Naar hoofdinhoud Naar footer

Opdrachten - Wat heb jij mantelzorgers te bieden?

Op deze pagina vind je de opdrachten die horen bij het hoofdstuk 'Wat heb jij mantelzorgers te bieden?'. Je gaat aan de slag met verschillende opdrachten in de praktijk.

Introfilm

De film Het beste voor Kees geeft een prachtig inzicht in het leven met en voor iemand met autisme. Bekijk het eerste deel van deze documentaire.

Om te bespreken:

  1. Welke rollen zie je bij de ouders van Kees?
  2. Wat denk jij dat het lastigste voor de ouders is?
  3. Aan welke ondersteuning zouden de ouders behoefte kunnen hebben?
  4. Welke ondersteuning zou jij kunnen bieden?

Met deze opdracht leef je je in de situatie van een mantelzorger in. Je denkt na over waar mantelzorgers behoefte aan hebben als zij de zorg zwaar vinden.

  • Tijdsduur: 20 minuten
  • Materiaal: whiteboard/flipover en stiften
  • Hand-out: hand-out Cases. Deze vind je onderaan het hoofdstuk 'Wat heb jij mantelzorgers te bieden?' bij downloads. 

Stap 1: Kies een casus

Lees deze cases en kies er eentje uit die je aanspreekt. Geef dan antwoord op de vragen en schrijf dit op.

  • Casus 1: Je bent mantelzorger van je zusje met een ernstige ziekte
    Vind jij het belangrijk dat de professional die betrokken is bij de zorg voor je zusje, oog heeft voor hoe jij je voelt? Zo ja, wanneer vind je dat belangrijk en waarom? Zo nee, waarom niet? Vind jij het belangrijk dat de professional jou tips geeft over hoe jij ondersteund kan worden? (Bijvoorbeeld door je zusje in de weekenden naar een logeeropvang te brengen, zodat jij even vrijaf bent.) Waarom wel/niet?
  • Casus 2: Je bent mantelzorger van je verslaafde moeder
    Vind jij het belangrijk dat Tom oog heeft voor hoe jij je voelt? Zo ja, wanneer vind je dat belangrijk en waarom? Zo nee, waarom niet? Vind jij het belangrijk dat Tom jou informeert over hoe jij ondersteuning voor jezelf kunt vinden, zodat niet alle zorg op jouw schouders terecht komt? Waarom wel/niet?
  • Casus 3: Je bent mantelzorger van je opa die aan dementie lijdt
    Vind jij het belangrijk dat de professional (die vaak in de huiskamer van de kleinschalige woonvorm is) oog heeft voor hoe jij je voelt? Zo ja, wanneer vind je dat belangrijk en waarom? Zo nee, waarom niet? Vind je het belangrijk dat de professional jou tips geeft voor hoe je met de situatie kunt omgaan? (Bijvoorbeeld het volgen van een cursus over dementie.) Waarom wel/niet?

Stap 2: Bespreek met je klasgenoot

Bespreek je antwoorden met je buurman of buurvrouw.

Stap 3: Schrijf op

Schrijf op het bord of de flipover drie punten die belangrijk zijn bij het ondersteunen van mantelzorgers.

Stap 4: Bespreek met elkaar

Bespreek met de klas de punten die jullie hebben opgeschreven.

In deze opdracht ga je op zoek naar welke vormen van ondersteuning er voor mantelzorgers zijn. De opdracht bestaat uit een huiswerkopdracht en de bespreking van die opdracht in de klas.

  • Tijdsduur: 60 tot 90 minuten
  • Materiaal: whiteboard met stiften of digibord met internetverbinding
  • Hand-out: hand-out Cases. Deze vind je onderaan het hoofdstuk 'Wat heb jij mantelzorgers te bieden?' bij downloads. 

Stap 1: Huiswerkopdracht

Bij opdracht 1 (Stel je voor dat …) las je drie cases. Welke vormen van ondersteuning zijn er voor de mantelzorgers uit deze cases? Schrijf de mogelijkheden voor elke casus op een A4. Neem in je antwoorden de volgende aspecten mee:

  1. Eigen netwerk
    Welke ondersteuning kunnen ze in hun eigen, directe omgeving vinden? Gebruik bijvoorbeeld het 'ecogram' (zie downloads) en bekijk ook of mensen met een potentiële zorgrelatie kunnen helpen. Denk ook aan andere mogelijkheden, zoals ondersteuning in het dagelijks gezinsleven op drukke tijden of iets leuks ondernemen met de cliënt.
  2. Techniek
    Welke vormen van techniek zijn er beschikbaar? Denk bijvoorbeeld aan:
    - Hulpmiddelen om gemakkelijker te tillen.
    - Personenalarmering: de mantelzorger gaat gemakkelijker even het huis uit, omdat de cliënt op een alarmknop kan drukken als er iets is. Of: sensoren in huis die in de gaten houden of er iets vreemds aan de hand is.
    - Dwaaldetectie: als bijvoorbeeld een dementerende cliënt de weg is kwijt geraakt, kan deze met behulp van gps teruggevonden worden.
  3. Vrijwilligers
    Welke ondersteuning kunnen vrijwilligers bieden?
  4. Professionele hulp
    Welke mogelijkheden biedt de professionele mantelzorgondersteuning?

Schrijf ook steeds op of de mantelzorgers een eigen bijdrage moeten betalen voor de ondersteuning of niet.

Tip: kijk eens op de websites van:

  • Mezzo, de landelijke vereniging voor mantelzorgers en zorgvrijwilligers
  • Je eigen gemeente
  • De zorgverzekeraar
    Sommige verzekeraars vergoeden de kosten voor ondersteuning van mantelzorgers (als de cliënt aanvullend verzekerd is). Bijvoorbeeld voor: vervangende mantelzorg (respijtzorg) of een mantelzorgmakelaar (die bijvoorbeeld het regelwerk van de mantelzorger overneemt). Zoek op de website van je eigen zorgverzekeraar naar mogelijkheden.
  • Lokale vrijwilligersorganisaties of een vrijwilligerscentrale
  • Website WeHelpen (op deze site kun je hulp zoeken en aanbieden) 
  • De Hulpmiddelenwijzer (voor technische hulp)

Stap 2: Bespreek met elkaar

  • Bespreek in de klas welke mogelijkheden je hebt gevonden. 
  • Zet jullie antwoorden in een overzicht met vier categorieën:
    1. Eigen netwerk
    2. Techniek
    3. Vrijwilligers
    4. Professionele hulp
  • Maak het overzicht op het bord of op een ‘internetmuur’ (bijvoorbeeld Padlet).
  • Bespreek met elkaar wat je van het huiswerk vond. Was het gemakkelijk om informatie te vinden? Wat vond je van de informatie? Was die toegankelijk?

Tip: Realiseer je dat mantelzorgers vaak druk zijn en niet veel tijd hebben om informatie te zoeken. Jij kunt een belangrijke informatiebron voor hen zijn!

Hoe weet je aan welke ondersteuning de mantelzorger behoefte heeft? Daar kom je achter door in gesprek te gaan. In dit rollenspel oefen je zo’n gesprek samen met je klasgenoten.

  • Tijdsduur: 60 minuten
  • Materiaal: formulier 'In gesprek met de mantelzorger' en de 'instructie' (zie downloads).
  • Hand-out: hand-out Cases. Deze vind je onderaan het hoofdstuk 'Wat heb jij mantelzorgers te bieden?' bij downloads. 

Stap 1: Kies een casus

Maak een groepje van vier en kies een casus uit. Dat kan een situatie in je eigen stage of werk zijn of een van de cases die je al eerder las.

Stap 2: Bereid het rollenspel voor

In het rollenspel gaat de professional in gesprek met de mantelzorger over hoe het met hem gaat en welke ondersteuning er eventueel nodig is. Om in gesprek te gaan, gebruik je het formulier In gesprek met de mantelzorger. Verdeel vier rollen: die van mantelzorger, professional en twee observanten.

Stap 3: Het rollenspel

Speel met jouw groepje het rollenspel. De professional gaat aan de hand van het formulier in gesprek met de mantelzorger.

Stap 4: Praat na

De observanten geven feedback op wat zij zagen en de anderen reageren daarop.

Stap 5: Zelf ondersteunen

Ga na en schrijf op hoe jij als professional zélf de mantelzorger uit de casus kan ondersteunen. Dat kan bijvoorbeeld door:

  • Informatie te geven over de aandoening van de cliënt en over hoe de mantelzorger daarmee om kan gaan.
  • Praktische steun te geven, denk aan het regelen van financiële zaken, organiseren van inzet van vrijwilligers, of het aanleren van tiltechnieken.
  • Emotionele steun te geven door bijvoorbeeld een luisterend oor te bieden en aandacht te hebben voor drijfveren, onzekerheden of angsten.

Belangrijk is dat je je voortdurend afvraagt:

  • Hoe sluit ik zo goed mogelijk aan bij de behoeften van mantelzorgers?
  • Hoe kunnen anderen ondersteunen?
  • Wat kan ik zelf doen?

Stap 6: Bespreek met elkaar

Deel in de klas met elkaar wat je hebt opgeschreven en hebt ontdekt.

Mantelzorgers vragen niet altijd uit zichzelf om ondersteuning. Ze lopen tegen de nodige (praktische en psychische) drempels aan om hulp in te schakelen. In deze opdracht word je je daar bewust van. Je bedenkt manieren waarop jij als professional deze drempels kunt verlagen.

  • Tijdsduur: 75-90 minuten
  • Materiaal: papier (A4 en A3), linialen, kleurpotloden, stiften, verf, kwasten, pennen, ansichtkaarten, tijdschriften, schaar, lijm, plakband

Stap 1: Maak een lijst met drempels

Mantelzorgers ervaren praktische en psychische drempels om hulp in te schakelen. Maak een lijst met mogelijke drempels. Doe dit eerst zelf en schrijf ze daarna op het bord. Probeer met je klas een zo volledig mogelijke lijst te maken.

Tip: meer lezen over drempels? Bekijk de powerpointpresentatie onder downloads.

Stap 2: Kies een oefening

Maak een groepje van drie à vier personen. Vind samen zo veel mogelijk goede, creatieve manieren om de drempels voor mantelzorgers te verlagen. Kies daarvoor de oefening die jullie het meest aanspreekt:

  • Oefening 1: ansichtkaarten (Bijkerk en Van der Heide, 2006)
    Verzamel een aantal ansichtkaarten met verschillende afbeeldingen (of knip plaatjes uit tijdschriften). Kies allemaal een ansichtkaart die je het beste vindt passen bij 'het verlagen van drempels voor mantelzorgers'. Vertel aan elkaar waarom je deze kaart hebt uitgekozen. Vertel ook welke ideeën opborrelen om drempels te verlagen.
  • Oefening 2: rap
    Schrijf met elkaar een rap over drempels en hoe je die voor mantelzorgers kunt verlagen. En draag deze voor aan de klas.
  • Oefening 3: verhalen (Bijkerk en Van der Heide, 2006)
    Zoek of schrijf allemaal een kort verhaal dat past bij het thema 'drempels verlagen'. Draag je verhaal aan de anderen voor. En licht toe waarom je dit hebt gekozen. Laat je groepsgenoten reageren, bijvoorbeeld met vragen als: Wat doet dit verhaal met je? Waarom raakt het de een wel en de ander niet? Wat valt je op?
  • Oefening 4: beeldhouwen (Bijkerk en Van der Heide, 2006)
    Maak twee duo’s. De een is beeldhouwer, de ander een klomp klei. De anderen uit de groep zeggen welke drempel je moet beeldhouwen en geven suggesties. Een tweede duo kleit daarna een beeld over hoe je de drempel kunt verlagen. Als de beelden klaar zijn, lopen je klasgenoten langs om ze te bekijken en te raden wat ze uitbeelden. De beelden mogen niet praten.
  • Oefening 5: muziek (Bijkerk en Van der Heide, 2006)
    Zoek een lied dat past bij het thema 'drempels verlagen' en maak daar een kleine choreografie bij die uitbeeldt hoe je de drempels kunt verlagen.
  • Oefening 6: landkaart
    Teken op een A3-vel met kleurpotloden/stiften in diverse kleuren een landkaart met bossen, woestijnen, eilanden, zeeën, wegen, rivieren, dorpen, steden, bergen, vulkanen en andere elementen. Geef alle elementen een naam die gaat over drempels én over de manieren om die drempels te verlagen.
  • Oefening 7: kruiswoordpuzzel (Bijkerk en Van der Heide, 2006)
    Maak een kruiswoordpuzzel, waarin zowel psychische als praktische drempels zitten. Verwerk er ook een aantal manieren in om die drempels te verlagen.
  • Oefening 8: metafoor (Bijkerk en Van der Heide, 2006)
    Kies één praktische drempel en één psychische drempel. Kies vervolgens voor beide een dier uit die een metafoor is voor hoe je die drempel kunt verlagen. Praat met elkaar over waarom je dat dier hebt gekozen.

Eventueel:

Stap 3: Bekijk elkaars werk

Alle groepjes bekijken van elkaar - in een carrousel - wat ze hebben gemaakt.

Stap 4: Nabespreken

Bespreek de creatieve resultaten met elkaar en maak gezamenlijk nog een lijst met manieren om drempels bij mantelzorgers te verlagen.

Mantelzorgers durven niet altijd om hulp te vragen. Dat heet 'vraagverlegenheid'. Het is zinvol om zelf te ervaren wat dat precies inhoudt. Want daardoor ga je mantelzorgers beter begrijpen. In deze opdracht doe je dat.

  • Tijdsduur: 20 tot 30 minuten
  • Materiaal: computer, laptop of tablet met internetverbinding

Stap 1: Bedenk een eigen hulpvraag

Bedenk iets waar jij op dit moment hulp bij zou kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld: ik zou graag beter leren schrijven, wie helpt mij daarbij? Of: ik wil graag afvallen en daarom samen met iemand hardlopen, wie wil?

Stap 2: Vind mensen

Bekijk op de website WeHelpen of er mensen bij jou in de buurt zijn, die je kunnen helpen met jouw vraag. Hoeveel mensen vind je? Durf je hen te vragen om jou te helpen?

Stap 3: Stel je vraag

Durf jij je eigen hulpvraag op de website WeHelpen te plaatsen? Zo ja, hoe voelt dat? Zo nee, wat maakt dat je dat niet durft?

Stap 4: Reflecteer

Beeld je in dat je mantelzorger bent. Snap je nu beter hoe ingewikkeld het is om hulp te vragen? Hoe komt dat? Wat zou je als professional kunnen doen om de vraagverlegenheid te verminderen?

Wat heb jij geleerd over het ondersteunen van mantelzorgers? Wat zijn voor jou belangrijke dingen? In deze opdracht zet je je actiepunten op een rij en deel je deze met de klas.

  • Tijdsduur: 15 tot 30 minuten
  • Hand-outs: hand-out Jouw actiepunten, hand-out Wat ik meeneem. Deze vind je onderaan het hoofdstuk 'Wat heb jij mantelzorgers te bieden?' bij downloads. 

Stap 1: Schrijf op

Schrijf je eigen actiepunten op en gebruik daarbij de hand-out Jouw actiepunten.

Stap 2: Creatieve boodschap

Verwerk dat wat je leerde in een creatieve boodschap, met je klasgenoten of alleen. Kies zelf een vorm hiervoor. Ideeën daarvoor vind je in de hand-out Wat ik meeneem.

Stap 3: Presentatie

Presenteer je creatieve boodschap aan de klas.

Downloads