Naar hoofdinhoud Naar footer

HuidletselAnamnese (intake) bij huidletsel

Een anamnese is wat een patiënt met betrekking tot de voorgeschiedenis en relevante omstandigheden van zijn ziekte of aandoening aan een zorgverlener kan vertellen. Betrek waar mogelijk ook de mantelzorger bij de anamnese. Zij kunnen vaak aanvullende informatie geven.

De anamnese gericht op (dreigend) huidletsel maakt altijd deel uit van de totale anamnese bij de cliënt en kent de volgende stappen: 

Informatie verzamelen 

Verzamel informatie over: 

  • risicofactoren voor huidletsel, zoals voedingstoestand, bloeddoorstroming, conditie van de huid, gevorderde leeftijd, medicatie 
  • ziektegeschiedenis 
  • aanwezige kennis over decubitus 
  • motivatie van de cliënt 
  • behoeften van de cliënt 
  • aanwezigheid mantelzorg 
  • belevingsaspecten bij decubitus, zoals pijn, afhankelijkheid en sociaal isolement 
  • al aanwezig huidletsel 

ALTIS methode 

Gebruik bij huidletsel een wondanamnese volgens de ALTIS methode (Aard, Lokalisatie, Tijdsduur, Intensiteit en Samenhang) Deze dient ervoor om klachten bij wonden steeds op dezelfde manier te beoordelen. 

  • Aard: 
    • Hoe is de wond ontstaan: door druk en schuifkrachten (= decubitus), door feces of urine (letsel door incontinentie) of door contact van huid op huid (smetten)? 
    • Wat voor soort wond is het? 
    • Doet de wond pijn en hoe voelt de pijn aan? 
  • Lokalisatie van de wond en de pijn: waar zit de wond en waar doet het pijn? 
  • Tijdsduur: sinds wanneer is er sprake van huidletsel? 
  • Intensiteit: ernst van het letsel: bij decubitus - welke categorie is het? 
  • Samenhang 
    • Beloop van de klachten: zijn de klachten of de wond erger geworden sinds het ontstaan? 
    • Wat is er aan gedaan? 
    • Begeleidende verschijnselen: bijv. koorts, jeuk, eczeem, enzovoort. 
    • Uitlokkende en verergerende factoren: verminderde mobiliteit, allergische reacties, enzovoort. 
    • Verzachtende factoren: wat kan de cliënt zelf tegen de pijn doen, tijdstippen waarop de pijn minder is enzovoort. 

TIME-model 

Leg de informatie over de wond vast met behulp van het TIME-model. 

  • Tissue: hoe ziet de wond er uit? Is de wond rood, geel of zwart. 
  • Infection: is er sprake van een infectie? 
  • Moisture: is de wond droog, vochtig of nat? 
  • Edge: hoe zien de wondranden er uit? Verweekt, droog, rafelig, glad? 

Verzamel regelmatig gegevens over de situatie van het huidletsel. Indien de wond niet verbetert: minstens elke twee weken. Lees meer over het TIME-model op deze pagina.  

Stel je vraag aan:

Deel deze pagina via: