
De zorg is de afgelopen jaren veranderd en het vak van verzorgende verandert mee. Cliënten blijven langer thuis wonen, moeten meer zelf doen of met hulp van hun omgeving. De zorg in de wijk en het verpleeghuis wordt bovendien complexer en vraagt om meer samenwerking en afstemming. Verzorgenden moeten nog wel wennen aan de veranderingen in hun vak. Zij zijn de spil in de zorg, de ruggengraat van het dagelijkse werk. Dat vraagt leiderschap.
Werkplezier en beter imago
In dit onderzoek is door middel van rondtafelgesprekken en een expertbijeenkomst in kaart gebracht wat verzorgend leiderschap precies is, van nodig is voor meer verzorgend leiderschap. Tevens bevat het rapport tips en aanbevelingen voor verzorgenden en zorgorganisaties. Leiderschap, is de verwachting, zal bijdragen aan de professionalisering van het vak, aan werkplezier, kwaliteit van zorg, de zichtbaarheid en het imago van verzorgenden.
Van verzorgenden wordt gezegd dat ze ‘doeners’ zijn. Hoezo? Verzorgenden kunnen prima nadenken, ze hebben hun diploma gehaald, ze hebben een overzicht van hoe de cliëntenzorg eruitziet, ze geven hun liefde. Ze zijn leiders, alleen in de organisatie worden ze nooit in die positie gezet.
Wat is verzorgend leiderschap?
Een verzorgend leider neemt een stevige positie in in de dagelijkse zorgverlening, in multidisciplinair overleg én in overstijgende overleggen, zoals werkgroepen en adviesraden. Ze wordt gedreven door beroepstrots en een grote ambitie om bij te dragen aan het ontwikkelen en promoten van het vak van verzorgende.
Vijf kansen
Vijf kansen om (nog meer) leiderschap te stimuleren bij verzorgenden:
- Zet het op de agenda en maak het bespreekbaar.
- Geef verzorgenden aandacht, ruimte en vertrouwen.
- Stimuleer voorlopers.
- Bescherm het vak (met een beschermde beroepstitel).
- Maak leiderschap expliciet in de opleiding.
Een verzorgend leider:
- is vakbekwaam;
- neemt actief een coördinerende positie in de dagelijkse zorg rondom de cliënt en zijn kwaliteit van leven;
- weet welke interventies nodig zijn, vanuit vakkennis, de relatie met de cliënt, de context en eigen intuïtie;
- durft af te wijken van geldende normen als dat de kwaliteit van zorg verbetert;
- toont moed om zaken bespreekbaar te maken en te kunnen incasseren als het tegenzit;
- is zelfbewust van de eigen kwaliteit, waarde, rol en positie in de keten van zorgverlening;
- maakt haar vak(bekwaamheid) kenbaar en zichtbaar;
- werkt samen vanuit respect, vertrouwen en gelijkwaardigheid met andere beroepsgroepen;
- heeft goede reflectieve en communicatieve vaardigheden;
- is verantwoordelijk voor de eigen vakbekwaamheid en werkt actief aan persoonlijke en professionele ontwikkeling;
- neemt een stimulerende, verbindende en lerende houding aan, met oog voor kwaliteiten van collega’s;
- bewaakt de eigen grenzen en de grenzen van het vak;
- toont voorbeeldgedrag en stimuleert collega’s het beste uit zichzelf te halen;
- denkt mee over de strategische richting van de organisatie in een veranderende zorgwereld
Wat vind jij?
Vind jij ook dat verzorgend leiderschap meer gestimuleerd moet worden? Hoe zou dat kunnen? Geef je mening door op ‘reageer’ te klikken.