Werkwijze
De Haagse Hogeschool werkt aan een nieuw curriculum voor de opleiding verpleegkunde. In dit curriculum, dat in zal gaan per studiejaar 2016-2017, krijgt ouderenzorg een prominente plek. De opleidingsmanager zoekt daarbij samen met haar docenten naar andere manieren van leren waarin het contact tussen studenten en patiënten/ouderen een prominente rol krijgt. Dit project is mede mogelijk gemaakt met financiering vanuit het Nationaal Programma Ouderenzorg.
Al tijdens de ontwikkeling van het nieuwe curriculum wil men samen met ouderen nadenken over hoe ouderenzorg en ouderenparticipatie een plek kan krijgen in het onderwijs. De Haagse Hogeschool heeft daarom een discussieavond georganiseerd om ouderen, docenten en studenten met elkaar in gesprek te laten gaan over wat hierin van belang is. Wat vinden ouderen dat toekomstige verpleegkundigen over ouderen moeten weten? Wat waren voor hen goede of slechte ervaringen met verpleegkundigen?
Lees ook het interview met Marit, student hbo-v aan de Haagse Hogeschool
Resultaat
Zes docenten en studenten gingen in gesprek met een groep van 10 ouderen. Om iedereen zoveel mogelijk ruimte te geven om mee te denken werd er in 2 subgroepen ingegaan op de ervaringen van de deelnemende ouderen met verpleegkundigen.
Uit de gesprekken kwam naar voren dat het essentieel is dat studenten tijdens hun opleiding leren om zich in hun toekomstige cliënten te verplaatsen. Dat zij leren wat de impact is van hun handelen voor de oudere. Zo vertelde de mantelzorger van een vrouw met niet-aangeboren hersenletsel dat het verschil tussen een goede en een slechte verpleegkundige wordt bepaald of een verpleegkundige het voor zichzelf zo makkelijk mogelijk maakt of dat ze uitgaat wat het prettigste is voor de cliënt.
Lees ook het interview met Meralda Slager, opleidingsmanagers Verpleegkunde aan de Haagse Hogeschool
Door de gesprekken met de ouderen bleek duidelijk hoe belangrijk onderwerpen als bejegening en bevlogenheid voor hen zijn. Ouderen gaven aan dat ze daar een goede en een slechte verpleegkundige herkenden. Het ging ook over welke kennis ontbreekt bij verpleegkundigen zoals zorg bij aambeien. Ouderen gaven aan dat ze de verpleegkundigen tegenwoordig niet meer herkennen omdat ze geen uniform aan hebben. Ook werd aangegeven dat er meer mannelijke verpleegkundigen zouden moeten komen.
Dat deze onderwerpen ter sprake konden komen zegt alles over de dialoog die ontstond en het vertrouwen. Er werd erkend dat juist deze dialoog als vorm veel meer in het onderwijs zou kunnen plaatsvinden maar ook in de praktijk.
Aanpak werving ouderen
Door de Haagse Hogeschool is een uitnodiging ontwikkeld. Deze is verspreid naar:
- Zorgorganisaties in de regio (een docent en student zijn de uitnodiging op gaan hangen in de gezamenlijke ruimtes);
- Een mailing naar de afdelingen van de PCOB in de regio;
- Een mailing naar het ouderen- en mantelzorgplatform van GENERO en het Ouderenberaad Noordelijk Zuid-Holland;
- Via warme contacten van het Netwerk van organisaties van Oudere Migranten (NOOM);
- Via de zorgorganisatie waar de bijeenkomst gehouden werd.
In eerste instantie kwam er niet veel reactie op de uitnodiging. Na extra inspanningen via de PCOB, NOOM en de zorgorganisatie waar de bijeenkomst gehouden werd was er uiteindelijk een groep van 10 ouderen aanwezig die zeer actief hebben meegedacht. Deze groep was zeer divers in samenstelling van zeer vitale vrijwillige ouderenadviseurs (via de bonden) tot een kwetsbare vrouw die samen met haar echtgenoot deelnam.
Waarom werkte het?
- Praten op basis van ervaringen: door het type vragen dat gesteld werd konden de deelnemende ouderen spreken vanuit hun eigen ervaringen. Zij kunnen goed vertellen hoe het in de dagelijkse praktijk gaat en hoe het beter kan. Voor de docenten waren er nieuwe geluiden (het belang van bevlogenheid en van het meer mannen interesseren voor het vak), maar ook geluiden die bekend zijn (herkenbaarheid niveau verzorgende/ verpleegkundige, liefde voor het vak).
- De locatie buiten de Haagse Hogeschool: in de pilot is er bewust voor gekozen om de bijeenkomst buiten de hogeschool te laten plaatsvinden en naar de ouderen toe te gaan. Dit maakt dat de docenten en studenten uit hun eigen vertrouwde omgeving komen en op een andere manier het gesprek aan gingen.
- Studenten raken enthousiast: door de directe confrontatie tussen studenten en ouderen in een andere context dan de zorgsituatie ontstaat er een ander gesprek. Het werd een mooie dialoog. De studenten namen automatisch een actieve rol aan en werden enthousiast over het doorvertalen van de verhalen van de ouderen naar hun eigen leerproces.
- Inspirerend voor docenten: docenten zien door de bijeenkomst nieuwe manieren om studenten competenties aan te leren. Er ontstaat een verfrissende kijk op leren en hoe dit in nieuwe vormen kan worden gegoten. Dit werkt aanstekelijk en enthousiasmerend. Er zijn concrete onderwerpen voor onderwijs aangedragen.
Wat was lastig?
- Tijdig ouderen werven: de uitnodiging voor de discussieavond waren pas laat gereed. Dit maakte dat er relatief kort (3 weken) tijd was om ouderen te werven. Ook was de bijeenkomst gepland in juni, dat is bij uitstek de periode dat veel vitale ouderen op vakantie zijn. Binnen de zorginstelling waar de bijeenkomst gehouden werd, stond al veel gepland in deze maand. Dit maakte de werving moeilijker.
- Het vinden en bedenken van een geschikte locatie: de Haagse Hogeschool wilde een beweging naar ouderen bewerkstelligen en hierom is gekozen om de bijeenkomst niet op de HHS te houden maar in een verpleeginstelling. Het kostte extra tijd en inspanning om dit te regelen.
- De slag van idee naar de praktische uitwerking: het was een nieuwe manier van werken om een bijeenkomst met ouderen te organiseren en te bedenken welke vragen relevant waren. Voor docenten is het nieuw om voor het vaststellen van een nieuw curriculum ouderen te betrekken. Voorheen was dit het domein van docenten. Al met al was een leerproces dat soms een beetje schuurt.
Toekomst
Voor de toekomst wil de leiding van de opleiding Verpleegkunde vaker dergelijke sessies organiseren. Er is een nieuwe afspraak gemaakt met deze groep ouderen om ze te betrekken bij het ontwerpen van het nieuwe curriculum en om te toetsen wat er met hun inbreng is gedaan.
Voor het onderwijs is men bij de opleiding aan het nadenken hoe deze dialoog vorm kan krijgen. Veel studenten maken via een stage in hun eerste jaar kennis met de ouderenzorg en raken daar helaas door gedemotiveerd. Deze dialoog zou kunnen bijdragen aan een positievere beeldvorming en ook een andere manier van invulling van de stage kunnen betekenen.
In het algemeen moet er binnen de opleiding een verschuiving ontstaan van het sec leren van verpleegkundige vaardigheden naar ontmoeting met ouderen en de tijd nemen voor het leren kennen van hun verhaal en hun behoeften. De opleiding heeft ouderen benaderd met de vraag of zij als gastdocent willen komen. Dit willen de ouderen graag. Daarnaast wil de opleiding ouderen vragen mee te doen aan het toetsen van de bejegening van studenten. Over de uitwerking hiervan moet nog verder nagedacht worden. Het doel is dat ouderen een spiegel voorhouden aan studenten. Deze activiteiten zullen ook onderzocht worden en de resultaten hiervan gepubliceerd in vaktijdschriften.
Meer lezen?
Meer weten?
Jeroen van Dijk, docent Verpleegkunde
E-mail: j.w.m.vandijk@hhs.nl
Meralda Slager, opleidingsmanager Verpleegkunde
E-mail: m.t.slager@hhs.nl