Doelen kunnen eigenlijk overal over gaan: lichamelijk, geestelijk, leefstijl, dagelijks leven, sociale leven, omgaan met de ziekte en omgaan met de omgeving (zowel de fysieke omgeving als de sociale omgeving). In feite gaat het om de open vraag: wat is nu je situatie en wat zou je willen bereiken?
Bekijk de video over samen doelen stellen van Zuyd Hogeschool:
https://www.youtube.com/watch?v=CHsoCCcDanw
Onderzoek naar het stellen van doelen
Docent en onderzoeker Stephanie von Helden - Lenzen van Zuyd Hogeschool onderzocht samen met een onderzoeksteam of doelen formuleren in de eerstelijnszorg toegepast wordt en hoe zorgverleners en cliënten daarbij te werk gaan. Samen met stakeholders ontwikkelde zij een interventie over doelen formuleren. Stephanie: 'Doelen stellen is in de praktijk nog niet echt een gespreksonderwerp. Het gebeurt weinig.'
Interactief en communicatief
'Het stellen van een doel is een complexe interactieve en communicatieve activiteit die vaak wordt onderschat,' vervolgt Stephanie. 'De poh is niet gewend om vanuit een holistische blik te werk te gaan. Vaak volgt de poh nog het medisch protocol. Dat zegt iets over de rolopvatting van de praktijkondersteuner. In de competentiebeschrijving staat het wel beschreven: doelen stellen, coachen, maar in de praktijk komt het nog niet van de grond. Er is ook te weinig ondersteuning vanuit de organisatie. Randvoorwaarden als tijd ervoor inplannen, het flexibel inrichten van de werkwijze en het volgen van trainingen, ontbreken vaak.'
Zelf doelen formuleren: beter?
Tips van Stephanie
1. Wees niet bang om over doelen te beginnen
2. Kies voor open vragen: wat is belangrijk voor jouw cliënt?
3. Neem een afwachtende houding aan, breng niet direct je expertise / mening in.
4. De huidige situatie moet helder zijn: hoe ziet die eruit?
5. Praat over de gewenste situatie: hoe ziet die eruit? wanneer ben je tevreden?
6. Laat het doel aansluiten bij het type persoon en de levensfase (maatwerk)
7. Laat de cliënt zelf het doel formuleren in de ik-vorm
8. Wees je ervan bewust dat doelen kunnen veranderen
Het onderzoek liet zien dat praten over doelen niet gebruikelijk ia. Vragen als: hoe ervaar je je situatie, wat zou je willen bereiken, worden meestal niet gesteld. Er is soms weerstand tegen het woord ‘doel’. Veel cliënten weten niet goed wat ze ermee aan moeten. Zorgverleners beginnen er op hun beurt niet altijd over, omdat ze bang zijn dat de doelen niet realistisch of niet haalbaar zijn.
Als cliënten hun doelen zelf formuleren leidt dat tot meer motivatie. Stephanie: 'Bij cliënten die doelen formuleren en ze thuis op een zichtbare plek ophangen, zien we een positief resultaat. Alleen gebeurt dat niet heel vaak.
Vaak zien we dat de praktijkondersteuner suggesties doet voor een activiteit. Bijvoorbeeld het deelnemen aan een beweegprogramma. Het lastige is dat het op dat moment vaak niet duidelijk is of de voorgestelde activiteit bij de persoon past.
Vrijblijvend advies
Cliënten ervaren de voorstellen van de poh vaak als vrijblijvend en volgen de suggesties meestal niet op. Zij voelen het niet als hun eigen keuze. Vaak vergeten ze wat erover gezegd is en bespreken het niet thuis. Of de cliënt bedenkt zich: sporten in een groep, dat is niets voor mij. Het werkt beter als de cliënt wordt uitgenodigd om zelf over de doelen en acties na te denken. Zij zijn de ervaringsdeskundige van hun eigen leven.'
Werkende principes
'De huidige situatie moet helder zijn: hoe ziet die eruit? Ga in gesprek over de gewenste situatie vanuit een brede blik: hoe ziet je ideale situatie eruit? Wanneer ben je tevreden? Die informatie verwerk je in je doel. Laat de cliënt het doel formuleren in de ik-vorm. En bespreek hoe je het doel wilt gaan bereiken en wie je erbij wilt betrekken. Een voorbeeld: iemand wil minder vet gaan eten. Informeer hoe het thuis gaat met eten koken en inkopen. Hoe ga je hierover met je partner in gesprek? Zo krijg je inzicht in wat ervoor nodig is om met het doel aan de slag te gaan,' vertelt Stephanie.
Interventie voor doelen stellen
De interventie voor het doelen stellen die we gebruikt hebben bestaat uit 4 elementen:
1. Handreiking gezamenlijke besluitvorming
De handreiking gezamenlijke besluitvorming van het Nederlands Huisartsen Genootschap, InEen, Zorginstituut Nederland en Zuyd. Deze handreiking bevat het klassieke model van samen beslissen van Glyn Elwyn en vult het aan met een procesmodel voor het stellen van doelen. Hierdoor wordt duidelijk dat doelen duidelijk moeten zijn voordat je kunt beslissen over actieplannen. Bekijk de handreiking gezamenlijke besluitvorming (pdf)
2. Patiëntprofielen
Tijdens het onderzoek hebben we gewerkt met 4 typen patiënten van het model Bloem/Stalpers. Daarbij worden 4 typen patiënten onderscheiden: zoekend, zelfbewust, weinig bereidwillig en weerstand. Dat bleek een handig handvat. Wat voor type mens heb je voor je en hoe speel je daarop in? De ene patiënt kan veel aan, de andere doet snel te veel, dan kies je 1 doel en maakt het kleiner en haalbaar. Lees meer over de vier patiëntprofielen op zelfzorgondersteund.nl
3. Het 4-bollenmodel
Dit is een gespreksmodel waarbij je ingaat op vragen als: waar heb je last van als het gaat om je gezondheid? Hoe ziet je dag eruit, wat doe je allemaal, hoe ziet je omgeving eruit? Krijg je ondersteuning van je omgeving? Je bespreekt de 4 bollen aan de hand van de huidige situatie en de gewenste situatie. Aan de hand daarvan kunnen dan doelen worden gesteld. Lees meer over het 4 bollen-model of neem contact op met Stephanie.
4. Training en coaching
Een training bestaande uit 1 trainingsdag, e-coaching, 1 dagdeel coaching on the job en 1 terugkomdag. Kern van de training is het leren werken met de handreiking, de profielen en de 4 bollen, én het reflecteren op eigen werkwijze en attitudes. De rolopvatting van de POH staat hierbij centraal. Tip: door het volgen van een training is de hele praktijk of het hele team betrokken, dat bevordert het proces.
Wat is nodig om dit blijvend toe te passen?
Als een huisartsenpraktijk of gezondheidscentrum écht persoonsgericht wil gaan werken (en het stellen van persoonlijke doelen is hierbij de kern) dan is het zaak dat de hele organisatie de noodzaak voelt om te veranderen. Randvoorwaarden zijn nodig: meer tijd, meer ruimte voor trainingen en intervisie en minder afgerekend worden op het protocol. Daarnaast is het van belang om hierover met elkaar in gesprek te blijven, door intervisie, het uitwisselen van ervaringen bijvoorbeeld in een wekelijks overleg. Ook zou de opleiding hier veel meer aandacht aan moeten besteden. Hier ben ik met de opleidingsfunctionarissen over in gesprek.
Promotieonderzoek Zelfmanagement Stephanie von Helden-Lenzen

Stephanie von Helden-Lenzen is als docent en onderzoeker verbonden aan Zuyd Hogeschool. Zij promoveerde aan de Universiteit Maastricht met het proefschrift ‘Self‐management goal setting and action planning in primary care’. Op basis van literatuur, interviews met cliënten, professionals en experts en observaties van doelengesprekken in de praktijk ontwikkelde zij samen met stakeholders een interventie. Deze interventie werd getest bij 15 praktijkondersteuners en hun cliënten.
Het team van onderzoekers bestaat uit: Dr. Ramon Daniëls (Zuyd/UM), Dr. Loes van Bokhoven (UM), Prof. Trudy van der Weijden (UM), Prof. Sandra Beurskens (Zuyd/UM). Wil je meer weten over de interventie of het proefschrift? Neem contact op met
Stephanie von Helden-Lenzen of bel 045-4006538.