Uitgangspunt van de nieuwe wet is in de zorg thuis dat alleen onvrijwillige zorg toegepast wordt als het echt niet anders kan ('nee, tenzij'). De wet regelt onder welke strikte voorwaarden onvrijwillige zorg geboden kan worden: alleen wanneer ernstig nadeel voor de cliënt aanwezig is of dreigt én alleen wanneer een besluit tot toepassing van onvrijwillige zorg genomen wordt na een zorgvuldige afwegingsproces met de juiste personen. Daarnaast gelden voor de zorg thuis extra zorgvuldigheidseisen. Deze staan precies beschreven in de Algemene Maatregel van Bestuur over ambulante onvrijwillige zorg (juni 2019) op website van de Rijksoverheid. Onderstaande informatie is hierop gebaseerd.
Eisen aan het toezicht op onvrijwillige zorg
Er worden aanvullende eisen gesteld aan het toezicht bij onvrijwillige zorg thuis. Om onvrijwillige zorg veilig te kunnen toepassen in extramurale omgevingen (thuis, dagbesteding ed) gelden een aantal aanvullende eisen. Deze gelden ook voor woon-zorgcomplexen die volgens het 'thuiszorgmodel' werken.
De aanvullende eisen:
- Er moet besproken zijn op welke wijze toezicht wordt gehouden op het veilig toepassen van de onvrijwillige zorg;
- In het zorgplan wordt beschreven hoe het toezicht op de cliënt wordt geregeld;
- In het zorgplan wordt opgenomen hoeveel medewerkers aanwezig moeten zijn bij het toepassen van de onvrijwillige zorg;
- Een deskundige zorgverlener moet bereikbaar zijn voor hulp naar aanleiding van de onvrijwillige zorg;
- In een noodsituatie of wanneer er nog geen zorgplan is, wordt uitsluitend onvrijwillige zorg verleend als de zorgverantwoordelijke heeft aangegeven hoe het toezicht is geregeld en hoeveel zorgverleners aanwezig moeten zijn.
Mantelzorger kan toezicht houden
Het is mogelijk een deel van het toezicht over te laten aan de mantelzorger. Maar de zorgaanbieder moet er dan zeker van zijn dat de mantelzorger deze taken goed kan uitoefenen en kan overzien wat de gevolgen hiervan zijn. De zorgverlener geeft instructie aan de mantelzorger en zorgt voor bereikbaarheid in geval van onvoorziene omstandigheden. De zorgaanbieder blijft verantwoordelijk en de mantelzorger is niet verplicht deze zorg op zich te nemen. De zorgverantwoordelijke (dat is degene die de onvrijwillige zorg gaat regelen) moet naast de belangen van de client, ook die van de familie en naasten mee in overweging nemen.
Grens aan ambulante zorg
Het bij wet mogelijk maken van extramurale onvrijwillige zorg betekent niet dat het tegenhouden van een gedwongen opname een doel op zich kan zijn. De cliënt moet de zorg krijgen die nodig is. En als dat niet meer verantwoord en veilig kan, volgt gedwongen opname. De zorgorganisatie kan zelf bepalen of en hoe hij onvrijwillige zorg wil geven. Er is geen verplichting dit te geven en de cliënt kan dit ook niet afdwingen.
Wat betekent dit voor de thuiszorgmedewerker?
Welke stappen moet jij zetten als professional als cliënten onbegrepen gedrag vertonen? Hoe of waar begin je? Vaak realiseer je je op een gegeven moment dat de zorg die je tot nu toe aan een cliënt gegeven hebt, niet meer voldoende is. En dat er ‘iets’ moet gebeuren. Imre de Bonth, expert van het thema onvrijwilige zorg, adviseert de volgende stappen te doorlopen:
1. Je onderzoekt waarom de zorg niet meer voldoende is en analyseert met je directe collega´s wat de oorzaak is van het andere gedrag. Verandering van gedrag of onbegrepen gedrag kan veel oorzaken hebben. Het kan een lichamelijk oorzaak hebben, bijvoorbeeld een infectie, pijn, slikklachten, obstipatie. Maar ook psychische oorzaken (angst, psychose, wanen enz) of omgevingsoorzaken (onrustige omgeving, prikkels, groepssamenstelling enz.). Vaak is het consulteren van een arts of gedragsdeskundige nodig om oorzaken uit te sluiten en een goede analyse te maken. Vraag ook familieleden naar mogelijke verklaringen voor het gedrag. Misschien is er iets in het verleden gebeurd waardoor een cliënt extra gevoelig is voor bepaalde situaties of personen;
2. Je bespreekt je bevindingen met de cliënt of cliëntvertegenwoordiger en komt tot nieuwe afspraken over de zorg die je nu gaat leveren. Je past het zorg- of ondersteuningsplan aan met deze nieuwe afspraken en bespreekt wanneer je deze zorg gaat evalueren. Bijvoorbeeld: een cliënt heeft onrustig gedrag en je hoort van de familie dat hij zich eigenlijk erg verveelt. De familie vertelt ook dat hij altijd veel naar klassieke muziek heeft geluisterd. Je kunt dan kijken of de cliënt naar klassieke muziek kan luisteren.
3. Bij de evaluatie blijkt de nieuwe zorgafspraak toch niet te voldoen. De cliënt blijft gedrag vertonen dat je niet begrijpt. Je zult jezelf dan een aantal vragen moeten stellen:
- Is hier sprake van ‘ernstig nadeel’ voor de cliënt of zijn omgeving? Lees meer over ernstig nadeel
- Zo ja: heeft deze cliënt een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) of een verstandelijke beperking?
- Zo ja: dan is de Wet zorg en dwang van toepassing en ga je het stappenplan volgen. Ook in het stappenplan wordt voorgeschreven dat je blijft zoeken naar zorg waartegen de cliënt(vertegenwoordiger) zich niet verzet. Je blijft zoeken naar vrijwillige zorg. Pas als dit niet toereikend is en ernstig nadeel aanwezig blijft, kun je overgaan tot onvrijwillige zorg.
- Zo nee, dan kan er geen sprake zijn van onvrijwillige zorg en hoeft het stappenplan van de Wet zorg en dwang niet te worden gevolgd. Je maakt afspraken met de cliënt over de zorg die hij of zij nodig heeft. De cliënt gaat akkoord met de zorg die jij voorstelt. Je geeft dus vrijwillige zorg.
Veelgestelde vragen
Mag onvrijwillige zorg op dit moment (2019) toegepast worden in de thuiszorg?
Volgens het huidig wettelijk kader (geldt zolang de Wet zorg en dwang nog niet van kracht is) mag in de thuiszorg geen onvrijwillige zorg toegepast worden. Zorg wordt als onvrijwillig gezien als de cliënt niet heeft ingestemd met zorghandelingen of als de cliënt zich er tegen verzet. Bij wilsbekwame cliënten die er zélf om vragen mogen vrijheidsbeperkende maatregelen, zoals het op slot doen van de deur, wel toegepast worden in de thuissituatie. Bij cliënten die wilsonbekwaam zijn, mag dat in de thuissituatie niet. Iemand die niet voor zichzelf kan beslissen, wordt ‘wilsonbekwaam ter zake’ genoemd voor die bepaalde beslissing. De huisarts, geriater of specialist ouderengeneeskunde bepaalt samen met andere behandelaars of een cliënt wilsbekwaam is om een bepaalde beslissing rond de zorg of behandeling te nemen.
Wat moet er volgens de nieuwe wet in het beleid van mijn thuiszorgorganisatie staan?
De zorgorganisatie moet in haar beleid een aantal dingen opnemen over onvrijwillige zorg thuis:
a. Welke factoren meespelen bij de afweging om een cliënt onvrijwillige zorg thuis te bieden in plaats van de cliënt te laten opnemen;
b. Hoe de veiligheid van de cliënt bij onvrijwillige zorg thuis kan worden gewaarborgd;
c. Welke factoren meespelen in het bepalen van het aantal aanwezige zorgverleners bij het toepassen van de onvrijwillige zorg;
d. Hoe omgegaan wordt met lichamelijk verzet van de cliënt;
e. Hoe de bereikbaarheid en ondersteuning wordt geregeld;
f. Hoe grensoverschrijdend gedrag van professionals wordt voorkomen.
Het stappenplan uit het wetsvoorstel Zorg en dwang is een handvat voor een zorgvuldige werkwijze.
Hoe zorg ik ervoor dat medewerkers ons beleid kennen?
Er zijn verschillende manieren om ervoor te zorgen dat medewerkers het beleid kennen en ernaar handelen. Een aantal voorbeelden:
- Binnen de organisatie het gesprek aangaan over onvrijwillige zorg. De verhalenbundel Zorg en dwang. Praktijkverhalen uit de thuiszorg over dilemma’s rondom vrijheid en veiligheid in de thuiszorg kan hierbij helpen.
- Scholing van medewerkers. De e-learning met 3 casussen in de thuiszorg maakt medewerkers bewust van maatregelen die de vrijheid van cliënten beperken en geeft hun inzicht in hoe ze een zorgvuldige afweging kunnen maken en wat mogelijke alternatieven zijn voor vrijheidsbeperking.
- Het aanstellen van een kwartiermaker in elk team die ervoor zorgt dat er in het team aandacht wordt besteed aan vrijheid en veiligheid. Bijvoorbeeld in de vorm van gezamenlijke reflectiemomenten aan de hand van casuïstiek: wat zijn dilemma’s waar we tegenaan lopen, welke alternatieven voor onvrijwillige zorg kunnen we toepassen, welke stappen zetten we om de juiste afwegingen te maken?
- Het stimuleren van uitwisseling van ervaringen rondom het voorkomen van onvrijwillige zorg.
Hoe vaak komt vrijheidsbeperking in de thuiszorg voor?
Vier op de tien mensen met dementie die thuis verzorgd worden, hebben te maken met vrijheidsbeperkende maatregelen. Dit blijkt uit de studie ‘Behind closed doors’ van de Maatricht University, die voor de eerste keer de situatie bij thuiswonende ouderen met dementie in kaart brengt. Het gaat dan om fysieke beperkingen, zoals bedhekken of een afgesloten deur, maar ook onvrijwillige zorg, zoals kalmerende medicijnen of gedwongen douchen. De onderzoeksgegevens zijn in de zomer van 2014 verzameld onder 837 mensen.
Verschillende vormen
Van de mensen die te maken hadden met vrijheidsbeperking had 79% te maken met ‘onvrijwillige behandeling’ (gedwongen douchen, eten en drinken, verstoppen medicatie, wegnemen telefoon, afsluiten internet, et cetera) en ontving 41% kalmerende medicatie (antipsychotica, angstremmers, antidepressiva en kalmeringstabletten). 7% had te maken met fysieke vrijheidsbeperkende maatregelen, zoals bedhekken en fixatiebanden in bed, vastzetten in een (rol)stoel en/of het gebruik van speciale lakens of diepe/gekantelde stoelen.
Op verzoek van familie
In 74% van de gevallen vroeg de familie de maatregelen aan, in 33% de thuiszorgmedewerker en in 21% de huisarts. Soms kwam het verzoek van meerdere kanten. Hoe zwaarder de belasting van de mantelzorger, hoe meer dwangmaatregelen worden toegepast, blijkt uit het onderzoek van de Universiteit van Maastricht.
Bronnen
Eerder nieuwsbericht (2014) op Zorg voor Beter Behind Closed Doors: Involuntary Treatment in Care of Persons with Cognitive Impairment at Home in the Netherlands, J. Hamers, M. Bleijlevens, M.Gulpers, H. Verbeek, in Journal of the American Geriatrics Society, 25 januari 2016.
Andere websites met informatie