Werkwijze
De onderwijsmodule Familie (in)zicht is samen met ouderen en mantelzorgers ontwikkeld voor mbo-studenten in de zorg (verpleegkunde, verzorgende, medewerker maatschappelijke zorg). Deze onderwijsmodule gaat over de samenwerking tussen oudere, mantelzorger en zorgprofessional. In 4 e-learning-modules en 4 praktijklessen maken studenten kennis met het onderwerp. In de praktijklessen spelen ouderen en mantelzorgers een belangrijke rol. Door middel van gesprekken, rollenspellen, interviews en het vertellen over de eigen ervaringen met de zorg geven ouderen en mantelzorgers de studenten meer inzicht in het perspectief van ouderen en hun mantelzorgers.
De onderwijsmodule is getest bij 2 ROC’s: het Deltion College en het Gezondheidszorg College van ROC Midden Nederland. Deltion werkt samen met de zorgorganisatie Driezorg, waar de praktijklessen zijn gehouden. Op deze manier maakten de studenten kennis met de leefomgeving van de ouderen. Ook vond een deel van de lessen plaats op het Deltion College. Dit was voor de ouderen en mantelzorgers een kennismaking met de leeromgeving van de studenten.
Lees ook het interview met Cornelis Kapitein, docent ROC Deltion en werkzaam in de welzijnszorg
Bij het Gezondheidszorg College van ROC Midden Nederland zijn de lessen uitgevoerd op school. Daar hebben mensen met beginnende dementie uit een ander project (DemenTalent) meegewerkt. Ook zijn er mantelzorgers bij de lessen betrokken.
De onderwijsmodule is in een pilotversie gegeven aan studenten van drie opleidingen van het Deltion College en twee opleidingen van ROC Midden Nederland. In de onderwijsmodules hebben in totaal 11 ouderen en jongere mensen met beginnende dementie en 6 mantelzorgers een rol gespeeld.
Resultaat
De motivatie van de ouderen en mantelzorgers om mee te werken aan de lessen is gebaseerd op plezier. Of zoals één van hen het verwoordde: ‘de samenwerking tussen ouderen en jongeren vind ik in alle opzichten leuk!’ Daarnaast vormden hun eigen ervaringen met zorgverleners en de ontwikkelingen in de zorg redenen om aan de module mee te werken. Het grootste deel van de ouderen en mantelzorgers wil een volgende keer graag weer deelnemen aan dergelijke activiteiten. Met name de omgang met de studenten werd door ouderen en mantelzorgers gewaardeerd. Een van hen: ‘Ik vind dat je als oudere ook nog wel wat van de jongeren kunt leren’. Ook de inhoud van de lessen werd als waardevol beoordeeld.
Lees ook het interview met Baris Adiyaman, student Sociaal Agogisch Werk
De studenten waren over het algemeen enthousiast. Op het Deltion college bleek de waardering van de studenten samen te hangen met de manier waarop de docent de modules inzette. Studenten oordeelden dat ze door de lessen leren begrijpen waarom het van belang is om naar het netwerk van ouderen te kijken en dat het van belang is om interesse te hebben voor het verhaal van de oudere cliënten. Ook zijn ze zich meer bewust geworden van de rol en behoeften van mantelzorgers. Sommige studenten waren zo enthousiast over het contact met de ouderen dat zij afspraken hebben gemaakt om na afloop van de onderwijsmodule bij hen op bezoek te gaan.
Aanpak werving ouderen
In de werving van ouderen en mantelzorgers werd bij het Deltion College hecht samengewerkt met zorgorganisatie Driezorg. Een oproep in het magazine van de zorgorganisatie had geen effect. Vervolgens hebben medewerkers van Driezorg, een stagiair en een docent van Deltion actief ouderen gevraagd om mee te doen. Dit werkte beter. Via het netwerk van deze ouderen meldden zich nog andere ouderen en mantelzorgers aan. In totaal zijn er bij de onderwijsmodule 8 ouderen en 5 mantelzorgers betrokken geweest. De stagiair die vanuit Deltion bij Driezorg stage liep, kreeg als taak om de ouderen en mantelzorgers te informeren over de planning van het project en om hen te helpen met hun voorbereiding op hun rol in de onderwijsmodule. Ongeveer 6 weken voor de eerste lessen werd er voor de ouderen en mantelzorgers een voorbereidingsbijeenkomst georganiseerd.
Het Gezondheidszorg College ROC Midden Nederland slaagde er niet in om een zorgorganisatie te vinden die tijd had om mee te doen. Mantelzorgers en zorgvragers zijn geworven uit de samenwerking met een ander project (DemenTalent) en hebben zich gemeld na oproepjes in verschillende media. De bij de lessen betrokken mantelzorger was zeer enthousiast. ‘Ik heb weer hoop gekregen dat er ook dingen goed kunnen gaan in de zorg nu ik met deze jonge mensen heb gewerkt’, zei een van hen. Doordat 3 mensen met beginnende dementie hebben meegedaan in de lessen leverde dit bij de studenten extra begrip van dementie op.
Waarom werkte het?
- Enthousiaste ontwikkelaars en docenten: de onderwijsmodule is ontwikkeld en gegeven door docenten die het essentieel vinden dat studenten kennis maken met het verschil in perspectief tussen oudere, mantelzorger en zorgprofessional. Ze zijn bereid tijd en energie te investeren in het tot stand laten komen van het contact tussen studenten en ouderen.
- Leren van elkaar: binnen het Deltion College werd de module in korte tijd in verschillende opleidingen aangeboden. De docenten konden onderling van elkaar leren en gebruik maken van elkaars ervaringen.
- Betrokkenheid zorginstelling: het Deltion heeft een goede samenwerkingsrelatie met zorgorganisatie Driezorg. In deze module was deze relatie zeer belangrijk bij het vinden van ouderen en mantelzorgers.
- Betrokkenheid stagiair: binnen Driezorg werkte een stagiair van het Deltion College. Deze stagiair kreeg zowel vanuit Driezorg als vanuit Deltion de ruimte om de begeleiding van de ouderen en mantelzorgers te verzorgen. Dit deed hij op een dusdanig enthousiaste manier dat de ouderen zich erg op hun gemak voelden bij hem. Hierdoor wist hij ze, ondanks de onduidelijkheid die er lange tijd was, aan het project te binden. Voor het Deltion College scheelde het veel tijd van docenten dat deze taak bij de stagiair belegd kon worden.
- Het persoonlijk netwerk van de docent: Voor het traject waren er afspraken gemaakt met zorgorganisaties over het werven van ouderen en mantelzorgers. Uiteindelijk blijkt vooral het persoonlijk netwerk van de docent doorslaggevend. Als een docent een groep ouderen en mantelzorgers rond zich kan verzamelen die jaarlijks mee willen doen met de lessen, kan het traject succesvol zijn.
Leerpunten
- Ontwikkeling en uitvoer van de onderwijsmodule liepen door elkaar: in de pilotfase werd al gestart met de uitvoer van de eerste lessen voordat de laatste lessen ontwikkeld waren. Dit zorgde in de praktijk voor extra uitdagingen. Zo bleef het voor de ouderen en mantelzorgers lang onduidelijk wanneer de lessen precies plaats zouden vinden en waren tijdens de voorbereidende bijeenkomst nog niet alle lessen af. Daardoor konden deze nog niet inhoudelijk worden besproken.
- Afstand tussen ontwikkelaars en uitvoerders: de ontwikkelaars van de module waren niet de docenten die de module zelf gaven. Dit betekende in de praktijk dat zij een module ontwikkelden waarvan zij tijdens het ontwikkelen nog niet wisten welke docenten de module gingen geven en wanneer. Dit maakte planning lastig. In de praktijk zat er een vrij lange periode tussen het werven en voorbereiden van de ouderen en de daadwerkelijke lessen, waardoor het voor de stagiair die de contacten met de ouderen onderhield een uitdaging was om hen gemotiveerd te houden.
- De rol van de oudere in de module: tijdens het ontwikkelen van de module is de rol van de ouderen en de mantelzorgers veranderd. Het oorspronkelijke idee van de oudere en mantelzorgers als mede-docenten die ook verantwoordelijk zijn voor feedback en beoordeling van de studenten is gaandeweg verder ingekaderd naar het vertellen vanuit hun eigen perspectief zonder dat zij verantwoordelijk zijn voor de voortgang in de les. Dit werkte beter voor de ouderen en docenten.
- Voorbereiding van de ouderen en mantelzorgers: ter voorbereiding op hun rol in de lessen is er een e-learning-module ontwikkeld om ouderen en mantelzorgers kennis te laten maken met de thematiek van de onderwijsmodule, om hun presentatievaardigheden mee te versterken en om te oefenen met het geven van feedback aan studenten. In de praktijk bleek dat de e-learning-module goed aansloot bij de mantelzorgers, maar niet goed bij de groep ouderen, vanwege hun beperkte digitale vaardigheden. Het blijkt belangrijk dat de docent de tijd neemt om met de oudere de les voor te bereiden.
- Aansturen/begeleiden van de oudere in de les: voor docenten was het best wennen om met ouderen en mantelzorgers in de les te werken. Sommige ouderen konden lang van stof zijn. Anderen reageerden niet altijd even tactisch op de studenten. Het was voor de docenten zoeken hoe hier mee om te gaan op een manier waarop ze de ouderen in hun waarde lieten en tegelijk de studenten geïnteresseerd hielden.
- Dezelfde ouderen en mantelzorgers had weinig voordeel: in de opzet van de onderwijsmodule is ervoor gekozen dezelfde ouderen en mantelzorgers bij de verschillende lessen aan dezelfde groep te betrekken. Dit vanuit de gedachte dat ze hiermee een band met de groep konden opbouwen, voort konden borduren op de behandelde onderwerpen uit de eerdere lessen en de studenten leerden kennen waardoor ze feedback konden geven. In de praktijk bleek dit alleen te werken als de docent met de ouderen de lessen goed voorbereid. Soms werden de ouderen en mantelzorgers in de lessen onvoldoende uitgedaagd om iets nieuws te vertellen waardoor er overlap met eerdere lessen optrad.
- Meerwaarde voor zorgorganisaties: van oorsprong was de gedachte dat een zorgorganisatie medewerkers zou leveren om mee te doen in dit traject waardoor een zorgorganisatie zelf ook een verbeterslag zou kunnen maken. In de praktijk bleek de samenwerking met zorg organisaties beperkt. Hoewel Driezorg goede relaties heeft met Deltion heeft er uiteindelijk maar een medewerker van Driezorg meegedaan met het traject. Ook in Midden Nederland lukte het niet om medewerkers van zorgorganisaties mee te laten doen in het traject hoewel er met twee zorgorganisaties zelfs samenwerkingsovereenkomsten waren gesloten bij aanvang van het project. De weerbarstige werkelijkheid van voortdurend reorganiserende zorgorganisaties maakt dat zij intern gericht zijn en ondanks goede intenties van personen kwam de deelname van medewerkers niet van de grond.
Toekomst
Na de lessen binnen het Deltion College is de onderwijsmodule ook getest in vier klassen van het ROC Midden Nederland. Op basis van de ervaringen in deze pilots wordt de onderwijsmodule en de module voor de ouderen en mantelzorgers verder doorontwikkeld.
Meer lezen?
Meer weten?
Cornelis Kapitein, docent ROC Deltion
E-mail: ckapitein@deltion.nl
Tel: 06-37322344