Naar hoofdinhoud Naar footer

ProbleemgedragProbleemgedrag

Onder probleemgedrag verstaan we alle gedrag van de cliënt dat deze cliënt of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar ervaart. Probleemgedrag heet ook wel onbegrepen gedrag of veranderend gedrag.

Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem heen. Interventies zijn vaak gericht op het aanpassen of veranderen van de omgeving. Of ze willen de draagkracht vergroten van de mantelzorger of het verzorgend team.

Dementie

De Verenso/NIP-richtlijn van 2018 koppelt het gedrag vooral aan dementie: onbegrepen gedrag is gedrag dat gepaard gaat met lijdensdruk of gevaar voor de persoon met dementie of voor mensen in zijn omgeving. Een belangrijk doel is om de lijdensdruk te verminderen. In de eerste plaats van de persoon met dementie zelf, maar ook vaak van degenen die voor hem zorgen. Een ander belangrijk doel is om eventueel gevaar te verminderen. Daarvoor kan het nodig zijn dat het gedrag verandert, maar dat is niet vanzelfsprekend en ook niet altijd mogelijk.

Vormen van onbegrepen gedrag

Bij onbegrepen gedrag maken we onderscheid tussen excessief gedrag en gedragstekorten. Excessief gedrag is problematisch omdat het gedrag te vaak, te langdurig of te hevig optreedt, zoals bijvoorbeeld geagiteerd gedrag. Bij gedragstekorten is juist de afwezigheid van gedrag het probleem, zoals bij apathisch gedrag. Vaak denken we bij probleemgedrag al snel aan fysieke of verbale agressie.

Andere voorbeelden zijn:

  • Weglopen of dwalen
  • Steeds schreeuwen of roepen
  • Teruggetrokken gedrag vertonen
  • Angst
  • Onrust
  • Beschuldigen
  • Seksuele ongeremdheid

Oorzaken

Probleemgedrag is een manier om aan te geven dat er sprake is van een onderliggend probleem. Je kunt het vergelijken met koorts, dat aangeeft dat er iets met het lichaam aan de hand is. Probleemgedrag is soms voor de cliënt de enige manier om zich te uiten. Koorts kun je behandelen, bijvoorbeeld met paracetamol. Maar daarnaast moet je ook onderzoeken waar de koorts vandaan komt. Als een cliënt met onbegrepen gedrag een direct gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen, zul je dit moeten bestrijden. Bijvoorbeeld door iemand tijdelijk apart te zetten. Maar net als bij koorts moet je ook verder zoeken: waar komt dit gedrag vandaan?
 
Een oorzaak kan zijn dat een cliënt pijn heeft, maar niet in staat is om dat aan te geven. Of dat een cliënt zich enorm verveelt, zonder dat iemand dat doorheeft. Er kan bijvoorbeeld ook sprake zijn van een psychiatrische stoornis. De aanpak van moeilijk hanteerbaar gedrag moet je vervolgens richten op het onderliggende probleem.

Probleemgedrag of onbegrepen gedrag?

Voor probleemgedrag worden verschillende termen gebruikt zoals: onbegrepen gedrag, moeilijk te begrijpen gedrag, moeilijk te hanteren gedrag of veranderend gedrag. Daaronder valt gedrag als: klagen, repetitief gedrag, (nachtelijke) onrust, loopdwang,  weglopen, snel(ler) boos worden, argwanend zijn, apathisch of agressief gedrag. In dit thema gebruiken we de hier genoemde termen door elkaar heen. Belangrijk is om het gedrag te begrijpen, zodat je de juiste aanpak of behandeling kunt kiezen.

Meerdere factoren

Bij probleemgedrag spelen bijna altijd meerdere oorzaken een rol. Menselijk gedrag ontstaat door een ingewikkelde interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren. Daarom is dé oorzaak van probleemgedrag meestal niet aan te wijzen en is er meestal niet één oplossing.

Context

Onbegrepen gedrag is contextgebonden. Dat wil zeggen: gedrag dat een probleem oplevert in een bepaalde omgeving, hoeft dat ergens anders niet te zijn. In een thuissituatie is zwerfgedrag vaak problematisch, maar in een instelling waar iemand vrij en veilig naar buiten kan en binnen voldoende ruimte heeft, hoeft dat niet het geval te zijn.

Bron

 'Definitie' van Richtlijn probleemgedrag bij mensen met dementie (januari 2018), Verenso en NIP

Agenda

Er zijn geen agenda-items gevonden