Toon zoekbalkToon menu

Kennisplein voor verpleging, verzorging, zorg thuis en eerste lijn
Dementie

Somberheid en depressie bij dementie

Een op de vijf mensen met dementie hebben last van een depressie. Het vinden en behandelen van een depressie is erg belangrijk. Toch worden symptomen van een depressie vaak niet opgemerkt. Dit omdat ze kunnen lijken op die van dementie. Wanneer je denkt dat een persoon een depressie heeft is het goed om een huisarts of verpleeghuisarts in te schakelen. Hoe herken je een depressie bij mensen met dementie en hoe ga je ermee om?

Bij mensen met dementie komt depressief gedrag en somberheid regelmatig voor. Zo’n 40 tot 50 procent van de mensen met dementie vertoont wel eens depressief gedrag (bron: Verenso 2018). Pas als het depressieve gedrag voor het grootste deel van de dag aanwezig is voor een periode van minimaal twee weken spreken we van een depressieve stoornis. Een depressieve stoornis komt voor bij ongeveer 20 procent van de mensen met dementie. 

Een depressie vermindert de kwaliteit van leven en heeft een negatieve invloed op de gezondheid en het algeheel functioneren van de persoon met dementie. Ook kan het lastig zijn voor familie, vrienden en betrokken hulpverleners. Zij kunnen moeite ervaren om een persoon met dementie te stimuleren tot eten en drinken, dagelijkse verzorging, beweging en activiteiten.

Hoe herken je een depressie bij dementie?

Depressief gedrag zoals traagheid, energieverlies en concentratieverlies, overlappen met de symptomen van dementie. Ook kunnen lichamelijke klachten meer op de voorgrond staan. Daarom is het lastig om een depressie bij iemand met dementie te herkennen. Helemaal naarmate iemand verder in zijn dementieproces zit. Voorbeelden van depressief gedrag bij mensen met dementie zijn: 

  • Snel geïrriteerd  
  • Verdrietig, somber
  • Verstoring van eetlust (afvallen) 
  • Verstoring van slaap
  • Terugtrekken of sociaal isoleren 
  • Geen interesse/plezier meer hebben in activiteiten 

Somberheid of een depressie?

Af en toe somber zijn of depressief gedrag vertonen hoort bij het leven. Soms is er een aanwijsbare oorzaak waardoor mensen zich een periode somber of depressief voelen, zoals het seizoen (herfst of winter), een sterfdag of met bepaalde feestdagen zoals kerstmis. Op zulke momenten is een luisterend oor belangrijk zodat mensen de gevoelens van somberheid en verdriet kunnen uitspreken en delen. Als het depressieve gedrag langere tijd aanhoudt is het zinvol om te onderzoeken of er sprake is van een depressie. 

Onbegrepen gedrag

Depressief gedrag kan ook een vorm zijn van onbegrepen gedrag bij mensen met dementie. Onbegrepen gedrag komt vooral voor als mensen met dementie zich niet meer goed verbaal kunnen uiten. Het is bij verdenking van een depressie dus belangrijk om andere oorzaken uit te sluiten. Is er inderdaad sprake van een depressie of wil iemand niet meer eten omdat zijn kunstgebit pijn doet? Of is iemand rusteloos omdat hij zijn nieuwe kamer niet herkent?

Depressieve symptomen bij mensen met dementie lijken op symptomen van andere aandoeningen dus onderzoek goed wat er aan de hand is. 

Wat kan ik als zorgverlener doen?

Het is belangrijk tijdig de signalen van depressie bij dementie te herkennen en hier actie op te ondernemen. Er zijn drie fasen te onderscheiden: opsporen, behandelen, en monitoren. In iedere fase hebben de zorgmedewerkers en specialisten hun eigen taak (bron: UKON Doen bij Depressie).

Opsporen

Zorgmedewerkers spelen een belangrijke rol bij het opsporen van een depressie. Ga bij verdenking het gesprek aan met de persoon met dementie, hun naasten en de huisarts of verpleegarts. Bij mensen met dementie is het lastiger om een diagnose te stellen omdat zij niet altijd goed kunnen aangeven wat zij ervaren. Er bestaan verschillende instrumenten om depressie bij mensen met dementie vast te stellen.

  • De Neuropsychiatrische Vragenlijst is ontwikkeld om onder andere depressie bij mensen met dementie na te gaan (vragen worden in een interview aan een naaste van de persoon met dementie gesteld).
  • Korte screeningslijst van 5 vragen, de NORD. Als 2 of meer vragen met 'ja' worden beantwoord is er mogelijk sprake van een depressie (Leontjevas et al. 2012).
  • Geriatric Depression scale (GDS-8) is een scoringsinstrument om de aanwezigheid van bepaalde kenmerken van depressie te beoordelen.   
  • PDC-dAD is een diagnostische checklist voor mensen met dementie waarmee je bepaalt of de symptomen van een depressie voorkomen.
  • Cornell Schaal voor Depressie bij Dementie (CSDD).

Een overzicht van algemene screeningsinstrumenten om depressie bij ouderen vast te stellen vind je in het thema Depressie.

Behandelen

Als een diagnose depressie is gesteld door de psycholoog of specialist kan gekeken worden naar een geschikte behandeling. De behandeling kan bestaan uit basisinterventies, behandeling door een psycholoog en/of medicatie.

1. Basisinterventies

Basisinterventies zijn erop gericht om het dag- of nachtritme te herstellen en sociale isolatie te verminderen. Hierbij kan gedacht worden aan meer structuur geven aan een dag, meer beweging, meer blootstelling aan daglicht (zie dit artikel voor de positieve effecten van lichttherapie bij dementie) en meer sociale contacten. Stel een activerend programma op dat aansluit bij de voorkeuren en huidige mogelijkheden van de persoon met dementie. Je kunt hierbij denken aan activiteiten of bewegingsprogramma’s.

Daarnaast kan de Plezierige Activiteiten Methode worden toegepast. Deze effectief bewezen methode is speciaal ontwikkeld voor verzorgenden en erop gericht om te ontdekken wat mensen met dementie nog wél kunnen, waar ze plezier aan beleven, en waardoor ze zicht nuttig en waardevol voelen. Voorbeelden zijn:

  • Iemand laten meehelpen met koken.
  • Iemand een stukje tuin geven om in te schoffelen en onkruid wieden.
  • Regelmatig gaan wandelen.
  • Mensen zelf laten koffiezetten, tafeldekken of schoonmaken.

Bekijk hier het handboek voor de Plezierige Activiteiten Methode.  

In deze video geeft een ergotherapeut een aantal voorbeelden van activiteiten die verpleeghuisbewoners kunnen doen om zich meer betekenisvol te voelen. 

https://www.youtube.com/watch?v=Re9_nkUOYqY

Zie voor meer voorbeelden ook de pagina Positieve gezondheid en Betekenisvol leven.

2. Behandeling door een psycholoog

Als een psycholoog of arts en depressie heeft vastgesteld kan bij mensen met lichte tot matige dementie cognitieve gedragstherapie een uitkomst bieden. In de volgende video vertelt een zorgmedewerker hoe een persoon met dementie zich beter voelde na behandeling door een psycholoog.

https://www.youtube.com/watch?v=T9mjLOZP-sc

Bij mensen in een ver gevorderd stadium van dementie is meditieve cognitieve gedragstherapie mogelijk (bron: UKON).

3. Medicatie

Medicatiegebruik kan aangepast worden in samenspraak met een huisarts of verpleegarts. De richtlijn van Verenso (2018) geeft de volgende aanbevelingen met betrekking tot medicatie:

  • Gebruik geen antidepressiva of andere psychofarmaca voor depressief gedrag van lichte tot matige ernst bij mensen met dementie. Start met een behandeling zonder medicijnen. 
  • Overweeg alleen bij depressief gedrag in het kader van een ernstige depressie met grote lijdensdruk een behandeling met een antidepressivum. Mocht dit niet werken, overleg dan met een ouderenpsychiater.  

Meer informatie

  • Meer informatie over de behandeling van somberheid en depressie bij mensen met dementie is te vinden op de website van Verenso.
  • Op Dementie.nl vind je ook een overzicht met tips over hoe om te gaan met somberheid en depressie bij mensen met dementie. Deze tips zijn voor naasten, maar gelden ook zeker voor professionals.
  • Lees meer over erkende interventies bij depressies.

Bronnen

Reageer op deze pagina

Wil je reageren op Zorg voor Beter? Lees dan eerst de spelregels door.