Herken een depressie op tijd
Het niet herkennen van een depressie kan grote gevolgen hebben voor de gezondheid van de persoon. Denk aan functionele achteruitgang, zichzelf afzonderen en soms zelfs doodgaan. Functionele achteruitgang betekent dat iemand beperkingen kan hebben in het dagelijks leven op verschillende gebieden. Bijvoorbeeld: dingen begrijpen en uitleggen, lopen en zich verplaatsen, zichzelf wassen en aankleden, omgaan met andere mensen, huishoudelijke taken of werk/schooltaken doen en meedoen aan activiteiten in de samenleving.
Zorgprofessionals zijn verantwoordelijk voor het signaleren van veranderingen in hoe het mentaal met een cliënt gaat. Het is belangrijk dat zij aandacht hebben voor mogelijke signalen, risicofactoren en oorzaken. En dat ze zo nodig deskundigheid van anderen inschakelen.
Niet alleen somberheid is een teken van depressie, maar ook lichamelijke klachten als vermoeidheid en te weinig eetlust. De meest voorkomende klachten bij ouderen die wijzen op depressieve klachten zijn:
- concentratieproblemen
- vergeetachtigheid
- besluiteloosheid
- slaapproblemen: moeite met in slaap vallen, doorslapen of moeilijk uit bed kunnen komen
- lichamelijke klachten, zoals verstopping, grote vermoeidheid, gebrek aan eetlust, een droge mond, onverklaarbare pijn, duizeligheid, hartkloppingen, trillende handen, druk op de borst, en hoofd- en rugpijn
- stemmingsklachten: somberheid, lusteloosheid, prikkelbaarheid, gebrek aan interesse en plezier, nergens van genieten, gevoelens van machteloosheid, wanhoop en angst, nauwelijks of geen zin in seksueel contact. Denken aan zelfdoding.
Een depressie kun je ook herkennen aan het volgende gedrag van ouderen:
- Negatieve uitspraken. Bijvoorbeeld uitspraken als: Het doet er allemaal niet meer toe. Was ik maar dood. Wat voor zin heeft het. Het spijt me zo lang te hebben geleefd. Laat me doodgaan.
- Voortdurend boos zijn op zichzelf of anderen. Bijvoorbeeld: Laat zich gemakkelijk ergeren. Boos op de ontvangen zorgvoorziening. Boos op de ontvangen zorg
- Uitingen (ook non-verbaal) van angst die niet reëel lijken. Bijvoorbeeld: Bang om in de steek gelaten te worden. Bang om alleen te zijn. Bang om samen met anderen te zijn.
- Intense angst voor specifieke voorwerpen of situaties.
- Steeds klagen over de gezondheid. Bijvoorbeeld: Om de dokter blijven vragen. Dwangmatig bezorgd zijn over lichaamsfuncties. Vaak angstig klagen of bezorgd zijn. Terwijl dit niet met gezondheid samenhangt.
- Een cliënt zoekt bijvoorbeeld steeds aandacht of geruststelling over dagindeling, maaltijden, de was, de kleren, omgang met anderen.
- Droevige, pijnlijke uitdrukking in het gezicht. Bijvoorbeeld: diepe rimpels. Steeds wenkbrauwen fronsen. Huilen, makkelijk in tranen uitbarsten.
De zorgprofessional kan ook depressie vermoeden in de volgende gevallen:
- De cliënt geeft na doorvragen aan dat er psychische klachten zijn.
- Er is sprake van aanhoudende moeheid of klachten zonder lichamelijke oorzaak.
- Er is chronische pijn.
- De cliënt is nerveus of slaapt slecht.
Belangrijkste kenmerk van een depressie
Iemand hoeft niet alle kenmerken te hebben om aan een depressie te lijden. Ook kunnen een aantal kenmerken bij andere ziekten horen. Reageert iemand minder snel? Of heeft iemand minder energie? Dan kan dat bijvoorbeeld ook wijzen op dementie of een delier. Dit maakt het lastig om depressie te herkennen.
Iemand moet in ieder geval voldoen aan het kenmerk 'zeer sombere stemming' of 'geen interesse meer in activiteiten hebben en er geen plezier meer aan beleven' (bron: DSM-V). Dit moet het geval zijn voor het grootste deel van de dagen over een periode van minimaal 2 weken.
Het verschil tussen een depressie en de verwerking van verlies
Cliënten met een depressie hebben de hele dag sombere gevoelens of een gebrek aan interesse. Mensen met een gezonde verwerking hebben ook sombere gevoelens, maar kunnen ook nog plezier aan dingen beleven. De sombere gevoelens zijn er niet de hele dag. Zij hebben vaak binnen een aantal weken een nieuw evenwicht gevonden.
Onderzoek 'Depressief zijn op latere leeftijd'
Bij mensen ouder dan 70 jaar uit een depressie zich vaak in lichamelijke klachten, zoals moeheid of gewichtsverlies, in plaats van somberheid. Dit blijkt uit het onderzoek 'Depressief zijn op latere leeftijd' van Annette Hegeman uit 2016.
Hegeman is psychiater in het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht en Nieuwegein. 70-plussers praten minder over somberheid of schuldgevoelens, en meer over klachten zoals vermoeidheid, geen eetlust en pijn. Hierdoor kan de depressie onopgemerkt blijven. Hegeman adviseert artsen om bij onverklaarbare lichamelijke klachten, zoals moeheid of gewichtsverlies, te vragen naar sombere gevoelens of schuldgevoelens.
Wat kun je doen als je een depressie bij iemand vermoedt?
Vermoed je dat iemand depressief is? Ga dan eerst met de bewoner zelf, collega's, en diens familie overleggen. Hoe vonden zij de stemming van de bewoner? Hoe beoordelen zij de interesse en het plezier in activiteiten van de afgelopen 2 weken? Wanneer zij jouw vermoeden van depressie bevestigen, overleg je met de eerstverantwoordelijke en, of andere disciplines.
Een zorgmedewerker heeft de volgende belangrijke taken als het gaat om een depressie signaleren:
- veranderingen in het mentale welzijn van een cliënt opmerken;
- proberen te achterhalen wat de oorzaken kunnen zijn;
- als het nodig is een deskundige, zoals een psycholoog, verpleegkundig specialist GGZ of psychiater, inschakelen voor verder onderzoek. Zie hiervoor ook onder ‘behandelen’ en ‘samenwerken’
Screeningsinstrumenten ouderen met een depressie
Wil je klachten en symptomen van een cliënt nagaan? Dan helpt het om een screeninginstrument te gebruiken. Er zijn verschillende instrumenten die worden gebruikt voor ouderen met een depressie. Bekijk de screeningsinstrumenten voor ouderen.
Meer informatie
Luister naar de podcast met Annette Hegeman over depressies bij Ouderen op soundcloud.nl (2016, gecheckt 2022)