85 alternatieven
Alternatieven zijn minder ingrijpende maatregelen waar de cliënt wél mee instemt. Het zoeken hiernaar vraagt creativiteit van zorgverleners. De
Alternatievenbundel onvrijwillige zorg (pdf, 2019) van Vilans geeft inspiratie en voorbeelden. Als een cliënt zich verzet, is er alsnog sprake van onvrijwillige zorg.
De Wet zorg en dwang (Wzd) gaat uit van het principe ‘Nee, tenzij’. De zorg voor mensen met dementie en mensen met een verstandelijke beperking moet zoveel mogelijk op vrijwillige basis plaatsvinden, tenzij het niet anders kan. Als het niet lukt om een vrijwillig alternatief te vinden, moet de zorgorganisatie een stappenplan doorlopen waarbij de situatie goed wordt geanalyseerd, alternatieven in een multidisciplinair team worden bekeken en (externe) deskundigheid wordt ingeschakeld om mee te denken.
Let op: Het volgen van het stappenplan is per 1 januari 2020 verplicht.
Stappenplan voor onvrijwillige zorg
Om een zorgvuldige én multidisciplinaire afweging te maken bij de inzet van onvrijwillige zorg volg je het onderstaande stappenplan. Dit is een samenvatting van het Stappenplan Wet zorg en dwang (pdf, jan. 2021) van ActiZ/VGN.
Casus-checker
Om erachter te komen wat de Wet zorg en dwang in de praktijk betekent, heeft Vilans de Casus-checker gemaakt. De Casus-checker bestaat uit 5 vragen, die je voor een praktijksituatie kunt beantwoorden.
Download de casus-checker (pdf)
Gebruik het samen met het stappenplan
De Casus-checker is een soort eerste stap om te gaan denken vanuit de nieuwe Wet zorg en dwang. Daarnaast is het goed om het volledige Stappenplan Wet zorg en dwang goed in je hoofd te hebben.
Voor wie?
De casus-checker kan door iedereen gebruikt worden die in praktijk de vertaling wil maken van huidige zorg voor cliënten naar de denkwijze van de Wzd.
Het zorgplan

Het zorgplan wordt z.s.m., maar uiterlijk binnen 6 weken na start van de zorg opgesteld.De Wet zorg en dwang stelt eisen aan het opstellen van een zorgplan voor cliënten met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie), die professionele zorg krijgen in een zorginstelling of ambulant (bijvoorbeeld thuis of in de dagbesteding).
- Het zorgplan houdt zoveel mogelijk rekening met de wensen van de cliënt. Als dat niet mogelijk is, laat de zorgverantwoordelijke de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger schriftelijk en onderbouwd weten waarom niet.
- De zorgverantwoordelijke bespreekt het zorgplan met de cliënt.
Doorloop het stappenplan
Constateert de zorgverantwoordelijke/vertegenwoordiger dat het zorgplan niet voldoet aan de zorgbehoefte en dat er een risico bestaat op ernstig nadeel voor de cliënt en/of zijn omgeving? Doorloop dan het stappenplan.
Vooraf: onderzoek naar alternatieven
De zorgverantwoordelijke bespreekt met minimaal 1 andere deskundige:
- Hoe groot is het risico op ernstig nadeel?
- Wat zijn de oorzaken van het gedrag?
- Heeft de omgeving invloed op het ontstaan van ernstig nadeel?
- Zijn er alternatieven die voor deze cliënt vallen onder vrijwillige zorg?
- Als de cliënt thuis woont: is de thuissituatie geschikt voor toepassing van de alternatieven?
Bij iedere stap
In iedere stap van besluitvorming is de cliënt en/of diens vertegenwoordiger betrokken.
Stap 1: Heroverweging
Heroverweging van het zorgplan/opname van onvrijwillige zorg in het zorgplan. Bij de besluitvorming zijn betrokken: zorgverantwoordelijke, deskundige van andere discipline, arts en Wzd-functionaris.
Bespreekpunten:
- Staat onvrijwillige zorg in verhouding tot het (verwachte) ernstig nadeel?
- Wat is de impact van onvrijwillige zorg op de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van de cliënt en op zijn participatie? Met welke aanvullende zorgvuldigheidseisen vermindert of verdwijnt die impact?
- Als de cliënt thuis woont, is de thuissituatie geschikt voor de inzet van onvrijwillige zorg? Denkt bijvoorbeeld aan toezicht.
Maximaal kan 3 maanden onvrijwillige zorg worden toegepast.
Stap 2: Verlenging
Verlenging van de periode waarin onvrijwillige zorg verleend kan worden, met maximaal 3 maanden. Bij de besluitvorming worden betrokken: zorgverantwoordelijke, deskundige van andere discipline, arts, deskundige die niet bij de zorg betrokken is en Wzd-functionaris.
Stap 3: Tweede verlenging
Tweede verlenging van de periode waarin onvrijwillige zorg verleend kan worden. In afwachting van het advies van een externe deskundige kan de termijn voor onvrijwillige zorg eenmalig met 3 maanden worden verlengd.
Stap 4: Derde verlenging
Derde verlenging van de periode waarin onvrijwillige zorg verleend kan worden, met maximaal 6 maanden. Bij de besluitvorming worden betrokken: zorgverantwoordelijke, deskundige van andere discipline, arts, deskundige die niet bij de zorg betrokken is, Wzd-functionaris én een extern deskundige. Nieuw in deze stap is dat ook een externe deskundige bij de besluitvorming betrokken wordt.
Stap 5: Vierde en volgende verlenging
Vierde en iedere volgende verlenging van de periode waarin onvrijwillige zorg verleend kan worden, met maximaal 6 maanden. Bij de besluitvorming worden betrokken: zorgverantwoordelijke, deskundige van andere discipline, arts, deskundige die niet bij de zorg betrokken is en Wzd-functionaris.