Hoe wordt iemand besmet?
Hoe wordt het coronavirus overgedragen?
Het coronavirus wordt overgedragen door hoesten en niezen. ‘Tot nu toe lijkt de overdracht van het virus door iemand zonder deze klachten een zeer beperkte rol te spelen’, schrijft het RIVM. Maar let op: er staat hier niet dat het geen enkele rol speelt. Het virus gaat van de een naar de ander door te hoesten of te niezen. Hoe zieker iemand is, hoe meer virus hij kan verspreiden. Via kleine druppeltjes komt het virus zo in de lucht. Als andere mensen die druppeltjes inademen of bijvoorbeeld via de handen in de mond, neus of ogen krijgen, kunnen zij besmet raken met het virus.
Wanneer en hoe lang is iemand besmettelijk?
Mensen die het virus oplopen, kunnen al één of twee dagen voordat ze klachten krijgen besmettelijk zijn. In de eerste 8 dagen van de klachten lijken mensen het meest besmettelijk. Als je weer beter bent en als je 24 uur lang geen gezondheidsklachten hebt gehad, dan kun je anderen niet meer besmetten.
Kunnen mensen het coronavirus overdragen voordat ze klachten hebben?
Ja. Ook voordat je ziek wordt, kan je het virus al bij je dragen. En vlak voordat je klachten hebt, kun je ook al besmettelijk zijn. Hoe meer klachten je hebt, bijvoorbeeld hoesten en/of niezen, hoe meer virus je dus kan verspreiden. (Bron: Verspreiding SARS-CoV-2 op rivm.nl).
Preventief gebruik mondkapje
Dit is de belangrijkste reden waarom in de zorg het preventief dragen van mondkapjes geadviseerd wordt. Juist omdat zowel zorgmedewerkers als bewoners het coronavirus kunnen verspreiden nog voordat ze klachten hebben.
Daarnaast zijn sommige mensen wel geïnfecteerd met het virus maar hebben geen klachten. Hoe vaak dit voorkomt is onduidelijk. Uit één studie uit de eerste golf blijkt dat naar schatting bij 1 op de 6 besmettingen dit het geval is. Het komt vaker voor bij kinderen dan bij volwassenen.
Waarom 1,5 meter afstand bewaren?
Vast staat dat druppeltjes die bij hoesten, niezen en praten ontstaan een belangrijke rol spelen bij de verspreiding van het coronavirus. Bij hoesten, niezen en praten komen ‘grote’ druppels vrij. In deze grote druppels zit gemiddeld veel meer virus dan in kleine druppeltjes. Deze grote druppels vallen ook relatief snel op de grond. Als we 1,5 meter afstand van elkaar bewaren, voorkomen we dat we deze grote druppeltjes van anderen opvangen. Het blijft dus belangrijk om deze 1,5 meter afstand te houden.
Hoe lang kan het virus overleven op handen en op oppervlakten?
Het virus is best hardnekkig. Het virus kan in een druppel slijm op de huid negen uur overleven en nog cellen besmetten. Op gladde oppervlakten zoals plastic, roestvrij staal en glas overleefde het bijna drie dagen. In het donker, zonder uvb-licht, overleeft het virus langer. En ook bij lage temperaturen overleeft het langer. Het virus werd wel binnen vijftien seconden volledig geïnactiveerd met handalcohol (Bron: NRC en Domusmedica.be).
Daarom is handen wassen en oppervlakten schoonmaken zo belangrijk. Denk daarbij vooral aan deurklinken, trapleuningen, lichtknopjes, hulpmiddelen zoals een tillift, maar ook aan telefoons of computers.
Kan corona zich via urine, ontlasting of het toilet verspreiden?
Water lijkt geen rol te spelen in de verspreiding van het coronavirus. Het is nog onzeker of het virus in ontlasting of in het rioolwater besmettelijk is voor mensen. Besmetting van mensen via rioolwater is nog niet aangetoond. Ook is niet bekend hoe lang het virus overleeft als het in het rioolwater terecht komt. Het RIVM doet hier onderzoek naar. De meeste mensen komen niet in contact met rioolwater. Het advies is om de hygiënemaatregelen altijd te volgen. Was je handen met water en zeep na elk toiletbezoek en maak regelmatig de WC-ruimte schoon. Spoel de WC door met een gesloten deksel als de toiletbril is voorzien van een deksel om verspreiding van spetters van druppels en aërosolen te voorkomen. Bron: Water en COVID-19 op rivm.nl
Welke rol spelen aerosolen bij de verspreiding van corona?
Naast bovengenoemde grote druppels, bestaan er ook kleine druppeltjes ofwel aerosolen. Het RIVM omschrijft aerosolen als: een wolk van grote druppels, kleine druppels en druppelkernen die door de lucht zweven. De kleine druppels en druppelkernen kunnen een grotere afstand afleggen en met name druppelkernen blijven langer in de lucht hangen. Zoals je van een grote afstand kunt ruiken als er iemand rookt, zo verspreiden deze kleinere druppeltjes zich ook over een grotere afstand. Zorg daarom altijd voor voldoende frisse lucht.
Vermindert ventilatie de hoeveelheid fijne druppeltjes in de lucht?
Amsterdamse onderzoekers toonden aan dat ventilatie het aantal fijne druppels in de lucht snel vermindert. In hun experiment halveerde het aantal in de best geventileerde kamer in dertig seconden. In minder geventileerde kamers duurde dit één tot vier minuten. Ook hoogleraar civiele technieken aan de TU Eindhoven Bart Blocken onderstreept het belang van ventilatie. Volgens hem zou slechte ventilatie mogelijk de vele besmettingen in verpleeghuizen en bij zangkoren kunnen verklaren. Ventilatie zorgt ervoor dat de kleine druppeltjes niet op bepaalde plekken blijven hangen of ophopen. Dus: zorg voor extra frisse lucht door het openen van ramen en/of deuren.
Hoe ontstaan fijne vochtdruppeltjes?
Fijne vochtdruppeltjes ontstaan bij specifieke medische handelingen, zoals bij het inbrengen van een beademingsbuis in de luchtpijp van een patiënt. Dan ontstaan er grote hoeveelheden. Maar ze ontstaan ook - in veel kleinere hoeveelheden - bijvoorbeeld bij spreken, schreeuwen, zingen en het bespelen van blaasinstrumenten. Hoe luider iemand spreekt, hoe meer fijne druppeltjes er worden verspreid.
Kan ik bij hitte een (zwenk)ventilator of mobiele airco gebruiken?
Het RIVM adviseert: 'Vermijd in gemeenschappelijke ruimtes zo veel mogelijk het gebruik van (zwenk) ventilatoren en mobiele airco's. In woningen (thuis/gezinssituatie) of ruimtes waar 1 persoon werkt of verblijft kunnen (zwenk)ventilatoren en mobiele airco’s wel worden gebruikt'. De reden is dat deze systemen mogelijk het coronavirus kunnen verspreiden.
Dit geldt eigenlijk voor alle systemen die lucht in één gemeenschappelijke ruimte recirculeren, en waarbij de lucht niet ververst wordt. De lucht in de ruimte wordt aangezogen en – al dan niet na gekoeld te zijn – weer in dezelfde ruimte gebracht. Hierbij is verspreiding van zowel druppels als eventuele aerosolen verder dan 1,5 meter niet uit te sluiten, hoewel bewijs daarvoor nog ontbreekt. Dit is vooral in ruimtes waar onvoldoende luchtverversing (ventilatie) plaatsvindt. Uit voorzorg wordt geadviseerd om recirculatie binnen één ruimte waar meerdere personen gedurende langere tijd bij elkaar zijn zo veel mogelijk te vermijden en de lucht voldoende te verversen. Dus liefst: ramen open!
Bronnen:
Wanneer loop je het meeste gevaar?
Is het coronavirus alleen gevaarlijk voor ouderen?
Nee, iedereen kan ziek worden van het coronavirus. De kans op ernstig ziek worden en overlijden aan COVID-19 is wel vele malen kleiner in jongere leeftijdscategorieën. Over het algemeen worden ouderen, mensen met een kwetsbare gezondheid en onderliggend lijden, ernstiger ziek van corona of komen te overlijden. De sterftecijfers van het RIVM laten zien dat 89% van de mensen die overleden aan COVID-19 boven de 70 jaar is, waarvan 53% man en 47% vrouw. Bijna 60 procent van de mensen die tot en met juni 2020 overleden aan vastgestelde of vermoedelijke COVID-19, hadden een zwakkere gezondheid.
Wie loopt er veel risico om erg ziek te worden door het coronavirus?
Het RIVM noemt de volgende risicogroepen:
- Mensen met een verhoogd risico op ernstig verloop van COVID-19 doordat ze niet gevaccineerd zijn in combinatie met hoge leeftijd of onderliggende aandoeningen.
- Mensen met ernstige afweerstoornissen bij wie de vaccinatie onvoldoende werkzaam kan zijn. Deze mensen krijgen van hun behandelend specialist een uitnodiging voor een derde vaccinatie.
- Mensen ouder dan 70 jaar
Volwassenen ouder dan 18 jaar met:
- chronische luchtweg- of longproblemen, onder behandeling van een longarts
- een chronische hartziekte die daardoor in aanmerking komen voor een griepprik
- een ernstige nierziekte waarvoor bijvoorbeeld dialyse nodig is
- diabetes, die slecht ingesteld zijn en/of met complicaties
- hiv (dit geldt niet voor iedereen met hiv, vraag dit aan je eigen arts)
- minder afweer, bijvoorbeeld door medicijnen of een ziekte
- een ernstige leverziekte
- zeer ernstig overgewicht
- het syndroom van Down
Meer informatie:
Kan ik als zorgmedewerker met een chronische aandoening aan het werk blijven?
Het RIVM adviseert over de inzet van ‘kwetsbare zorgmedewerkers’. Het gaat om zorgmedewerkers die tot de risicogroep horen om erg ziek te worden van het coronavirus. Als de werknemer in contact kan komen met risicovolle situaties, is de werkgever verplicht hier iets aan te doen.
Zolang er consequent en volgens de bestaande richtlijnen en procedures van de instelling of organisatie wordt gewerkt, naast de richtlijnen van het RIVM en eventueel de GGD, en oncontroleerbare situaties worden vermeden, kan een kwetsbare werknemer in principe zijn eigen werk blijven doen. Al dan niet in combinatie met aanvullende maatregelen, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen en/of fysieke barrières.
In het advies staat ook: ‘Er zijn situaties denkbaar waarin het werk wél een verhoogd gezondheidsrisico oplevert en extra bescherming redelijkerwijs of in praktische zin niet te realiseren is. In die gevallen verplicht de wet de werkgever om, na een goede risico-inschatting, werknemers met verhoogde kwetsbaarheid vrij te stellen van de desbetreffende werkzaamheden en (tijdelijk) vervangend werk aan te bieden.’
Verdere ontwikkeling
Heeft de zomer een positief effect op het coronavirus?
Van veel luchtwegvirussen weten we dat die zich minder makkelijk verspreiden bij warmer en zonniger weer. Dit ‘seizoenseffect’ lijkt er ook te zijn voor SARS-CoV-2. Er zijn meerdere factoren die een rol kunnen spelen bij deze seizoensvariatie. Zo heeft het weer onder andere effect op ons gedrag en op onze weerstand. We gaan vaker naar buiten, we zitten minder dicht op elkaar en we ventileren meer. Toch is het niet zo dat het virus in de zomer helemaal verdwijnt. Het virus verspreidt zich namelijk ook in landen met een warm en zonnig klimaat.
Bron: Het virus (SARS-CoV-2) op rivm.nl
Wat betekenen nieuwe varianten van het virus voor Nederland?
Van virussen is bekend dat ze vaak veranderen. Er zijn allerlei varianten van SARS-CoV-2, het virus dat COVID-19 veroorzaakt. In het laboratorium onderzoekt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu welke varianten er in Nederland zijn en wat dat betekent voor de verspreiding in Nederland.
Lees meer over de COVID-19-varianten op rivm.nl