Het norovirus
Noro kan voorkomen in groente, fruit, rauwe schaal- en schelpdieren. Het virus is zeer besmettelijk. Klachten treden meestal vrij snel na besmetting op en variëren van misselijkheid tot heftig braken en diarree. Vaak gaan de symptomen vanzelf over na een aantal dagen. Je kunt ook besmet zijn (en besmettelijk zijn voor anderen) zonder dat je zelf klachten hebt.
Noro is relatief gemakkelijk overdraagbaar, zeker als je zelf ziek bent. Via braaksel en ontlasting wordt het virus door de lucht, maar ook door contact met de omgeving van de zieke makkelijk overgedragen. Zo kan een gebruikte tillift al een bron van noro zijn. Het probleem is daarbij ook dat er heel veel virusdeeltjes in braaksel en ontlasting zitten en dat je maar heel weinig virusdeeltjes nodig hebt om ziek te worden.
In zorginstellingen zitten relatief veel mensen dicht op elkaar en zij hebben vaak een verzwakt of aangetast immuunsysteem. Dit maakt de kans op uitbraak groter. Het kan zo zijn dat de helft van de bewoners en de helft van het personeel ziek is. Goede handhygiëne, goed reinigen en desinfecteren (denk aan gebruikte materialen, handcontactplekken, beddengoed) zijn belangrijk om verdere besmetting via braaksel of diarree te voorkomen.
Maatregelen
De richtlijn Norovirus is in juni 2016 verschenen en geschreven door de Werkgroep Infectie Preventie en het Landelijk Coördinatie Infectieziektenbestrijding. Deze richtlijn richt zich vooral op de verpleeghuizen, woonzorgcentra en voorzieningen voor kleinschalig wonen voor ouderen. Hoewel de richtlijn níet voor thuiszorg is, kan ook de thuiszorg hier nuttige adviezen uit halen.
9 praktische tips bij buikgriep (norovirus)
Hoe loop je zo min mogelijk risico op het krijgen of verspreiden van buikgriep (norovirus) in de zorg? Charlotte Michels, deskundige infectiepreventie en expert Hygiëne op Zorg voor Beter, deelt 9 praktische tips en tricks voor als je met het norovirus te maken krijgt.
Bekijk de tips
5 praktische tips bij buikgriep (norovirus)
Conny Moons heeft de richtlijn bekeken en licht er alvast een paar belangrijke punten uit:
1. Start snel met maatregelen
Begin direct met infectiepreventiemaatregelen wanneer meerdere mensen tegelijkertijd in een groep symptomen hebben van diarree en/of braken. De infectiepreventiemaatregelen zijn het meest effectief als er snel wordt gestart. Wacht niet totdat de diagnose norovirus met laboratoriumonderzoek is vastgesteld, er gaat dan kostbare tijd verloren (zie pagina 9 van de richtlijn). Houd wel in de gaten of het klachtenpatroon bij het norovirus blijft passen. Er kan een andere infectie doorheen gaan spelen. Het lijkt een open deur, maar toch belangrijk.
2. Registreer nieuwe ziektegevallen
Registreer per dag per afdeling de personen (cliënten én medewerkers) met (nieuwe) klachten van braken en/of diarree. Precieze registratie van (nieuwe) ziektegevallen geeft overzicht en controle op de effectiviteit van de bestrijding. Door per afdeling daglijsten bij te houden van de personen met (nieuwe) klachten, wordt het verloop van de uitbraak zichtbaar. Dit kan helpen bij het bepalen van het moment waarop de maatregelen weer kunnen stoppen (pagina 11 van de richtlijn).
3. Handhygiëne!
Continueer de voor de instelling gebruikelijke methode van handhygiëne: handalcohol of wassen met water en zeep. De methode van handhygiëne wordt vrijgelaten. Men adviseert om door te gaan met de gebruikelijke manier van handhygiëne. Dus blijf wassen als dat in jouw huis de standaard is en blijf desinfecteren als dat in jouw huis de standaard is. Eerder was het advies om bij noro handen te wassen en niet te desinfecteren; nu blijkt dat een aantal desinfectantia de hoeveelheid norovirus wel verlaagt. Het is wel goed om na te gaan of de in jouw instelling gebruikte handalcohol dit ook doet. Handdesinfectans verlaagt daarnaast ook beter de hoeveelheid andere micro-organismen die mogelijk aanwezig zijn. Eisen voor handdesinfectants: bij voorkeur een bewezen effect op norovirus (pagina 13 van de richtlijn).
4. Reinigen en desinfecteren: hoe en wat
Lees pagina 16 en 17 van de richtlijn. Heel concreet en uitgebreid staat hier beschreven: wat, wanneer, hoe vaak en waarmee gereinigd en gedesinfecteerd moet worden. Dus met welk doekje, welk schoonmaakmiddel of welk desinfectiemiddel en hoe vaak per dag. Ook deurkrukken en kranen niet vergeten. Beddegoed niet wapperen en geen lucht uit de waszakken duwen. Ga ook zorgvuldig om met het wasgoed van de cliënt (pagina 18 van de richtlijn).
Video over uitbraak Norovirus
https://youtu.be/8dySRd7s0Gs
Deze zeven minuten durende film van GGD Rotterdam-Rijnmond is bedoeld voor zorgmedewerkers in verpleeghuizen en woonzorgcentra die te maken krijgen met een uitbraak van norovirus. De film laat zien hoe het virus zich verspreidt en wat medewerkers zelf kunnen doen om zichzelf en anderen te beschermen, met als belangrijkste maatregel het handen wassen.
Lees meer