WIP-richtlijnen over BRMO voor verpleeghuizen
Deze richtlijn geeft infectiepreventiemaatregelen bij BRMO-besmette cliënten, beschrijft hoe besmetting vastgesteld kan worden, en ook contact- en omgevingsonderzoek. De richtlijn is bedoeld voor verpleeghuizen, woonzorgcentra en kleinschalige woonvormen voor kwetsbare ouderen die deel uitmaken van een groter instellingsverband. Hij is niet van toepassing in de thuiszorg. Bij deze richtlijn hoort ook een tabel met infectiepreventiemaatregelen per BRMO.
BRMO-tabel voor isolatiemaatregelen in verpleeghuizen
Deze tabel brengt overzichtelijk in beeld welke aanvullende isolatiemaatregelen per BRMO bij cliënten met een incidentele BRMO vereist zijn. De tabel komt uit de WIP-richtlijn BRMO voor de verpleeghuizen, woonzorgcentra en voorzieningen voor kleinschalig wonen voor ouderen.
LCI-richtlijn BRMO: thuis en kleinschalig wonen
De LCI-richtlijn BRMO geldt voor de thuissituatie en kleinschalig wonen. Het gaat hierbij om kleinschalige woonvormen die geen deel uitmaken van een groter instellingsverband. Thuiszorg en deze vormen van kleinschalig wonen vallen onder 'openbare gezondheidszorg'.
Eisen van de inspectie
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is in september 2017 gestart met thematisch toezicht op infectiepreventie en het antibioticabeleid in verpleeghuizen. Het toetsingskader dat de Inspectie daarbij gebruikt is gebaseerd op ervaringen uit de praktijk. Lees meer over de eisen van de inspectie (IGZ) op Zorg voor Beter.
BRMO-protocol van organisatie
Iedere zorgorganisatie is verplicht om de landelijke WIP-richtlijn over BRMO te vertalen naar een protocol van de organisatie. In dat protocol staat precies wat de medewerker moet doen bij een cliënt met een BRMO en hoe dat in het verpleeghuis precies uitgevoerd moet worden. Deze informatie moet kort en krachtig zijn, zodat iedereen direct weet wat te doen zonder veel tekst te hoeven lezen. In het protocol staat bijvoorbeeld of de medewerker altijd handschoenen of een schort moet dragen bij zorghandelingen bij de cliënt, en of de cliënt moet beschikken over een eigen toilet. Het is bijna nooit zo dat een cliënt met een BRMO niet mee mag doen met gezamenlijke activiteiten. Ook hoeft de cliënt als drager van een BRMO bijna nooit op zijn kamer te blijven.
Isolatiemaatregelen opheffen
Cliënten kunnen een BRMO vanzelf weer kwijt raken. Maar in een behoorlijk aantal gevallen zal de cliënt blijvend drager zijn en zullen de maatregelen altijd nodig blijven. Toch is het belangrijk bij iedere cliënt te kijken of de isolatiemaatregelen opgeheven kunnen worden, en zo ja wanneer. Vaak is ook dat nog niet (voldoende) in de organisatie ingevoerd. Meer hierover weten? Lees de blog van Charlotte Michels, deskundige infectiepreventie CareB4.
Trainingen: maatregelen bij BRMO
De Stichting Trainingen Infectie Preventie (STIP) verzorgt infectiepreventie trainingen, waaronder preventie bij BRMO, gericht op:
- verpleeghuis- en verzorgingshuiszorg (Actiz)
- deskundigen infectiepreventie (VHIG)
- alle zorgprofessionals die geïnteresseerd zijn in infectiepreventie
Bekijk de trainingen op de website van STIP.
SNIV
Het projectteam van SNIV (Surveillance Netwerk Infectieziekten in Verpleeghuizen) heeft als doel om een netwerk van verpleeghuizen te vormen. Deze functioneren als peilstations voor een landelijke surveillance van infectieziekten in verpleeghuizen. Er zijn verschillende soorten metingen en projecten waar verpleeghuizen aan deel kunnen nemen, waardoor je als huis beter inzicht krijgt in het voorkomen van infecties en het antibioticumgebruik. Deelnemende huizen registreren bijvoorbeeld wekelijks de aanwezigheid van een aantal infectieziekten. Lees meer over SNIV op de website van het RIVM
Argumentenkaart Infectiepreventie
In samenwerking met de Argumentenfabriek heeft de IGZ een Argumentenkaart Infectiepreventie (pdf) laten maken. De kaart is de basis om de discussie met het veld aan te gaan. Met als doel:
- de bewustwording te vergroten
- draagvlak te creëren
- de intrinsieke motivatie te verbeteren
Een aandachtspunt is ook de antibioticaresistentie. IGZ heeft met deze Argumentenkaart in november 2016 ervaringen opgehaald van zorginstellingen via vier roadshows.
Internationale samenwerking antibioticaresistentie
Resistente bacteriën houden zich niet aan grenzen. Daarom is het belangrijk om bij de bestrijding van antibioticaresistentie samen te werken met andere landen. Als er minder resistente bacteriën voorkomen in de landen om ons heen, heeft Nederland daar ook baat bij. Lees verder op de website van het RIVM.
Beleidsregel: vergoeding kosten uitbraak
Een uitbraak brengt voor zorgorganisaties vaak hoge kosten met zich mee. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft een beleidsregel vastgesteld op grond waarvan organisaties de kosten van een uitbraak gedeeltelijk vergoed kunnen krijgen. Om voor een vergoeding in aanmerking te komen, is het belangrijk dat je een uitbraak tijdig meldt bij Signaleringsoverleg.
Puntprevalentieonderzoek RIVM
Begin 2018 is het RIVM een groot landelijk puntprevalentieonderzoek gestart om te achterhalen hoe vaak dragerschap van resistente bacteriën in verpleeghuizen voorkomt. Met de resultaten kunnen verpleeghuizen maatregelen nemen om verspreiding van deze bacteriën tegen te gaan. Op het moment dat er iets zorgwekkends gevonden wordt, krijgen verpleeghuizen ondersteuning bij het nemen van vervolgstappen. Bij het onderzoek werkt het RIVM nauw samen met de regionale zorgnetwerken. De zorgnetwerken zullen de verpleeghuizen vanaf begin 2018 benaderen met het verzoek mee te doen aan het onderzoek.
Andere websites