Om thuis te kunnen blijven wonen en mee te kunnen doen in de samenleving hebben mensen met een beperking behoefte aan ondersteuning. Gemeenten zijn volgens de Wmo hiervoor verantwoordelijk. Deze ondersteuning van de gemeente is bedoeld als een aanvulling op de hulp die mensen zelf regelen en krijgen van familie of vrienden. Uitgangspunten van de Wmo zijn dus onder meer zelfredzaamheid, participatie en een brede benadering van hulpvragen. Belangrijke vragen zijn onder meer: Wat kan iemand zelf nog doen? En waar heeft een cliënt hulp bij nodig? Betrokkenen zijn het eens met deze uitgangspunten maar weten in de praktijk niet goed hoe ze hiermee aan de slag kunnen.
Download het rapport 'De Wmo 2015 in praktijk' (pdf)
Praktische problemen
Cliënten en professionals weten niet altijd waar zij met een vraag terecht kunnen en welke instantie waar verantwoordelijk voor is. Uitvoerders van de wet zoals beleidsmedewerkers en Wmo-consulenten lopen ook tegen praktische problemen aan. Zo vinden zij het begrip zelfredzaamheid moeilijk toepasbaar op bijvoorbeeld mensen met dementie. Ook is het moeilijk om geschikte vrijwilligers te vinden en is het door een beperkt aanbod lastig om lichtere vormen van ondersteuning in te zetten.
Andere punten waar ondervraagden mee te maken hebben:
- Aanspreekpunten voor burgers in de buurt ontbreken.
- Meer administratieve druk door de vele regels die per gemeente verschillen.
- Wmo positief voor samenwerking binnen gemeenten en tussen gemeenten en andere partijen.
- Nog geen soepele samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars in kleine gemeenten.
Volgens het SCP neemt de samenwerking tussen gemeenten en aanbieders en zorgverzekeraars toe en is er meer ruimte voor vernieuwing. Gemeenten zijn in negen van de tien gevallen positief over de samenwerking met de wijkverpleegkundigen.
De uitgangspunten van de wet (zelfredzaamheid en participatie) zijn lastig te meten. Daarom hebben gemeenten nog weinig zicht op duidelijke resultaten bij het ondersteunen en bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie.
Gesprekken en enquête
Het onderzoek is tot stand gekomen na ruim honderd gesprekken met onder meer beleidsmedewerkers, ondersteuners van vrijwilligers en mantelzorgers, zorgverzekeraars en cliënten in zes gemeenten. Ook is er landelijke enquête gehouden onder gemeenten. Dit rapport is onderdeel van de landelijke evaluatie van de Hervorming Langdurige Zorg. Deze zomer verschijnt hiervan het eindrapport.