Vitamine D kan via voedsel worden ingenomen, bijvoorbeeld vette vis, eidooier of margarine, maar voor een belangrijk deel wordt het gevormd in onze huid in de periode van april tot oktober, onder invloed van zonlicht. Bij voldoende blootstelling in de zomer van minimaal dagelijks één kwartier, is er voldoende reservevoorraad opgebouwd voor de wintermaanden Deze productie is afhankelijk van de blootstelling aan daglicht, de huidskleur en de ouderdom van de huid. In een donkere huid en een oudere huid wordt minder vitamine D aangemaakt dan in een lichte huid en een jonge huid.
Vitamine D is samen met calcium van belang voor sterke botten. Een tekort aan vitamine D gaat gepaard met spierzwakte, spierkrampen en op den duur zwakke, pijnlijke botten. Vitamine D-tekort komt vaak voor bij personen met een donkere huidskleur, vrouwen die een sluier dragen, mensen die onvoldoende buiten komen en mensen met een verminderde eetlust (die laatste twee factoren zijn vaak aanwezig bij bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen). Een goede vitamine D-status hangt niet alleen samen met spier- en botsterkte maar mogelijk ook met een lager risico op kanker, auto-immuunziekten, tuberculose, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Een teveel aan vitamine D komt weinig voor, maar kan leiden tot een verhoogde calciumspiegel in het bloed en tot kalkafzetting in de nieren.
Voor meer informatie, download de Factsheet voeding en valpreventie.