Werkwijze
Studenten van de opleiding Ergotherapie van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) krijgen in hun 2e jaar een beroepsopdracht over ergotherapeutische behandeling van een CVA cliënt. CVA staat voor Cerebro Vasculair Accident ofwel een beroerte. Na een beroerte heeft men vaak hersenschade waardoor mensen in hun functioneren beperkt worden.
In de onderwijsmodule leren studenten een ergotherapeutische probleemanalyse en plan van aanpak te maken. Om de leerervaring van studenten te vergroten wil HvA binnen de opdracht werken met ouderen die werkelijk een CVA hebben gehad, in plaats van simulatiepatiënten. Op grond van haalbaarheid werkt één klas met ouderen met CVA en blijven de andere klassen met simulatiepatiënten werken.
In samenwerking met Cliëntenbelang Amsterdam is gezocht naar ouderen met een CVA die mee wilden werken. In de zoektocht bleek al snel dat alleen ouderen met een afgerond revalidatietraject voldoende fit waren voor deelname. Het bleek lastig en tijdrovend om ouderen met CVA te vinden die zelf in staat waren om naar de HvA te komen. De 3 geselecteerde ouderen werden gekoppeld aan studentengroepen en zagen elkaar gedurende de onderwijsmodule 3 keer.
Resultaat
In totaal zijn er 3 ouderen met een CVA gevonden die in de onderwijsmodule hebben meegedaan. Over het algemeen kwamen deze ouderen naar de HvA toe. Tijdens één les was het voor één van de ouderen niet mogelijk om naar de HvA te komen. De studenten zijn toen naar de oudere toe gegaan.
Zowel de studenten, ouderen als de docenten zijn zeer enthousiast over de ervaring.
Studenten:
- Zijn onder de indruk van hun contacten met de ouderen: “Zo anders dan een papieren casus of simulatiecliënt';
- Zien veel mogelijkheden om te leren denken als toekomstige professional;
- Hebben enorm veel waardering gekregen voor de ouderen. Ouderen werden hartelijk uitgezwaaid als ze bij school weggingen en studenten namen zelfs cadeautjes (elastische schoenveters) mee voor de ouderen om hen te bedanken;
- Komen spontaan met ideeën voor vervolgcontacten (buiten het curriculum om);
- Geven aan zich beter voorbereid te voelen op hun stage.
Ouderen:
- Geven aan een boost gekregen te hebben van het werken met de studenten;
- Voelen zich gezien en betekenisvol;
- Willen volgend jaar weer meewerken.
Docenten:
- Vinden het mooi om studenten boven zichzelf te zien uitstijgen;
- Zien een duidelijke inhoudelijke meerwaarde in het werken met ouderen met een CVA, vergeleken bij het werken met simulatiepatiënten;
- Maar: vonden het ook moeilijk en tijdsintensief om ouderen met CVA te vinden, de lessen voor te bereiden en in te kunnen spelen op onverwachte gebeurtenissen. Dit is naar de toekomst toe alleen haalbaar als extra tijd beschikbaar komt om dit goed vorm te geven.
Leerpunten
- Investeren in de voorbereiding en begeleiding: de bedoeling was dat de docent de ouderen vooraf zou bezoeken om kennis te maken, praktische vragen door te nemen en om de lessen door te spreken. In de praktijk is dat slechts bij een van de drie ouderen gelukt. Dit vroeg om improvisatie voor praktische problemen tijdens de lessen, zoals inname van medicijnen, rolstoelvervoer dat te laat arriveert of te vroeg mensen ophaalt. En ook afstemming met vrijwilligers in de zorgorganisatie waar de ouderen woonden kostte veel meer tijd dan gepland.
- Houd rekening met onverwachte gebeurtenissen: Zelfs als alles goed doorgesproken en voorbereid is, kan alsnog iets onverwachts gebeuren waarvoor een oplossing moet worden bedacht. Zo voelde een dame zich bij de 3e bijeenkomst te slecht om naar school te komen. Dus gingen studenten naar haar huis om de opdracht uit te voeren. Zowel door de studenten als oudere werd dit achteraf als zeer positief ervaren.
- Zorg voor een trouble-shooter: De verantwoordelijke docent voor de module was niet altijd beschikbaar op school gedurende contactmomenten tussen de studenten en de ouderen. Dit bleek noodzakelijk vanwege de praktische problemen waar ouderen en studenten soms tegenaan liepen. Op zulke momenten is een docent die als trouble shooter kan optreden essentieel.
Toekomst
De HvA gaat komend jaar in een iets andere vorm door met het inzetten van ouderen met een CVA in het onderwijs. Het leek het meest praktisch om de ouderen naar de school toe te laten komen. In de praktijk leverde dat behoorlijk praktische uitdagingen op. Door toeval zijn de studenten voor één bezoek naar de oudere in een woonzorgcentrum toegegaan. Dit werkte erg goed. Komend jaar vindt daarom het merendeel van de contacten bij de ouderen thuis plaats. De eerste bijeenkomst zal onder begeleiding van een docent in de school plaatsvinden. De volgende contacten worden gepland bij de oudere thuis in het woonzorgcentrum. Dit is voor de ouderen minder belastend, voor de school praktischer en voor de studenten een extra leerervaring. Over hoe de begeleiding van de studenten tijdens de bezoeken aan de ouderen vorm kan krijgen wordt nog nagedacht. Mogelijk wordt hierbij een koppeling gemaakt met ouderejaars studenten die stage lopen in de woonzorginstelling. Zo krijgen ouderejaars een mentor rol naar de jongere studenten.
Contactpersoon