Patricia (foto) begeleidt 1 van de 3 rayons van Surplus bij het bespreekbaar maken van dilemma’s. Ze ziet dat het veel oplevert: meer werkplezier, minder frustratie, en meer rust en tevredenheid bij bewoners, naasten en medewerkers. Dilemma's bespreken is onderdeel van de Routeplanner bij Dilemma's in de zorg (pdf), het kennisproduct dat ontwikkeld is in de werkplaats.
Dilemma's over alledaagse dingen
Patricia vertelt over een aantal mooie voorbeelden. In alle voorbeelden is de rode draad: alledaagse dingen. Waarbij je het niet iedereen 100% naar de zin kunt maken, dus wat is het beste voor alle partijen?
1. Het korset
Er is een bewoonster die een korset wil dragen voor haar rug. Het kostte alleen veel fysieke inspanning voor medewerkers om het korset goed aan te krijgen. En met een toiletbezoek moet het ook weer even uit. Ook deed het korset pijn bij de bewoonster.
Door de discussies hierover onderling werd het een steeds groter ding. Dankzij de dilemmabespreking kwamen ze erachter dat het korset misschien te klein was. Ze stelden voor een maat groter uit te proberen. Dat bleek een goede oplossing tot ieders tevredenheid.
2. Het avondeten
Er waren verschillende dilemma’s over eten. En iedere medewerker heeft eigen normen en waarden over eten. Bijvoorbeeld: eten doe je netjes aan een gedekte tafel. Of: prima om met je bord op schoot voor de tv te zitten.
Patricia: ‘Het is belangrijk om die normen en waarden van elkaar te weten bij dilemma’s. Daarnaast is het belangrijk te weten wat een bewoner gewend is. Of diegene bijvoorbeeld graag de tafel dekt en samen met anderen eet. Anderen zijn soms liever op zichzelf. Als je dat weet, kun je ook afspraken maken. Bijvoorbeeld dat iemand een paar keer per week aan tafel komt eten. En een paar keer met een bord op schoot op diens kamer. Dan heb je een goede middenweg.’

Ook is er een bewoner die het eten niet altijd lekker vindt bij Surplus. ‘We hebben besproken wat die bewoner graag wil en wat er mogelijk is. Nu bezorgt een cateraar 4 keer per week een maaltijd voor hem. Het kost hem niet veel extra, want voor die keren hoeft hij niet te betalen voor het eten van Surplus. Hij is er ontzettend blij mee en voor ons is het nauwelijks moeite. Leuk om te zien hoeveel hij ervan geniet!’
Tien tips om dilemma’s bespreekbaar te maken
- Wees enthousiast en blijf voorbeelden delen met zorgmanagers en collega’s. Dat is aanstekelijk en helpt dilemma’s te herkennen.
- Kom terug bij zorgmanagers als zij er zelf niet op terugkomen. Het is nodig dat zij dilemmabesprekingen faciliteren.
- Ga voor de olievlek: als enkele zorgmanagers ermee aan de slag gaan en er enthousiast over vertellen, volgt de rest ook. Dat geldt ook voor collega’s.
- Zorg voor kartrekkers per afdeling. Dan houd je het onderwerp blijvend onder de aandacht.
- Begin met dilemmabesprekingen van ongeveer 3 kwartier, zodat je de diepte in kunt gaan. Het is niet iets voor een koffiemoment.
- Houd de groepjes klein: ongeveer 7 of 8 medewerkers. Dan komt iedereen aan de beurt en voelt het veiliger.
- Kies tijdens een dilemmabespreking een paar dilemma’s die de meesten herkennen. Je kunt niet met alles (tegelijk) aan de slag.
- Een dilemmabespreking gaat vooral over ‘erover mogen praten’ en er het goede gesprek over hebben. Dat lucht al op. Een mogelijke oplossing komt pas daarna.
- Besef dat iedereen eigen normen en waarden heeft. Heb het daarover. Dan kan er begrip voor elkaar ontstaan.
- Bedenk dat dilemma’s over kleine dagelijkse dingen kunnen gaan. En met alles wat er aan werk ligt: doe wat mogelijk is en houd de oplossingen simpel.
3. De uitzendkracht
Surplus heeft net als andere zorgorganisaties last van personeelstekort en uitval door ziekte. Daarom huren ze soms uitzendkrachten in.
‘Bewoners willen alleen niet altijd door een uitzendkracht geholpen worden.,' vertelt Patricia. 'Eerst deden de vaste krachten het dan alsnog zelf, maar dat werkt natuurlijk niet. We hebben het tijdens een dilemmabespreking besproken. Daaruit kwam dat het belangrijk is om de uitzendkracht even voor te stellen. En uit te leggen waar diegene wel en niet bij helpt, en te zeggen dat wij heel blij zijn dat diegene er is om ons te ondersteunen.’
4. Naar bed
Een bewoonster wilde nog niet om 22 uur naar bed vanwege een tv-programma. Voor de medewerker betekende later naar bed: later rapporteren, overdragen en stoppen met haar dienst. Patricia: ‘Met de bewoonster is besproken op welke dagen ze een programma af wil kijken. Dat is niet elke dag. Op de andere dagen gaat ze dan wel om 22 uur naar bed.’
Routeplanner bij dilemma’s in de zorg
Werken in de zorg gaat altijd gepaard met dilemma’s: het hoort bij het werk. Mensen denken nu eenmaal heel verschillend over dingen en hebben verschillende normen en waarden. Hoe ga je met deze verschillen om? De Routeplanner geeft je handvatten en tools om het gesprek aan te gaan.
Lees meer over de Routeplanner op Zorg voor Beter