Toch kunnen we veel bereiken met eenvoudige maatregelen. Door verbeteringen:
in het vaststellen van de oorzaken en vorm van incontinentie
in het gebruik van incontinentiemateriaal
in de huidverzorging
van de toiletgang
van de route naar het toilet
van de zelfredzaamheid van de cliënt
in het bespreekbaar maken van het incontintieprobleem
Voor het verlenen van goede incontinentiezorg is een zorgvuldige inschatting en beoordeling van de vorm van incontinentie cruciaal. Een arts dient vast te stellen om welke vorm van urine-incontinentie het gaat. Adequate informatie over de toiletgang maakt deel uit van de diagnostiek.
Zorgmedewerkers zijn medeverantwoordelijk voor het signaleren van (het verergeren van) incontinentie. Bij de diagnostische onderzoeken houden zij een mictiedagboek en zo nodig een mobiliteitsoverzicht bij. In opdracht van de arts. Ook voeren ze urineonderzoek uit en vullen ze vragenlijsten in. Zoals de MMSE (Mini-Mental State examination) en de PRAFAB (PRotection, Amount, Frequency, Adjustment, Body-image).
Op basis van deze gegevens kan de arts een goede diagnose stellen.
Wanneer het niet (meer) mogelijk is incontinentie te voorkomen, is het belangrijk om het juiste incontinentiemateriaal in te zetten.
Zorgmedewerkers dienen te weten welke materialen er op de markt zijn en wat bij de cliënt past, zoals geschikte maat, absorptievermogen, zodat hij deze met de cliënt en de mantelzorger kan bespreken.
De consultent van de leverancier van incontinentiemateriaal, een incontinentieverpleegkundige of een ergotherapeut geven advies en tips over het gebruik van incontintiemateriaal.
Ook kennis over het gebruik van incontinentiemateriaal is belangrijk. Materiaal dat niet goed bevestigd is kan lekkage en beschadiging van de huid veroorzaken. Voor de cliënt heeft dit vervelende gevolgen: minder comfort, ongemak en pijn. Specialistisch advies van bijvoorbeeld een incontinentieverpleegkundige over optimaal gebruik van incontinentiemateriaal is nuttig en soms nodig.
Het signaleren van incontinentieletsel en goede huidverzorging is een belangrijk aspect van de incontinentiezorg. Incontinentie kan irritatie of zelfs infectie van de huid veroorzaken. Ook het verkeerd weghalen van feces kan onnodige huidbeschadiging veroorzaken.
Goede kennis van de juiste huidverzorging maakt de kans op huidletsel kleiner. Er zijn bijvoorbeeld sprays die ervoor zorgen dat aangekoekte of korrelige ontlasting loslaat en gemakkelijk te verwijderen is. Zonder dat er gewreven wordt. Dit laatste kan erg pijnlijk zijn als de huid dun en kwetsbaar is door ouderdom of vochtletsel.
Raadpleeg over de juiste huidverzorging en de beste producten een incontinentieverpleegkundige.
Voor het terugdringen van incontinentie bij cliënten is een regelmatige toiletgang belangrijk. Vaak zijn er toiletronden op vaste tijdstippen. Vaste toiletronden zijn een interventie die gebruikt wordt om incontinentie-episoden te voorkomen. Zij hebben dus niet tot doel de cliënt weer continent te maken.
Vaste toiletronden zijn echter niet voldoende. Om te voorkomen dat cliënten onnodig incontinent worden of blijven, is het zaak ook tussen de vaste ronden door een toiletbezoek aan te bieden.
Zorgmedewerkers dienen te leren om simpelweg het idee te opperen: ‘Zullen we even naar het toilet gaan, mevrouw Yilmaz? Als mevrouw dan ontkennend antwoordt, hoort de medewerker na een paar minuten de vraag opnieuw te stellen. Grote kans dat de verzorgende nu ‘ja’ als antwoord krijgt. Deze techniek wordt ook wel promted voiding genoemd. Het duurt vaak een paar minuten voordat de aandrang zich bij de cliënt aandient.
Een regelmatige toiletgang bij cliënten met dementie is van groot belang, ongeacht of zij continent of incontinent zijn. Sommige cliënten kunnen daarnaast baat hebben bij aanvullende behandelingen, zoals blaastherapie, bekkenbodemspiertherapie en chirurgie.
Onderweg naar het toilet kunnen er obstakels zijn, bijvoorbeeld waskarren, rollators of tafeltjes op de gang en een slechte verlichting. Soms is de deur door de oudere niet gemakkelijk open en dicht te doen. Dit alles bemoeilijkt niet alleen de gang naar het toilet, maar is voor de cliënt ook zeer demotiverend. De cliënt bereikt niet op tijd het toilet, en is daardoor incontinent.
Zorgmedewerkers moeten leren deze problemen te signaleren en te herkennen én de cliënt te helpen bij het bedenken en uitvoeren van oplossingen.
Een voorbeeld uit de praktijk
Tijdens het Zorg voor Betertraject Continentie zijn er op de pilot afdelingen van Stichting Elisabeth in Breda foto’s gemaakt van de route naar het toilet. Tijdens een werkoverleg zijn alle foto’s besproken en de suggesties voor verbeteringen geïnventariseerd. Aangezien grote interventies buiten het budget vielen, kozen zij eerst voor de kleinere verbeteracties. De doelstelling was: het veiliger maken van de route naar het toilet en het bevorderen van de zelfredzaamheid van de cliënt.
De volgende acties zijn ondernomen.
- Er is een katrol aan de toiletdeuren bevestigd, zodat de cliënt zich niet om hoeft te draaien in het toilet om de deur dicht te doen. De cliënt trekt aan een touw, zodat de deur vanzelf sluit.
- De huiskamerindeling is aangepast, zodat alle cliënten meer ruimte hebben om zelfstandig de huiskamer te verlaten.
- De wasmanden zijn uit de badkamer gehaald of ergens anders in de badkamer neergezet, waardoor de ruimte in de badkamer groter werd en dus toegankelijker voor de cliënt.
- Het overbodige incontinentiemateriaal rond het toilet is weggehaald.
Staan is voor veel kwetsbare ouderen een probleem. Een moeilijke rits en strakke knoop maken het nog moelijker voor de cliënt. En een incontinentieverband is nog een extra hindernis.
Zorgmedewerkers dienen te leren deze problemen te signaleren en samen met de cliënt oplossingen te zoeken. Bijvoorbeeld het aanbrengen van een extra steun in het toilet of een andere sluiting van de kleding, bijvoorbeeld klittenband. Uiteraard kunt u ook altijd terecht bij een incontinentieverpleegkundige voor advies.
Urine-incontinentie kan bij de kwetsbare oudere een grote invloed hebben op de kwaliteit van leven. Het kan onder andere samengaan met depressie, schaamte en een lage eigenwaarde.
Zorgmedewerkers dienen te leren het probleem met de cliënt bespreekbaar te maken. Velen vinden dit lastig, omdat incontinentie vaak nog een taboe is. Daarom dienen zij hier handvatten voor te krijgen. Voor de cliënt kan praten en het samen zoeken naar een oplossing namelijk opluchten. Voor advies over het bespreekbaar maken van het probleem met de cliënt kan de zorgmedewerker terecht bij een incontinentieverpleegkundige.