk letsel toe,
  • de cliënt brengt ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade toe,
  • verwaarlozing of ‘maatschappelijk teloorgang van de cliënt of andere;
  • de veiligheid van de cliënt wordt bedreigd;
  • cliënt roept met hinderlijk gedrag agressie van anderen op;
  • de algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.

6. Bij het toepassen van onvrijwillige zorg moet je voortaan een stappenplan doorlopen. Wat is de kern van het stappenplan?

De Wet zorg en dwang gaat uit van een getrapt zorgmodel. Als het niet lukt om een vrijwillig alternatief te vinden, moet de zorgorganisatie een stappenplan doorlopen. Hierbij wordt de situatie goed geanalyseerd en worden mogelijke alternatieven in een multidisciplinair team bekeken. Het doel van het stappenplan is een zorgvuldige afweging en het voorkomen van onvrijwillige zorg. In het stappenplan zoeken zorgmedewerkers steeds naar alternatieve en minder ingrijpende maatregelen. Onvrijwillige zorg moet altijd vastgelegd worden in het zorg- of ondersteuningsplan.

7. Het stappenplan moet (bij een wilsonbekwame cliënt) altijd doorlopen worden bij 1) het toedienen van gedragsmedicatie buiten de richtlijn, 2) beperking van bewegingsvrijheid, en 3) insluiting. Dus ook als de cliëntvertegenwoordiger van de wilsonbekwame cliënt het eens is met de zorg.

Deze drie vormen van zorg worden zó ingrijpend gevonden, dat instemming van de cliëntvertegenwoordiger, bij een wilsonbekwame cliënt, niet voldoende is.

In de Wet zorg en dwang worden 9 categorieën van (mogelijk onvrijwillige) zorg genoemd:

  1. Toedienen van gedragsmedicatie buiten de richtlijn
  2. Beperking van bewegingsvrijheid
  3. Insluiting
  4. Toezicht
  5. Onderzoek aan kleding of lichaam
  6. Onderzoek van woning op drank, drugs, gevaarlijke voorwerpen
  7. Controle op drugs
  8. Beperking van vrijheid het eigen leven in te richten
  9. Beperking op ontvangen van bezoek

Het ‘toedienen van gedragsmedicatie buiten de richtlijn’ betekent het toedienen van gedragsmedicatie zonder passende indicatie, effectevaluatie en tijdsduur inzet. In de wet wordt hierbij verwezen naar de Richtlijn Probleemgedrag bij mensen met dementie (Verenso, 2018).

8. Psychofarmaca is soms wel en soms niet onvrijwillige zorg.

Psychofarmaca zijn medicijnen die invloed hebben op het gedrag van mensen, en worden bijvoorbeeld gebruikt om mensen iets rustiger te maken of te kalmeren.

Psychofarmaca is onvrijwillige zorg indien een cliënt of vertegenwoordiger zich verzet.

Verzet is het belangrijkste element uit de Wet zorg en dwang om te bepalen of iets onvrijwillige zorg is. Dit is zorg waartegen een cliënt met dementie of met een verstandelijke beperking (of de vertegenwoordiger) zich verzet. Verzet van een cliënt kan verbaal of non-verbaal worden geuit. Dit betekent dat de zorgverlener de cliënt goed moet kennen om te kunnen zien of een cliënt iets wel of niet wil.

Psychofarmaca is geen onvrijwillige zorg, indien een cliënt of vertegenwoordiger zich niet verzet.

Belangrijk hierbij is dat het stappenplan altijd gevolgd moet worden bij het toedienen van gedragsmedicatie die buiten de richtlijn is voorgeschreven, bij wilsonbekwame cliënten. Deze vorm van zorg wordt zó ingrijpend gevonden, dat instemming van de cliëntvertegenwoordiger bij wilsonbekwame cliënten niet voldoende is. Ook als de wilsonbekwame cliënt of zijn vertegenwoordiger instemt met deze maatregelen, moet toch het stappenplan worden gevolgd.

Het ‘toedienen van gedragsmedicatie buiten de richtlijn’ betekent het toedienen van gedragsmedicatie zonder onderliggende diagnose. In de wet wordt hierbij verwezen naar de Richtlijn Probleemgedrag bij mensen met dementie (Verenso, 2018).

9. Een nieuwe maatregel van onvrijwillige zorg moet in eerste instantie na 3 maanden, en daarna 6 maanden, geëvalueerd worden

Twee andere situaties zijn:

  • Bij een maatregel ter overbrugging van een noodsituatie moet zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 2 weken, geëvalueerd worden of deze maatregel al dan niet moet worden voortgezet.
  • Als de onvrijwillige zorg na het doorlopen van het stappenplan definitief is, dan moet het elke 6 maanden, tijdens de reguliere zorgplanbesprekingen, worden geëvalueerd.

10. Registratie van onvrijwillige zorg is nodig om verantwoording af te leggen én om de maatregel te kunnen evalueren.

Onvrijwillige zorg moet worden vastgelegd in het zorg/ondersteuningsplan én geregistreerd in een systeem. Rapporteer niet alleen de maatregel zelf, maar beschrijf ook de reden voor de toepassing en welke alternatieven zijn overwogen of uitgeprobeerd.

Dit is niet alleen bedoeld om verantwoording af te leggen, maar ook om terug te kunnen kijken. Het komt namelijk nog te vaak voor dat maatregelen worden toegepast zonder dat iemand nog weet waarom. Bijvoorbeeld doordat er veel personeelswisselingen zijn geweest. Zorgmedewerkers moeten weten waarom ze onvrijwillige zorg toepassen, zodat ze ook kunnen toetsen of dat nog steeds nodig is.

Meer informatie

Download de samenvatting van de test onderaan deze pagina om eventueel te printen. Meer informatie over Wet zorg en dwang vind je op de website van VWS: Dwangindezorg.nl.

Downloads