Besmettingen kunnen op verschillende manieren plaatsvinden. De meest voorkomende besmettingswegen zijn:
- Via direct contact (kruisbesmetting). Dit kan zijn via speeksel, bloed, andere lichaamsvloeistoffen of via de handen. Denk aan persoonlijk contact bij de verzorging, maar ook aan seksueel contact.
- Via de lucht, bijvoorbeeld door hoesten en niezen of inademen van de legionellabacterie.
- Via een voorwerp. Denk aan deurklinken, telefoons, verpleegmaterialen.
- Via voedsel: voedselvergiftiging, salmonella.
- Via een insect of ander dier.
Er zijn micro-organismen die niet één, maar meerdere besmettingswegen hebben (bijvoorbeeld via de lucht én via bloed).
|
Verspreidt zich via:
|
Kans op besmetting bij:
|
TBC |
de lucht |
inademen |
MRSA-bacterie |
direct contact |
wassen of verschonen van een
besmette cliënt, verschonen
van besmet bed, verzorgen
van een wond |
Hepatitis B en C-virus |
bloed-bloedcontact |
prik-, snij- of bijtincidenten
(ook injecties bij diabetes) |
Hepatitis A-virus |
faecaal-oraal contact |
wassen of verschonen van een
besmette cliënt, verschonen
van een besmet bed, wassen
van kleding |
HIV |
bloed-bloedcontact |
prik-, snij- of bijtincidenten |
Noro-virus |
faecaal-oraal contact
of aerogene transmissie
via braaksel (verplaatsing
door de lucht van ziekte-
verwekkers in het braaksel) |
verzorgen van een besmette
cliënt |
Legionella |
inademen aerosolen (kleine deeltjes) |
door douches te gebruiken
die niet of weinig gebruikt worden |