Naar hoofdinhoud Naar footer

5 kledingdilemma's bij hygiënisch werken

Gepubliceerd op: 08-03-2022

De regels om hygiënisch te werken zijn eenduidig en spreken voor zich. Zo zijn er duidelijke eisen waar je werkkleding aan moet voldoen. Maar toch is het in de praktijk soms moeilijker op te volgen dan je als zorgverlener zou willen. Deskundige infectiepreventie Simone Krooshof gaat in op 5 kledingdilemma’s van zorgprofessionals.

1. Vrijwilligers met lange mouwen

Prakijkvoorbeeld

In de voorschriften staat dat je onderarmen onbedekt moeten zijn. Lange mouwen zijn dus uit den boze. Maar wat als er in het verpleeghuis waar je werkt vrijwilligers werken die lange mouwen onder hun uniform dragen? Zorgverleners worstelen ermee. Want je wil er graag wat van zeggen, maar wat nou als ze daar niet van gediend zijn en stoppen met het vrijwilligerswerk?

Simone reageert: ‘Bij vrijwilligers is het belangrijk om goed te kijken wat voor een werkzaamheden ze uitvoeren. Zij moeten zich namelijk ook aan de hygiëneregels houden als zij contact hebben met cliënten of cliëntmaterialen, voedsel bereiden of helpen met eten geven. Het helpt om met hen individueel in gesprek te gaan en hun werkzaamheden in kaart te brengen. Als het om werkzaamheden gaat waar hygiëneregels voor gelden, vraag dan of zij het zien zitten om zich hieraan te houden. Willen zij dat niet? Kijk dan gezamenlijk of er andere werkzaamheden mogelijk zijn. Mijn ervaring is meestal wel dat wanneer je uitlegt waarom de hygiëneregels zo belangrijk zijn, vrijwilligers best bereid zijn om zich hieraan te houden.’

2. Geloofsovertuiging vs. kledingvoorschriften

Prakijkvoorbeeld

‘Bij ons werkt sinds kort een vluchtelinge uit Syrië. Ze doet haar werk hartstikke goed. Ze is moslima en vanwege haar geloof mag ze alleen niet met onbedekte armen werken. Moeilijk om daar dan iets van te zeggen, want ik wil ook haar culturele achtergrond respecteren.’

Simone: ‘Ook hier helpt het om open het gesprek aan te gaan. Dit soort regels zijn namelijk nodig om de veiligheid te garanderen van cliënten en medewerkers. Het is bewezen dat lange mouwen de kans op bacteriënoverdracht aanzienlijk vergroten. Zo’n uitleg helpt vaak wel. Toch komt het soms ook voor dat iemand stopt met het werk om deze reden. Sommige organisaties lossen het op door een middenweg te kiezen en medewerkers te vragen hun mouwen op te stropen. Gezien de arbeidsmarkttekorten kan ik me daar iets bij voorstellen. Toch ben ik hier geen voorstander van. Het vraagt namelijk van de medewerker dat zij hier continu aan moet denken. Bij hoge werkdruk of een crisissituatie vergeet je dat al snel.’

3. Koud en warm

Prakijkvoorbeeld

‘In de ochtend is het op mijn werkplek en de kamers waar ik werk snikheet, terwijl het op de galerij juist koud is. Ik zou op de galerij dan zo graag mijn winterjas willen aantrekken, maar dat mag niet vanwege de lange mouwen. Maar ik moet ook mijn werk gezond kunnen doen, zonder ziek te worden.’

Simone: ‘Je kunt natuurlijk een vestje aandoen. Maar ook hier geldt: denk je er steeds weer aan om het uit te doen zodra je zorg verleent? Vroeg of laat vergeet je dat een keertje. Je kunt aan dit soort regels geen concessies doen. Regels worden namelijk het beste nageleefd als ze duidelijk zijn. In de nachtdiensten zijn mensen vaak geneigd om een vestje aan te doen. Dat kan wel, want je bent dan ook minder bezig met zorg verlenen. En je kunt best een winterjas aantrekken op de galerij. Zolang je die maar uittrekt zodra je weer binnenkomt. Tot slot goed om te weten dat je niet ziek wordt van kou of tocht. Dat word je van virussen en bacteriën.’

4. Schone werkkleding

Prakijkvoorbeeld

Om hygiënisch te kunnen werken, zou er voor iedere dienst eigenlijk een schoon setje werkkleding aanwezig moeten zijn. Er zijn verpleeghuizen waar ze op de kosten letten en iedereen een maximum aantal setjes werkkleding geven. Hoe zorg je er dan toch voor iedereen voor elke nieuwe dienst schone kleren aan heeft?

Simone: ‘De oplossing is simpel. De eis is gewoon dat je dagelijks schone kleding aan moet. Als een organisatie hiervoor niet de randvoorwaarden biedt, moet dit op directieniveau worden besproken. Je kunt dit bijvoorbeeld aankaarten bij een infectiecommissie. Zij kunnen dan vervolgens een advies uitbrengen aan de directie.’

5. Eigen kleding wassen

Prakijkvoorbeeld

‘Ik werk in een kleinschalige woonvoorziening waar we allemaal in onze eigen kleding werken. Ik heb wel eens gehoord dat je je kleren dan thuis op 60 graden moet wassen. Maar in mijn etiketjes staat vaak 30 of 40 graden maximaal.’

Draag kleding die makkelijk te wassen is.

Simone: ‘Vroeger was het inderdaad zo dat je op 60 graden je eigen kleding moest wassen. Tegenwoordig zeggen de richtlijnen dat je ook op 40 graden kunt wassen, lager alleen niet. De kleding moet vervolgens minimaal kastdroog gemaakt worden. Dit doe je door te drogen in de droogtrommel of te strijken op een minimale stand van 150 graden. Mijn advies: Draag kleding die makkelijk te wassen is. Een wollen vest is bijvoorbeeld niet zo handig. Een ander probleem is dat er bij veel zorgorganisaties, waar medewerkers in eigen kleding werken, geen reservekleding voorradig is. Terwijl eigen kleding van zorgmedewerkers natuurlijk wel onverwacht vies kan worden. Je kunt je organisatie vragen om voor een stapeltje T-shirts te zorgen. Als je toch zelf reservekleding meeneemt, moet je dat ergens kunnen opslaan. Welke oplossing jouw organisatie ook kiest, het is belangrijk dat zulke randvoorwaarden in ieder geval op orde zijn.’

Deel deze pagina via:

Soort

Casuïstiek

Taal

Nederlands