Aan het woord is Baris Adiyaman, 25 jaar. Hij volgt de opleiding Sociaal Agogisch Werk in Zwolle. Via een contactpersoon voor Familie (in)zicht bij Driezorg kwam hij aan een stage in de ouderenzorg. Iets waarnaar, net als bij veel andere jongeren, niet zijn eerste voorkeur uitging. Hij weet uit ervaring dat veel jongeren het werken met ouderen saai lijkt. Ze hebben vaak een negatief beeld van ouderen.
Rol als verbinder
Zijn rol bij Familie (in)zicht was het werven van ouderen. Hij benaderde daarvoor ouderen die hij had leren kennen in een eerder project Jong belegen. Zij vonden het de 1e keer zo leuk, dat ze graag nog een keer wilden meedoen in een project. Dat werd Familie (in)zicht. Voor zichzelf zag Baris ook een rol als verbinder: door zijn stage en studie kon hij zich zowel in ouderen als studenten verplaatsen.
Familiegevoel
Wat hem aansprak in het contact tussen studenten en ouderen, was het familiegevoel dat ontstond: Dat leerlingen informeerden waarom een oudere deelnemer afwezig was tijdens een bijeenkomst, omdat zij haar misten. Dat ze op bezoek wilden gaan toen bleek dat het om een ziekenhuisopname ging. Dat soort betrokkenheid tussen ouderen en jongeren vond hij mooi om te zien. En soms bleef ook na een project het contact in stand. Dan belden leerlingen uit zichzelf nog eens op of gingen langs. De ouderen genoten daar enorm van, want ook in Zwolle is er veel eenzaamheid onder ouderen. En hij vond het hartverwarmend toen hij één van de ouderen hoorde zeggen: 'Sommige van deze jongeren zie ik als mijn kleinkinderen. Mijn eigen kleinkinderen zie ik niet zo vaak.'
Voor herhaling vatbaar
Baris zou zo weer tijd vrijmaken voor een project met ouderen. Sowieso voor het werken met ouderen. 'Als je ziet welke chemie op deze manier vrijkomt tussen ouderen en jongeren, dan zou dit eigenlijk altijd moeten gebeuren in het onderwijs.' Die chemie raakt Baris. 'Leerlingen zeiden na afloop, dat ouderen heel anders waren dan ze in eerste instantie gedacht hadden, helemaal niet nors, eigenwijs of saai.' En de cijfers spreken ook voor zich. Toen Baris aan het begin van het project vroeg: 'Wie zegt nu bij voorbaat ik wil in de ouderenzorg werken?', waren dat 2 studenten. Toen hij het na afloop nog eens vroeg waren dat er 11.
Respect
Respect voor de medemens is hem door zijn ouders van kleins af aan meegegeven. Maar het echt samenwerken met ouderen maakt dat hij als mens nu op een hele andere manier tegen ouderen aankijkt. Ouderen zijn niet eentonig of saai. Hij realiseert zich dat ze een belangrijke rol hebben gespeeld bij de opbouw van het land en dat de luxe waarin wij nu leven aan hen te danken is. Daarom mogen ouderen wat hem betreft wel met meer respect behandeld worden. En ouderen zelf hebben ook behoefte aan contact en waardering.
'Een glimlach op het gezicht van een oudere is het mooiste wat er is, dat is met geen middel te betalen.'
Leren anticiperen
Baris vindt het belangrijk dat leerlingen kennis krijgen over hoe ouderen denken, zodat ze beter kunnen inspelen op situaties in hun toekomstige werk. Dat zij bijvoorbeeld beseffen dat een trap van 16 treden voor jongeren geen probleem is, maar dat voor ouderen 8 treden eigenlijk al een maximum is en ze bij 3 treden liefst even rusten. Of dat studenten voor zichzelf nagaan: Wat zou ik doen als ik langs ga bij cliënten, volgens planning voor iedere cliënt maar beperkt, zeg 5 minuten tijd heb, en één van mijn cliënten huilt als ik wil vertrekken. Ga ik dan weg, of zoek ik uit wat de kern van het probleem is? Baris vindt het fijn als studenten dan zeggen 'die 5 minuten interesseren me niet, dan neem ik maar meer tijd om te achterhalen wat er is.'
Geen toneel spelen
Wat Baris jongeren wil meegeven is: 'Wees echt en oprecht, voer geen toneelstukje op. Doe niet of het vreemde mensen zijn, het zijn gewoon mensen. En een geintje maken kan en mag dus gewoon.' Zelf gaf hij ouderen weleens een ‘boks’ als begroeting. Toen hij dat een week oversloeg, vroegen ze waar ‘hun boks’ bleef. En zijn advies voor de opleidingen is: 'Houd het praktisch, benadruk de positieve dingen, stimuleer de leerlingen contact te houden met de ouderen, zeker nog twee tot drie keer na het project, fysiek of telefonisch. En vergeet de verjaardag van de betrokken ouderen niet; ga langs of stuur een kaartje.' Toen hij dat zelf deed huilde ‘zijn’ oudere van blijdschap voor die aandacht. Dat kwam wel even binnen!
Interviewer: Marion Keizer