Naar hoofdinhoud Naar footer

Casus 7: Samen slapen in het verpleeghuis

Gepubliceerd op: 05-04-2019

Meneer en mevrouw Van Veen hebben beide dementie en wonen op een verblijfsafdeling. Meneer Van Veen zit wel erg vast aan zijn vrouw. Is dat wel wederzijds? Dat blijkt, ze willen samen in een bed, maar de kinderen moeten eraan wennen dat hun ouders nog seks hebben.

Meneer en mevrouw van Veen, 85 en 83 jaar, hebben beiden dementie en wonen samen op een kleinschalige verblijfsafdeling. Ze zijn nog altijd dol op elkaar. Ze knuffelen volop. Maar ze slapen apart, ieder in hun eigen slaapkamer. Dit tot groot ongenoegen van meneer. Hij wil samen met zijn vrouw slapen.

Over de grenzen heen?

Het valt de medewerkers op dat meneer van Veen erg veel aan zijn vrouw zit. Vindt zij dat wel prettig? Zeker, ze vindt knuffelen en hand vasthouden fijn, maar meer dan dat? Ze betwijfelen het. Ook de kinderen van meneer en mevrouw van Veen vinden dat hun vader te ver gaat. Ze willen hun moeder in bescherming nemen. Zou het kunnen zijn dat meneer van Veen in zijn dementie over de grenzen van zijn vrouw heen gaat?

De psycholoog gaat in gesprek met meneer en mevrouw van Veen, eerst met ieder apart en vervolgens met het echtpaar samen. Al snel blijkt dat meneer en mevrouw beiden behoefte hebben aan intimiteit én seks. Dat kunnen ze beiden goed verwoorden. Meneer vertelt: ‘We doen het nog volop. Maar mijn vrouw durft niet zo goed. Omdat we ieder een eigen slaapkamer hebben, moeten we het altijd snel en stiekem doen. En dan voelt ze zich nooit helemaal op haar gemak, want er kan elk moment iemand binnenkomen.’

Samen slapen

Beide echtelieden geven ook aan dat het niet alleen om de seks gaat. Meneer van Veen wil graag voor zijn vrouw zorgen. Ze is laatst een keer uit bed gevallen. Als hij er was geweest, was dat misschien niet gebeurd. En nog belangrijker: ze slapen al 50 jaar bij elkaar, ze zijn het zo gewend naast elkaar te liggen, elkaar een nachtzoen te geven. Dat missen ze enorm. In het gesprek met het echtpaar samen vertelt de psycholoog dat er mensen zijn die zich zorgen maken, of mevrouw dit allemaal nog wel wil. Daarop kijken ze elkaar hoogst verbaasd aan. Als de psycholoog aan het team verslag doet van de gesprekken ligt de oplossing voor de hand: we maken één slaapkamer voor meneer en mevrouw van Veen samen en richten de andere kamer in als zitje. Maar dan komen de kinderen in beeld. Zij hebben grote moeite met deze oplossing. Ze zien hun ouders niet meer als seksuele wezens en willen niet horen dat hun ouders nog seksueel actief zijn. Ze vinden dat hun vader veel mooie praatjes heeft en dat de medewerkers zich door hem laten meeslepen.

Oplossing

Dan valt hun moeder nog een keer ‘s nachts uit bed. De psycholoog kan de kinderen overtuigen dat het voor de veiligheid van hun moeder beter is als hun ouders samen slapen. Hun vader geeft duidelijk aan dat hij voor haar wil zorgen en kan dat ook. De kinderen beseffen ook hoe erg het voor hun ouders is om na 50 jaar uit elkaar gehaald te worden. Terwijl ze zelf aangeven dat ze graag samen willen zijn. De kinderen stemmen toch toe. En de seks? Ja, die is er ook. Maar moeten kinderen dat echt weten?

Bron

Publicatie Intimiteit en seksualiteit in het verpleeghuis (pdf), 2018, Waardigheid en trots