Naar hoofdinhoud Naar footer

Zonnehuis Amstelveen

Gepubliceerd op: 19-05-2021

Veel zorgorganisaties gebruiken een methodiek om onbegrepen gedrag aan te pakken en te analyseren. Zonnehuis Amstelveen werkt met een eigen interventie en de methodiek Moreel Beraad. Manager en GZ-psycholoog Hans van Willenswaard en coördinerend EVV'er Floor Heida vertellen over hun ervaringen. 'Uiteindelijk gaat het om de keuze maken voor goede zorg voor de cliënt.'

Wat is nu goede zorg bij onbegrepen gedrag?

Hans van Willenswaard: ‘In het kwaliteit-verbeterprogramma Waardigheid en trots boden we scholing aan over de omgang met mensen met dementie aan onze zorgprofessionals. Ervaringen uitwisselen tijdens een casuïstiekbespreking sprak zorgmedewerkers erg aan. Hiervoor maakten wij gebruik van een eigen variant op de GRIP-interventie, gebaseerd op het bio-psychosociale model. We analyseren de situatie met behulp van het bio-psychosociale model. Voor het vervolg op de scholing hebben we die methodiek doorontwikkeld om concrete afspraken te maken.’ 

Moreel beraad

Moreel beraad is een bijeenkomst waarin je een lastig ethisch vraagstuk bespreekt met alle betrokkenen. Wat is voor een cliënt de goede zorg in deze situatie? Het is vaak kiezen uit twee kwaden. Belangrijk is dat je zo’n casus, die een van de betrokkenen inbrengt, bespreekt op een methodische manier. Je hebt daarvoor ook een liefst ethisch geschoolde gespreksleider nodig. Via een aantal stappen ontleed je met elkaar de casus, benoem je het morele probleem of dilemma, vervolgens identificeer je wie de betrokkenen en wat hun belangen zijn, welke argumenten en waarden in het geding zijn en weeg je af welke argumenten het zwaarste tellen en zo kun je tot een gewogen besluit komen. Belangrijk is dat de aanwezigen de uitkomst haalbaar en de best mogelijke aanpak vinden.

Moreel beraad

Van Willenswaard: ‘Zorgprofessionals, behandelaars, maar ook voedingsassistenten nemen deel aan onze casuïstiek overleggen. Deze overleggen vinden plaats als de situatie complexer is. Vaak speelt de vraag: wat is nu goede zorg in deze situatie? In de tweede fase van het Waardigheid en trotstraject verrijkten we het GRIP-model met de zeven stappen van het Moreel Beraad van Reliëf. Naast het kijken met een psychosociale bril naar een situatie, wilden we ook stil staan bij: gezien alle omstandigheden, wat is nu goede zorg? Met elkaar wisselen we uit: wat speelt er, wie zijn er betrokken, wat staat er op het spel, wat mogen en kunnen we als organisatie? Soms is het ook aftasten wat onze verantwoordelijkheid is en wat binnen de wettelijke kaders kan?’

Vergroot teamgevoel

‘De meerwaarde van het combineren van deze methoden vind ik, dat er een gedragen benadering wordt afgesproken waar het team achterstaat en dat er concrete afspraken worden gemaakt,' licht Van Willenswaard toe. 'Kortom, gezamenlijk verwachten we dat dit de beste manier is om met iemand om te gaan op dit moment. Zo kennen we nu ook de functie woonondersteuners binnen de organisatie. Het is mooi om te zien dat zij weer een andere kijk hebben op het gedrag van iemand. Dat is een waardevolle aanvulling. Door zo met elkaar in gesprek te gaan, helpt het ook om meer een team te zijn.’ Floor Heida vult aan: ‘We zoeken per cliënt: "Waar wordt iemand blij van?" en delen met elkaar wat we hebben uitgeprobeerd. Het overleg is groter geworden omdat we met meerdere disciplines bij elkaar zitten. Vroeger wisselden we meer uit op de afdeling en nu zoeken we de antwoorden ook buiten onze eigen afdelingsgrenzen. Collega’s kunnen elkaar beter vinden.’

Elkaar serieus nemen

‘Binnen de Zonnehuisgroep kennen we de structuur van gedragsvisites. De arts, de eerste verantwoordelijke zorgprofessional (EVV'er) en de psycholoog bezoeken om de week elke locatie om te kijken hoe het met iedereen gaat. Wanneer de situatie wat complexer is, dan organiseren we een overleg waarin we de gecombineerde methodiek tijdens een casuïstiekbespreking toepassen. Hiervoor nodigen we zoveel mogelijk betrokkenen uit de organisatie uit, maar ook familie is welkom. Bij de GRIP-interventie ontstaat soms verschil van mening tussen het zorgteam en het behandelteam.'

'Volgens de Verenso-richtlijn pas je eerst psychosociale interventies toe voordat medicatie wordt gegeven. Het zorgteam geeft dan bijvoorbeeld aan dat die interventies al zijn geprobeerd, maar weinig opleverden. Dan is het juist belangrijk om goed met elkaar door te spreken waarom we nu wel of niet starten met medicatie te geven. Hebben we alles geprobeerd en wat zijn de risico’s van medicatie? Alle expertises zijn van belang. Er is gelijkwaardigheid. Daarom vind ik ook zo relevant om het hele team bij elkaar te hebben,’ aldus Van Willenswaard.

'De deur ging elke dag iets verder open'

Heida is betrokken bij een cliënt waar een extreme situatie zich voordeed en er moreel beraad is toegepast. ‘Deze cliënt sloot zich op in haar kamer en ze weigerde zorg. Wij wilden haar wel graag verzorgen en hadden hier geen prettig gevoel bij. We maakten ons zorgen. Deze mevrouw wilde niet eten en drinken, wat we ook probeerden. Tijdens een casuïstiek overleg in de vorm van een moreel beraad bespraken we de situatie met elkaar. Ik denk dat er wel 25 tot 30 collega’s aanwezig waren. Ieder mocht zijn zegje doen en daarna bedachten we een stappenplan: 

  • Wat laten we toe? 
  • Wat tolereren we niet? 
  • Wat kunnen we nog meer proberen bij deze mevrouw? Bijvoorbeeld andere medicatie? 

'Het kostte even een paar dagen, maar uiteindelijk werkte het stappenplan en veranderde het gedrag van mevrouw. Ze ging weer eten en drinken. We geven haar nu eigen keuzevrijheid om zelf beslissingen te nemen en merkte na verloop van tijd dat met kleine stapjes de deur steeds verder openging. Iedere dag iets verder, totdat zij op een gegeven moment de huiskamer zelfs binnenging.’

Weerbarstige praktijk 

Van Willenswaard: ‘De methodiek werkt, maar je zou als organisatie meer willen faciliteren om situaties op die manier met elkaar te bespreken. In de praktijk is het een hele uitdaging om het team bij elkaar te krijgen. De beperkte capaciteit maakt het lastig om mensen vrij te plannen en weer anderen te vinden die de zorg kunnen overnemen.’ ‘Als je een gemotiveerd team hebt, kun je overal tijd voor vrij maken. Juist bij complexe situaties zoals bij deze mevrouw is iedereen vaak erg betrokken en gemotiveerd. Ieder heeft daarom ook begrip voor de urgentie en het belang van het moreel beraad,’ vertelt Heida. 

Tips

  • Trek niet te snel een conclusie. Het heeft echt altijd zin om met elkaar een bio-psychosociale analyse te maken. Ook al denk je, we weten nu wel hoe het bij iemand zit, toch levert zo’n analyse vaak nieuwe inzichten op als je het met elkaar nog eens langs loopt. 
  • Ondanks de drukke werkzaamheden, probeer toch tijd te nemen voor de overdracht en je in te lezen in de achtergrond van iemand. Vaak is er veel informatie, zoals goede benaderadviezen, beschikbaar in het elektronisch cliënten dossier (ECD).
  • Wees bewust van je eigen gedrag: hoe kom je binnen bij iemand? Hoe stel je je voor? Onbegrepen gedrag begint bij die interactie. Die zelfreflectie maakt het werk leuker en uitdagender, zeker als je bewust bent van je eigen rol in die interactie.