Infectiepreventie
Laatst bijgewerkt op: 09-07-2024
Een goede hygiëne en schoon werken is belangrijk om infecties te voorkomen, want juist ouderen zijn hier extra kwetsbaar voor. Om jou als zorgmedewerker verder te helpen, delen we in dit thema informatie én handige tips en tools over infectiepreventie.
Bij kwetsbare mensen extra belangrijk
Infectiepreventie is van belang om besmetting met ziekmakende micro-organismen te voorkomen. Het is extra belangrijk als je te maken hebt met kwetsbare mensen zoals ouderen, kleine kinderen, of zieken. Virussen, bacteriën, parasieten en schimmels waar jij als gezond persoon nauwelijks hinder van ondervindt of waarvan je hooguit een paar dagen ziek bent, kunnen voor kwetsbare mensen ernstige en soms zelfs fatale gevolgen hebben. Dit komt omdat de afweer van deze groepen minder is dan bij gezonde mensen. Het immuunsysteem functioneert minder naarmate men ouder wordt. Daarmee worden ouderen gevoeliger voor infecties, bijvoorbeeld luchtweg- en blaasinfecties.
Nieuwsbrief Infectiepreventie
Laat je inspireren en ontvang periodiek het laatste nieuws, praktische tools, verhalen uit de praktijk en interessante bijeenkomsten over infectiepreventie in je mail. Meld je aan voor de Infectiepreventie-update.
Besmettingswegen
Een besmetting kan op verschillende manieren gebeuren. De meest voorkomende besmettingswegen zijn:
- Via direct contact. Door bijvoorbeeld met je handen besmet materiaal aan te raken. Denk aan direct contact tussen cliënt en medewerker bij het wassen op bed.
- Door de lucht. Hoesten, bijvoorbeeld door een cliënt, verspreidt micro-organismen in kleine vochtdruppeltjes in de lucht.
- Via een voorwerp. Denk aan deurklinken, telefoons, verpleegmaterialen die besmet zijn met micro-organismen. Deze pik je dan op met je handen als je deze materialen aanraakt.
- Via voedsel. Verspreiding van ziekmakende micro-organismen in voeding komt tot uiting in voedselinfecties.
- Via een insect of ander dier. Deze kunnen allerlei micro-organismen meenemen en elders achterlaten, bijvoorbeeld aan hun pootjes.
Er zijn micro-organismen die niet één, maar meerdere besmettingswegen hebben (bijvoorbeeld via de lucht én via bloed).
Bron: Inspectie SZW
Makkelijke verspreiding van ziektekiemen
In verpleeg- en verzorgingshuizen en in de gehandicaptenzorg wonen en werken mensen dicht op elkaar waardoor ze elkaar gemakkelijk kunnen besmetten. Bovendien ga je als zorgverlener van de ene naar de andere cliënt en kun je zo makkelijk ziektekiemen overbrengen. Alertheid en het nemen van de juiste maatregelen maken de kans op besmetting zo klein mogelijk. Volg de professionele standaarden dus op!
Doe mee aan Samen werken aan infectiepreventie
Wil je aan de slag met het verbeteren van hygiënisch werken en het voorkomen van infecties? Het programma ‘Samen werken aan infectiepreventie’ ondersteunt jouw organisatie daar graag bij. Gedragsverandering en samenwerking staan in de aanpak centraal. Heb je interesse? Lees meer over het programma op de website van Vilans.
Meer bacteriën resistent tegen antibiotica
Wereldwijd worden steeds meer bacteriën ongevoelig voor antibiotica. Dit heet 'antibioticaresistentie'. Infecties zijn hierdoor steeds minder eenvoudig te bestrijden en vormen een steeds grotere bedreiging voor cliënten. Daarbij komt dat zorg steeds meer door verschillende zorgaanbieders geleverd wordt. Dat maakt de kans op verspreiding van een ziekmakend micro-organisme groter. Als zorgmedewerker heb je een belangrijke verantwoordelijkheid in het voorkomen van de verspreiding van infecties. Hygiënisch werken is daarbij noodzakelijk.
Besmetting en infecties
Een besmetting en een infectie zijn niet hetzelfde:
- Een besmetting wil zeggen: het overbrengen van micro-organismen van de ene naar de andere plaats. Een besmetting kan bij iemand met onvoldoende afweer uitmonden in een infectie.
- Een infectie is het gevolg van een besmetting. Hierbij vermeerderen de micro-organismen zich en veroorzaken zij een afweerreactie van het lichaam, zoals warmte, roodheid en pijn. Het al dan niet ontstaan van een infectie na besmetting is van een aantal factoren afhankelijk:
- Weerstand van de persoon.
- Het aantal micro-organismen waarmee besmet is.
- Het ziekmakend vermogen van het betreffende micro-organisme. Dit heet ook wel virulentie.