Goede risicosignalering vraagt om observatievaardigheden, communicatieve vaardigheden én om zorginhoudelijke kennis over ziektebeelden, symptomen, gevolgen en (gezondheids)risico’s. Bovendien moeten medewerkers op de hoogte zijn van de juiste interventies. Zij moeten de actuele stand van zaken kennen en landelijke richtlijnen en standaarden kunnen toepassen. Dit vergt medewerkers van het juiste niveau.
Welke vaardigheden en kennis heb je nodig?
Risicosignalering kan alleen goed gedaan worden als je voldoende kennis en vaardigheden hebt. Het gaat dan om:
- Observatievaardigheden
- Communicatievaardigheden
- Zorginhoudelijke kennis
De eerste twee behandelen we hier. Voor zorginhoudelijke kennis kun je o.a. terecht bij de thema’s op Zorg voor Beter, maar raadpleeg ook vakliteratuur, zoals (studie)boeken en vaktijdschriften. Benut actuele kennis en gebruik landelijke protocollen, richtlijnen en standaarden.
Verzorgenden en verpleegkundigen
Risicosignalering zal vooral gedaan worden door verpleegkundigen en verzorgenden. Maar ook helpenden en mantelzorgers spelen een belangrijke rol: een 'niet-pluisgevoel' is vaak de eerste stap om verder te gaan onderzoeken. Schroom dus niet om je gevoel met de zorgcoördinator of EVV-er van die cliënt te bespreken. Het inzetten van de juiste acties (opvolging) vergt verpleegkundige of verzorgende deskundigheid en zal dan ook meestal door die functionarissen gedaan worden.