Behandelen van decubitus categorie 2
Decubitus categorie 2 herken je aan het gedeeltelijk verlies van een laag van de lederhuid, waardoor een oppervlakkige open wond zichtbaar wordt met een rood-roze wondbodem, zonder wondbeslag. Het kan er ook uitzien als een intacte, open of gescheurde blaar, gevuld met vocht of met serum en bloed.
Decubitus categorie 2 ziet eruit als een glimmende of droge oppervlakkige wond zonder wondbeslag of kneuzing. Deze categorie moet niet gebruikt worden om skin tears (huidscheurtjes/wondjes), kleefpleisterletsel, incontinentie gerelateerde dermatitis (door urine of feces), maceratie (verweekte huid door vocht) of schaafwonden te beschrijven.
Beoogd resultaat
- Wond is niet geïnfecteerd.
- Omliggende huid is niet verweekt.
- Blaarvorming heeft zich niet uitgebreid.
- Huid heeft zich hersteld.
Interventies
- Informeer de cliënt en mantelzorger over de huidige situatie en verschijnselen van verbetering of verslechtering.
- Zoek de oorzaak van de decubitus door te kijken naar de plaats, het mobiliteitsschema, het voedingspatroon en de onderliggende pathologie, en hef deze zoveel mogelijk op.
- Pas bij mogelijke risicofactoren preventieve maatregelen toe of breid deze uit.
- Bescherm de omliggende huid tegen verweking, bijvoorbeeld met zinkolie.
- Verwijder de blaarresten.
- Verwijder zalfresten bij verbandwisseling met een zoete olie.
- Dek de blaar of ontvelde huid af:
- bij een droge wond met:
- vetzalfgazen, afgedekt met non-woven gazen of met absorberende gaaskompressen. Verwissel het verband minimaal 1 x daags.
- siliconenverband, afgedekt met non-woven of met absorberende gaaskompressen. Verwissel het verband eens per 2 tot 7 dagen.
- hydrocolloïd. Verwissel het verband eens per 2 tot 7 dagen.
- bij een exsudatieve wond met:
- hydrofiber, afgedekt met absorberende gaaskompressen. Verwissel het verband om de 1-8 dagen, de kompressen vaker om de hydrofiber te controleren.
- schuimverband. Verwissel het verband eens per 2 à 3 dagen.
- bij een droge wond met:
- Fixeer het gebruikte materiaal met een folie of absorberend verband, afhankelijk van de vochtigheid van de wond.
De frequentie van verbandwisselingen is afhankelijk van de mate van vochtverlies uit de wond. Zorg altijd voor het juiste vochtige wondmilieu.
Bronnen
Deel deze pagina via:
