Naar hoofdinhoud Naar footer

Tips voor zorgprofessional over welbevinden cliënt

Als zorgprofessional heb je veel te maken met het welbevinden voor de cliënt en aandacht voor zingeving en levensvragen. Onderstaande tips kunnen veel betekenen voor jou en dus de cliënt.

Tip 1: Heb oog voor het levensverhaal van de cliënt en de zorgverlener

‘Mensen hebben niet een levensverhaal; mensen zíjn een levensverhaal.’ Deze zin bleef me bij van een lezing die ik hoorde rondom mentaal welbevinden. In de zorg zijn we geneigd naar onze cliënten te kijken in termen van zorgbehoefte. We zien dan, meestal, een oudere bewoner met een aantal beperkingen. We leren de zorgrisico’s in te schatten en de juiste zorg te leveren. Maar aan wie geven we nu eigenlijk de zorg? Is dat de oudere afhankelijke bewoner die een aantal dingen niet meer zelf kan, of is het meer? En wat betekent dat dan voor het contact?

Mijn idee is dat niet alleen de bewoner zijn levensverhaal is, maar ook ik, als zorgverlener. In de ontmoeting met de cliënt raken deze twee verhalen elkaar. Hoe fijn is het niet als de cliënt in jou soms net iets meer ziet dan de ‘zorgverlener’. Als je je even gezien voelt als mens met een verhaal. Zo is het omgekeerd ook, als de twee verhalen elkaar ontmoeten wordt er een nieuw verhaal geschreven. Een verhaal dat je samen deelt. Hiervoor is het nodig dat je elkaar wilt leren kennen.

Tip 2: Verdiep je in de geschiedenis van een cliënt

Een verzorgende vertelde dat ze bij een begrafenis was van een bewoner waarvoor ze een aantal jaren had gezorgd. Hij had een CVA, was rolstoelafhankelijk, en had een spraakstoornis. Het was een druk bezochte bijeenkomst en er waren veel mensen die lovende woorden over hem spraken. Hij werd vooral geroemd om zijn organisatietalent. Hij had wielerwedstrijden in binnen- en buitenland georganiseerd en men waardeerde hem daar enorm om. De verzorgende was verbaasd. ‘Had ik dit maar eerder geweten.’ Hij was een man die gewend was om dingen zelf te regelen, en gefrustreerd kon zijn als hij iets niet kon duidelijk maken. ‘Nu, op zijn begrafenis, zag ik pas duidelijk wat hij allemaal was kwijtgeraakt. Op mijn afdeling was hij een man in een rolstoel, hier zag ik pas hoeveel meer hij was. Eigenlijk schaamde ik me een beetje dat ik dat toen pas zag.’

Verdiep je in de geschiedenis van een bewoner, gebruik daarvoor de vele momenten op een dag die je hebt om een gesprekje te voeren. Waar reageert iemand op als hij naar het 8-uurjournaal kijkt, wat pikt hij op uit de krant? Vraag naar zijn mening. Vertel ook eens iets over je eigen leven als je vermoedt dat je cliënt hierin is geïnteresseerd. Wees op een goede manier nieuwsgierig naar je bewoner. Daag de cliënt uit het beste van hemzelf te laten zien.

Tip 3: Zoek verbinding met oude rollen van de cliënt

Veel ouderen ervaren bij het ouder worden sterke gevoelens van zinloosheid. Hun rol van opvoeder, deskundige, collega, sporter of partner is vaak (gedeeltelijk) weggevallen. Het gevoel van overbodigheid en geen rol van betekenis meer te hebben is een risico voor het ontstaan van  depressieve gevoelens. Het is voor de zorg een uitdaging om te ontdekken hoe onze bewoners de verbinding kunnen houden met hun oude rollen.

Een voorbeeld

De verzorgenden zagen er tegenop om meneer van de Ploeg te helpen bij het aankleden. Hij werkte doorgaans niet echt mee en was zelfs bij tijden agressief. Totdat een van de verzorgenden eens vertelde dat ze in Engeland als au pair had gewerkt. Meneer van de Ploeg bleek leraar Engels te zijn geweest. Vanaf dat moment spraken ze samen Engels en vloog de tijd om.

In dit voorbeeld geeft de verzorgende haar cliënt weer een rol, de rol van deskundige. De verzorgende verbindt hier haar eigen levensverhaal met het verhaal van de cliënt. Hun ontmoetingen krijgen inhoud en de zorg gaat soepeler. Je kunt dit soort ‘ontdekkingen’ delen met je collega’s. Rapporteer ook, in overleg met de cliënt, wanneer je een fijn moment had, waarin konden jullie elkaar vinden? Ook voor je collega’s kan dit een aanknopingspunt zijn om met de cliënt in gesprek te komen.

Tip 4: Betrek andere professionals, vrijwilligers en de mantelzorgers

Mevrouw Scharloo is somber over haar leven in het verpleegtehuis. Ze verblijft in een kleinschalig-wonenproject. Ze vindt het leven niet meer de moeite waard en geeft regelmatig aan dat ze dood wil. De verzorgenden vinden het moeilijk om hiermee om te gaan. Verzorgende Jennifer voelt zich machteloos, en vertelt dat ze zich er wel eens aan ergert. ‘Wij doen ons best om het goed te doen, en dan krijg je dit.’

Uit het levensboek van mevrouw Scharloo blijkt dat zij Rooms-Katholiek is. Jennifer neemt contact op met de geestelijk verzorger en vraagt om advies. Van de geestelijk verzorger hoort ze dat veel christenen het moeilijk vinden om om de dood te vragen. 'De mens wikt en God beschikt', wordt vaak gezegd. In overleg met de geestelijk verzorger en vrijwilligerscoördinator vraagt Jennifer aan mevrouw Scharloo of zij het fijn zou vinden om met iemand over haar verlangen naar de dood te praten. Mevrouw stemt hierin toe. Ook vindt ze een vrijwilliger, die haar eens per week meeneemt naar de kapel om een kaarsje op te steken, dat deed ze vroeger ook altijd.

Jennifer maakt in het zorgplan een zorgvraag aan en vraagt aan haar collega’s om te rapporteren wanneer mevrouw het weer over doodgaan heeft. De gesprekken met de geestelijk verzorger en het contact met de vrijwilliger doen mevrouw goed. Ze spreekt zich uit over de schaamte die haar verlangen met zich meebrengt. Door hier vrijuit over te kunnen praten ontstaat er weer ruimte voor andere gedachten.

Jennifer heeft haar irritatie over het gedrag van mevrouw Scharloo omgezet in een positieve actie. Door het levensboek te bekijken heeft ze een ingang gevonden voor een ander gesprek met de cliënt. Ze heeft advies gevraagd aan collega’s en in het zorgplan een zorgvraag aan gemaakt. De rapportages maken het mogelijk om te zien of mevrouw Scharloo zich beter voelt.

Tip 5: Blijf positief

Mevrouw Jonker klaagt er vaak over dat ze haar kinderen en kleinkinderen weinig ziet. Ze zegt weinig over zichzelf en moppert veel. Ook met de medebewoners heeft ze weinig contact. Uit het levensboek en uit het verslag van het huisbezoek blijkt dat mevrouw Jonker na de scheiding van haar man, in haar eentje de kinderen heeft opgevoed. Mevrouw ervaart het als onrechtvaardig dat zij dit alleen heeft moeten doen en voelt zich hier verbitterd over.

Yvonne: ‘De EVV van mevrouw Jonker heeft al meerdere keren geprobeerd mevrouw te bewegen wat vriendelijker naar haar kinderen te zijn en wat minder te mopperen als ze op bezoek komen. Mevrouw geeft aan dat ze hier niet over wil praten.’ Ook heeft Yvonne al een aantal keren geprobeerd om mevrouw in contact te brengen met de psycholoog. Ook dit wijst ze af. Ook mevrouw Jonker is haar levensverhaal, en haar levensverhaal maakt het haarzelf en haar omgeving moeilijk. Zorgmedewerkers en mantelzorg kunnen zich dan machteloos voelen om hier mee om te gaan. Voor de zorg is het belangrijk om mevrouw Jonker niet af te wijzen in haar gedrag en positief te blijven. Hoe moeilijk dit soms ook is.

Tip 6: Deel kennis en kunde met je team en mantelzorgers

Voor mevrouw Offermans is het oorlog. Niet bij wijze van spreken, maar letterlijk. Ze is gevangen genomen. Ze is nergens zeker meer van en ze wordt ‘door de vijand bewaakt’. Mevrouw lijdt aan de ziekte van Alzheimer en de eerste maanden in het verpleegtehuis zijn een hel voor haar. Haar zoon Cyrille, die het proces van zijn moeder heeft beschreven, zegt het volgende: 'Elk vriendelijk woord, elke passende reactie heeft voor mijn moeder de kracht van een vredesaanbod. Elk onverschillig woord, elke uitsluitend professionele reactie verhevigt de oorlogsspanning.’

Barbara, een verzorgende, is benieuwd naar mevrouw Offermans. Ze heeft direct na opname het familiealbum bekeken dat kinderen over hun moeders leven hebben gemaakt. Mevrouw Offermans geniet en ontspant wanneer ze samen met Barbara het album bekijkt. Ze ontdekken al snel hun gemeenschappelijke achtergrond. Barbara is opgegroeid op het Poolse platteland als dochter van een keuterboertje. Mevrouw Offermans is ook een boerendochter. Tegen haar zoon zegt Barbara dat ze juist in de omgang met dieren heeft geleerd om zonder woorden te gebruiken de emoties van dieren, maar ook van mensen te kunnen begrijpen. Mevrouw Offermans kan nauwelijks meer spreken, maar hummen, spinnen, lachen, wiegen, knorren en zingen, dat kan Barbara uitstekend met mevrouw Offermans. Deze taal hebben ze gemeenschappelijk.

Wanneer je met dementerende ouderen werkt, en je ziet dat een collega of mantelzorger gemakkelijker communiceert met een bewoner dan jij, kijk dan eens hoe hij dat doet en praat er met elkaar over. Wees nieuwsgierig, en vooral: deel de kunde met elkaar. Communiceren is een kunst.

Albert Geven

Deze tips zijn tot stand gekomen met hulp van Albert Geven. Albert Geven is Teamcoach en docent Dementiezorg.