Voor wijkverpleegkundigen is de Zorgverzekeringswet (Zvw) de belangrijkste wet. Deze wet regelt de basisverzekering voor zorgkosten die voor iedereen verplicht is. De uitvoering van de Zvw gebeurt door de zorgverzekeraars. De overheid stelt de inhoud van het basispakket vast, daarnaast bepalen de verzekeraars de inhoud en voorwaarden van aanvullende pakketten. De ambulante ggz maakt onderdeel uit van het basispakket. Mensen die psychische hulp nodig hebben kunnen hiervoor terecht bij hun huisarts. Deze schrijft medicatie voor of verwijst iemand indien nodig naar een specialist. Is opname in een ggz-instelling noodzakelijk? Dan vergoedt de Zvw de eerste 3 jaar.
Sinds 1 januari 2015 bestaat de Zvw-aanspraak ‘Wijkverpleging’. Deze vergoedt zorg van wijkverpleegkundigen, voor zover dit in deze beroepsgroep ‘gebruikelijke’ zorg is. Dit kan ook zorg zijn voor verwarde mensen in de wijk. Nu zorgt het begrip ‘gebruikelijk’ vaak voor onduidelijkheid. Zo impliceert het enerzijds consensus in de beroepsgroep, die er in de praktijk (helaas) lang niet altijd is. Anderzijds is van belang dat deze zorg onderbouwd en transparant is. Met andere woorden:
- het moet helder zijn op basis waarvan er wordt gehandeld,
- het moet duidelijk zijn welke zorg er precies wordt ingezet, waarom en met welk resultaat.
In de praktijk blijkt dat wijkverpleegkundigen zich vaak meer op somatische dan op psychische aspecten richten (Rosendal H, J Sattoe. Verpleegkundige diagnosen in de wijk. TVZ 2016:1, pag 34-37). Als je kijkt naar de hoge ziektelast van vooral angst- en stemmingsstoornissen is dit niet goed te verdedigen.