Naar hoofdinhoud Naar footer

Opdrachten - Samenwerken met vrijwilligers

Op deze pagina vind je de opdrachten die horen bij het hoofdstuk 'Samenwerken met vrijwilligers'. Je gaat aan de slag met verschillende opdrachten in de praktijk.

Introfilm

Een bijzondere vorm van vrijwilligerswerk komt terug in deze video. In een verpleeghuis in Deventer wonen studenten en ouderen samen. De studenten leveren als tegenprestatie voor hun woning vrijwilligerswerk.

YouTube video thumbnail

Om te bespreken:

  1. Zou jij in dit huis willen wonen?
  2. Wat zijn de voordelen van deze vorm van vrijwilligerswerk?
  3. Wat zijn de nadelen van deze vorm van vrijwilligerswerk?
  4. Wat vraagt dit van de professionals in dit verzorgingshuis?

Deze opdracht gaat over de voor- en nadelen van vrijwilligerswerk. Je leeft je in de situatie van vrijwilligers in en denkt na over waarom ze vrijwilligerswerk doen. Wat maakt vrijwilligerswerk plezierig?

  • Tijdsduur: 60 minuten
  • Materiaal: laptop of computer

Stap 1: Jij als vrijwilliger

Stel je voor: je wilt vrijwilligerswerk gaan doen. Geef antwoord op de volgende vragen:

  • Wat zou je willen doen? Doe deze test om erachter te komen welk soort vrijwilligerswerk bij jou past. Wat vind je van de uitslag? 
  • Wat zijn de voordelen van vrijwilligerswerk voor:
    - de cliënt?
    - jou?
    - de organisatie?
  • Welke nadelen zijn er voor jou om vrijwilligerswerk te doen?
  • Zet de voor- en nadelen naast elkaar. Wat is voor jou belangrijk om met plezier vrijwilligerswerk te doen? Aan welke voorwaarden moet het voldoen?
  • Schrijf daarover een slotconclusie in maximaal vier zinnen.
  • Deel deze met jouw klasgenoten. Luister ook naar hun conclusies: wat vind je daarvan? Praat er met elkaar over.

Stap 2: Interview

Interview een aantal mensen in je omgeving die vrijwilligerswerk doen. Vraag wat voor soort vrijwilligerswerk dat is en waarom ze het doen: wat is hun motivatie? Misschien doe je zelf ook vrijwilligerswerk; ga dan bij jezelf na wat jouw motieven zijn. Vat de verschillende soorten motieven samen. Praat daar met je klasgenoten over: wat hebben jullie ontdekt?

In deze opdracht ga je aan de slag met een concrete casus. Aan de hand van een voorbeeld uit de praktijk onderzoek je hoe je vrijwilligers kunt vinden.

  • Tijdsduur: stap 1 + 2: 60 minuten, stap 3: 45 minuten
  • Materiaal: papier en pennen of laptops/computers

Stap 1: Lees de casus

Lees onderstaande casus. Of neem een voorbeeld uit je eigen werk/stage.

Casus

Meneer en mevrouw Van de Brink, allebei 74 jaar oud, wonen in de buurt waar jij woont. Ze hebben zich altijd goed alleen kunnen redden. Ze houden erg van de natuur en ze hebben altijd veel gewandeld en gefietst met z’n tweeën. Meneer Van de Brink begint alleen steeds vergeetachtiger te worden. Pas geleden is vastgesteld dat hij beginnende dementie heeft. Mevrouw Van de Brink vindt het steeds moeilijker om haar man alleen thuis te laten, maar ze hebben gelukkig goede contacten in de buurt, met familie en met vrienden. Toch heeft mevrouw Van de Brink steeds meer het idee dat ze het wat moeilijk vinden om langs te komen. Ze heeft het gevoel dat ze er aan moeten wennen dat meneer Van de Brink beginnende dementie heeft. Mevrouw Van de Brink maakt zich zorgen over de toekomst en zou eigenlijk wel wat meer de deur uit willen.

Stap 2: Onderzoek

Kunnen in deze situatie vrijwilligers ingezet worden? Zo ja, welke vrijwilligers? Onderzoek de mogelijkheden in jouw buurt en geef deze op een A4 overzichtelijk weer. Bel of bezoek bijvoorbeeld een vrijwilligerscentrale in jouw wijk of stad.

Stap 3: Bespreek met je klasgenoten

Praat met je klasgenoten over welke mogelijkheden je hebt gevonden en hoe je daaraan gekomen bent. Luister ook naar welke zij hebben gevonden. Bespreek met elkaar hoe jullie meneer en mevrouw Van de Brink gaan informeren over de verschillende mogelijkheden.

Het is belangrijk voor jou als professional dat je de behoeften en de motieven kent van mensen om vrijwilligerswerk te gaan doen. Doe de test en vul het vrijwilligerskwadrant voor jezelf in!

Stap 1: Vul de test in!

Je kunt de Vragenlijst Vrijwilligerskwadrant op verschillende manieren gebruiken:

  • Vul de test zelf in en kom erachter wat voor type vrijwilliger je bent.
  • Laat iemand die je kent de test invullen. Je krijgt inzicht in de manier waarop mensen vrijwilligerswerk willen doen.
  • Als je een stageadres hebt: laat een vrijwilliger van je stage de test invullen.

Stap 2: Bespreek na

Bespreek het onderling na. Gebruik hiervoor de volgende vragen:

  • Hoe was het om de test in te vullen?
  • Welk type vrijwilliger ben je zelf?
  • Herken je jezelf daarin?
  • Wat zegt deze typen vrijwilligers binnen een organisatie over behoeften of motivatie van vrijwilligers?
  • Hoe kun je als professional straks met deze kennis over vrijwilligers je voordeel doen?

Stap 3: Praat met vrijwilligers

Als je stage loopt en er zijn vrijwilligers, of je kent kennissen, vrienden of familie die vrijwilligerswerk doen, ga dan eens het gesprek aan over hun behoeftes en motivatie.

In deze opdracht denk je na over wat belangrijk is als je samenwerkt met vrijwilligers. Je onderzoekt wat je kunt doen om ervoor te zorgen dat vrijwilligers prettig hun werk doen.

Stap 1: Lees de tekst

Lees de onderstaande tekst. (Uit: Samen sterk voor welzijn)

Vrijwilligerswerk is werk dat onverplicht wordt verricht. Dit betekent niet dat vrijwilligerswerk vrijblijvend is. Met vrijwilligers worden afspraken gemaakt over het soort werk, hoe vaak iemand komt en dergelijke. Als vrijwilligers deze afspraken niet nakomen, dan zullen zij daarop aangesproken worden. Toch kan een vrijwilliger door het onverplichte karakter ook vrij makkelijk stoppen met het vrijwilligerswerk. Het is daarom belangrijk om er voortdurend voor te zorgen dat een vrijwilliger prettig kan werken. Een enthousiaste vrijwilliger kan snel afknappen als hij bijvoorbeeld niet gastvrij wordt ontvangen of niet goed wordt ingewerkt.

Stap 2: Kies een dilemma

Bekijk dit filmpje over de inzet van vrijwilligers en kies een dilemma om mee aan de slag te gaan.

Stap 3: Zoek naar oplossingen

Wat kun je doen om dit soort situaties op te lossen of te voorkomen?

  • Verzamel kennis hierover en verdiep je daarin. Lees de tips (zie: Onderwerpen > Samenwerken met vrijwilligers: tips). Bekijk ook het WIFA-model, dat staat voor waarderen, informeren, faciliteren en afstemmen. 
  • Deel dat wat je hebt ontdekt met je klasgenoten. Dit kun je op verschillende manieren doen. Denk aan het houden van een presentatie, het organiseren van een inhoudelijke discussie met stellingen, het laten zien van een filmpje met daarbij een nabespreking enzovoorts.

Stap 4: Aan de slag met de fotostrips

Bekijk de fotostrips en bepaal voor elke strip welke onderdelen van het WIFA-model een rol spelen. Praat met je klasgenoten over de conclusies die jullie getrokken hebben.

Het is belangrijk dat vrijwilligers gewaardeerd worden. Ze offeren immers hun vrije tijd op. Hoe laat jij hen merken dat je blij bent met hun inzet? In deze opdracht zoek je naar creatieve manieren.

  • Tijdsduur: 45 minuten

Stap 1: Zoek een creatieve manier

Hoe kun je vrijwilligers laten weten dat je blij met hen bent? Bedenk een creatieve manier daarvoor. Neem deze twee dingen mee:

  • Denk na over de vraag hoe je vrijwilligers kunt belonen voor hun inzet in het afgelopen jaar. 
  • Denk ook na over de vraag hoe je je waardering toont gedurende het jaar.

Stap 2: Presenteer

Presenteer je ideeën aan je klasgenoten en/of vraag binnen je stageplek ruimte om je ideeën daadwerkelijk uit te voeren.

Soms gaat er iets niet goed als er vrijwilligers aan het werk zijn. Hoe los je dat op? Hoe bespreek je problemen en met wie? In deze opdracht doe je een rollenspel met je klasgenoten.

  • Tijdsduur: 60 minuten
  • Hand-out: hand-out 'Welke informatie deel je wel en welke niet?'. Deze vind je onderaan het hoofdstuk 'Samenwerken met vrijwilligers' bij downloads. 

Stap 1: Lees de casus

Lees de onderstaande casus.

Casus

Gerda is jarenlang mantelzorger geweest van haar moeder, die in een zorginstelling woonde. Twee maanden geleden is haar moeder overleden. Gerda geeft aan dat ze nog graag vrijwilligerswerk in de instelling doet. 'Want', zo zegt ze, 'Ik ken de afdeling en alle medewerkers goed en ik weet precies wat er moet gebeuren. Ik wil graag wat betekenen voor de ouderen.' Gerda komt nu twee avonden in de week om activiteiten te doen. Een van de ouderen, mevrouw Jansen, heeft moeite met de benadering van Gerda. Gerda benadert mevrouw Jansen zoals ze haar moeder benaderde. Maar ja, mevrouw Jansen is haar moeder niet.

Stap 2: Bespreek met elkaar

Bespreek in groepjes hoe je met deze situatie zou omgaan. Op welke manier zou jij deze lastige situatie oplossen? Wat bespreek je met wie en hoe? Lees de tips (zie: Onderwerpen > Samenwerken met vrijwilligers: tips) en gebruik eventueel de hand-out Welke informatie deel je wel en welke niet?

Stap 3: Bereid het rollenspel voor

Bereid met je groepje het rollenspel voor, waarin je de casus gaat naspelen en de situatie probeert op te lossen. Verdeel drie rollen: die van Gerda, de professional en de observator.

Stap 4: Het rollenspel

Speel met je groepje de casus na in een rollenspel.

Stap 5: Praat na met de klas

Praat met elkaar na over het rollenspel en trek conclusies. Deel deze met de rest van de klas.

Wat heb jij geleerd over het samenwerken met vrijwilligers? Wat zijn voor jou belangrijke dingen? In deze opdracht zet je je actiepunten op een rij en deel je deze met de klas.

  • Tijdsduur: 15 tot 30 minuten
  • Hand-outs: hand-out Jouw actiepunten, hand-out Wat ik meeneem. Deze vind je onderaan het hoofdstuk 'Samenwerken met vrijwilligers' bij downloads. 

Stap 1: Schrijf op

Schrijf je eigen actiepunten op en gebruik daarbij de hand-out Jouw actiepunten.

Stap 2: Creatieve boodschap

Verwerk dat wat je leerde in een creatieve boodschap, met je klasgenoten of alleen. Kies zelf een vorm hiervoor. Ideeën daarvoor vind je in de hand-out Wat ik meeneem.

Stap 3: Presentatie

Presenteer je creatieve boodschap aan de klas.