Naar hoofdinhoud Naar footer

Wat is antibioticaresistentie?

Laatst bijgewerkt op: 16-04-2024

Antibiotica zijn geneesmiddelen die je gebruikt voor een infectie door bacteriën. Maar gebruik je antibiotica te vaak, dan kunnen bacteriën er ongevoelig (resistent) voor worden. Het geneesmiddel werkt dan niet meer. Dit heet antibioticaresistentie. Op deze pagina lees je meer over de oorzaken en risico's van antibioticaresistentie. En hoe je er rekening mee houdt.

Hoe ontstaat antibioticaresistentie?

Bacteriën die resistent zijn, hebben zichzelf beschermd tegen antibiotica. Vanuit de biologie en evolutie is het logisch dat dit gebeurt: de sterkste overleeft. 

Bij een infectie kunnen er al vanaf het begin een paar resistente bacteriën zijn. Door een antibioticum te gebruiken krijgen deze bacteriën de kans om zich te vermenigvuldigen. Je bestrijdt dan namelijk alleen de bacteriën die gevoelig zijn, waardoor de resistente bacteriën over blijven.

Resistente bacteriën zijn vaak bacteriën die van nature in het lichaam zitten. Daarnaast kunnen bacteriën langzaam resistent worden. Dit gebeurt vooral als je vaker of lange tijd hetzelfde type antibioticum gebruikt. Ook worden bacteriën resistent als je antibiotica niet op de juiste momenten inneemt. Lees ook Wat zijn multiresistente bacteriën?.

Waarom is antibioticaresistentie een probleem?

Als je antibiotica te vaak gebruikt en niet op de juiste manier inneemt, zijn steeds meer soorten bacteriën resistent. In het ergste geval zijn bacteriële infecties straks niet meer te behandelen. Een infectie die nu gemakkelijk te bestrijden is, leidt dan mogelijk tot ernstige ziekte. 

Antibioticaresistentie is over de hele wereld een probleem. In Nederland doen we het in verhouding gelukkig goed. Vergeleken met veel andere landen gebruiken we hier minder antibiotica. Je krijgt in Nederland namelijk alleen antibiotica als een arts het voorschrijft. 

Toch vormt antibioticaresistentie ook hier een bedreiging. Steeds vaker krijgen zorginstellingen te maken met cliënten die infecties hebben of drager zijn van BRMO (Bijzonder Resistente Micro-Organismen).

Wie loopt er risico?

Iedereen kan een infectie oplopen door resistente bacteriën. Dat kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door opname in een verpleeghuis, door een ziekenhuis in het buitenland of door contact met (boerderij)dieren. Vaak gebeurt het zonder dat je het merkt.

Is iemand besmet, dan is het belangrijk dat je er snel achter komt. En je moet zorgen dat deze resistente bacteriën zich niet verder verspreiden. Dit kan grote problemen veroorzaken voor vooral kwetsbare mensen met minder weerstand, zoals ouderen en zieken.

Wat kunnen we doen om antibioticaresistentie tegen te gaan?  

De overheid en de zorgsector stellen zich de komende jaren extra doelen om antibioticaresistentie verder tegen te gaan. Er zijn ook richtlijnen opgesteld. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) controleert of deze richtlijnen ook worden nageleefd.

Richtlijnen tegen antibioticaresistentie voor de zorg

In de zorg gelden de volgende richtlijnen om te voorkomen dat resistente bacteriën ontstaan en zich verspreiden:

  • Alleen een arts mag antibiotica voorschrijven.
  • Artsen moeten de richtlijnen als ze antibiotica voorschrijven.
  • Personeel in een zorginstelling moet strikte richtlijnen volgen voor hygiëne. Dat voorkomt dat (resistente) bacteriën van de ene naar de andere patiënt of cliënt gaan.
  • Heeft een patiënt in een ziekenhuis of verpleeghuis een infectie met een resistente bacterie? Dan moet je die patiënt apart verzorgen. Het verplegend personeel neemt strenge hygiënemaatregelen.  

Goede hygiëne helpt

Een goede persoonlijke hygiëne helpt om verspreiding van (resistente) bacteriën te voorkomen. Handhygiëne is het belangrijkst van allemaal. Dit betekent je handen reinigen op de juiste manier en op het juiste moment.

Bekijk ook onze pagina’s met meer informatie over hygiëne:

Tips over antibioticaresistentie

Er zijn geen tips.

Praktijkvoorbeelden van antibioticaresistentie

Er zijn geen verhalen.