Stel je vraag aan
onze AI-assistent
Naar hoofdinhoud Naar footer

HuidletselBehandelen van decubitus categorie 3

Laatst bijgewerkt op: 24-09-2024

Decubitus categorie 3 herken je aan het zien van onderhuids vet en het verdwijnen van de hele huidlaag. De decubituswond kan ondiep of erg diep zijn. De decubitus kan zich uitstrekken tot in het bindweefsel. Botten, pezen en spieren zijn niet te zien of te voelen.

Plaatsen met geen tot weinig vetweefsel hebben een oppervlakkige wond. Zoals de neusbrug, de oren, het achterhoofd en de enkels. Op plaatsen met veel vetweefsel kan de wond juist veel dieper zijn. Zoals de billen.

In de wond kan wondbeslag (geel of zwart weefsel), ondermijning of ondertunneling aanwezig zijn. Bij ondertunneling is er sprake van een gang(etje) onder de huid door. De wond is dan groter dan je kunt zien.

Beoogd resultaat

  • Wond heeft zich niet verder uitgebreid.
  • Omliggende huid is niet verweekt.
  • Wond is gereinigd van overtollig vocht en/of geel beslag en/of pus.
  • Decubitus is verdwenen.

Interventies

  • Informeer cliënt en de mantelzorger over huidige situatie en tekenen van verbetering of verslechtering.  Leg uit wat de cliënt zelf kan doen.
  • Zoek de oorzaak van de decubitus door te kijken naar de plaats van decubitus, het mobiliteitsschema, het voedingspatroon, incontinentie en de ziektegeschiedenis.
  • Pas bij mogelijke risicofactoren preventieve maatregelen toe of breid deze uit.
  • Controleer minimaal dagelijks de drukplekken en binnen 8 uur na opname.
  • Spoel de wond schoon; bijvoorbeeld onder de douche met kraanwater of fysiologisch zout.
  • Bescherm omliggende huid tegen verweking, bijvoorbeeld met zinkolie. Verwijder zalfresten bij verbandwisseling met een zoete olie.
  • Behandel de decubituswond volgens het WCS-model en TIME-model en wondbehandelingsproducten.
  • Dek de decubituswond af: 
    • Bij droge wonden met een niet-verklevend verband, hydrogel of hydrocolloïd.
    • Bij natte wonden met absorberende materialen zoals alginaat, hydrofiber en schuimverband.
  • Bekijk of pijnmedicatie nodig is.

De frequentie van verbandwisselingen is afhankelijk van het wondverband en de mate van vochtverlies uit de wond. Zorg altijd voor het juiste vochtige wondmilieu. 

Bronnen

Agenda

Er zijn geen agenda-items gevonden