Naar hoofdinhoud Naar footer

Soorten vragen die je kunt stellen

Er zijn open, gesloten en suggestieve vragen, controlevragen en tegenvragen.

Open vragen

Met open vragen:

  • Laat je de ander zonder terughoudendheid praten.
  • Verzamel je brede, algemene informatie.
  • Creëer je een betere verstandhouding.

Open vragen zijn ontspannend, vriendelijk, enkelvoudig, duidelijk, begrijpelijk, ‘onschuldig’, ‘geprogrammeerd‘ (om een antwoord uit te lokken). Open vragen beginnen met: wie, wat, waar, waarmee, wanneer of hoe. Een nadeel kan zijn dat open vragen veel tijd kosten en dat het moeilijk is alle informatie te onthouden en het gesprek te sturen. Probeer dan kort samen te vatten, een andere vraag te stellen en maak korte aantekeningen. Vermijd 'waaromvragen’ : die geven de ander het gevoel zich te moeten verantwoorden. Je kunt ook beginnen met ‘Hoe komt het dat..?’

Voorbeelden:

  • Hoe vindt u dat het gaat?
  • Hoe voelt u zich vandaag?
  • Wat vindt u lekker?

Gesloten vragen

Gesloten vragen:

  • Zijn geschikt als je in korte tijd specifieke informatie wilt verzamelen.
  • Geven vaak alleen de  informatie waarom je gevraagd hebt.
  • Sturen het gesprek en ze zorgen dat je recht op je doel afgaat.
  • Kunnen al gauw lijken op een ‘kruisverhoor’.

Voorbeeld:

  • Wat vind je het leukst op je werk, project A of B?
  • Wilt u nog koffie?

Suggestieve vragen

Een suggestieve vraag stuurt bewust naar de antwoordmogelijkheden ‘ja’ of ‘nee’. Gebruik daarom zo weinig mogelijk suggestieve vragen. Soms kunnen ze nuttig zijn, bijvoorbeeld als je de ander wilt overhalen of als je een bevestiging wilt van wat je hebt afgesproken. Als je je niet bewust bent van je suggestieve vraagstelling, kan dat problematisch worden. Je weet niet of de ander ‘ja’ zegt omdat jíj dat zo graag wil horen of omdat hij het werkelijk wil of meent. Bij een suggestieve vraagt klinkt in je vraag het gewenste antwoord al door.

Voorbeelden:

  • U twijfelt dus aan...?
  • U wilt zeker geen koffie meer?
  • U verwacht dus geen verbetering van...?

Controlevragen

Tijdens een gesprek kan het je heel wat energie kosten om erachter te komen of je verhaal overkomt of dat het duidelijk is wat je bedoelt. Vraag dus gewoon of het duidelijk is of het overkomt. Dat geeft je de kans bij te sturen als het nodig is. Controlevragen kun je ook stellen als een suggestieve vraag, maar bieden de ander de mogelijkheid het oneens met je te zijn. Een controlevraag stel je om erachter te komen of je begrijpt wat de ander bedoelt.

Voorbeelden:

  • Heb ik dit voldoende toegelicht?
  • Wat vindt u van deze benadering?
  • Herkent u wat ik zeg?
  • Bent u het met mij eens, dat....?
  • Hoe komt dit bij u over?

Lees meer

Vind meer informatie in de Brochure Goed in Gesprek (2019).